Antecedenten en origine Cfr. Jan van Gent: hij was de broer van Jan van Gent, mogelijk de zoon van een Ingelram of een andere Jan van Gent
Broer: Jehan de Gand, secretaris en raadsheer (4544) Andere: * zijn nicht Katelijne huwde met Giselin Uterzwaene (4544) * zijn neef Antonius Spillaert (4544) * Jacobus Spillaert was in 1460 zijn naaste verwant (4544)
Hij had een natuurlijk dochter bij Elisabeth Robauts, genaamd Marieken van Gent (4544); zij werd moniale van de abdij van Sint-Godelieve te Gistel, ten laatste in 1460, en abdis 1475-1481 (4573) Herhaaldelijk reisden zijn Kortrijkse kanunniken naar Holland, Brussel of Doornik om te vragen hoe ze zich moeten opstellen tegenover het concubinaat van hun deken, zeker op het einde van zijn leven (4556) (5677) Na zijn dood kreeg zijn bijzit Robauts 16 lb [par of gr?] van het kapittel (4556)
Gestorven op 8/5/1461 (4544) Gestorven vóór 4/11/1464: dan was er sprake van een vacante prebende in het kapittel van Sainte-Waudru te Bergen (3346)
Hoofdcarrière: "Raadsheer" v1430 (3340), v1431 (4544), v1432; hij kreeg 34 fr van 32 gr voor niet gespecificeerde dienstreizen (169) Raadsheer van de RVV, eerst vermeld vanaf Kerst 1431 [maar rekeningen 1428-1431 zijn verloren], geen verwijzing naar nieuwe benoeming, tijdens eerste half jaar van 1432 50 dagen afwezig; dit is tevens zijn laatste vermelding in de rekening [maar rekeningen 1433-1440 niet bewaard] (1577) Hij was aanwezig op de zittingen in 1430, vanaf 21/7 (2019), 1431 (2028), 1432 (2041), 1433 (2045), 1434 (2063), 1435 (2084), 1436 (2083), 1437 (2094), 1438 [gaat dit wel over hem of is het Jehan? het blijft onduidelijk] (2106); 1439 [of is het Jehan?] (2124)
Rekwestmeester van het hof v1433 (3341); v1436 (595); 6 maanden per jaar v1437 (8012), v1438 (637); 3 maanden per jaar v1438, 1445; 4 maanden per jaar 6/7/1440-1449 en tot aan zijn dood (8012) (6143) Hij verdiende elk jaar 160 lb van 40 gr, v1438 (632), hij kreeg jaarlijks 300 fr van 32 gr pensioen als rekwestmeester v1441 (689), in 1442 ook 300 fr (701), in 1446 ook 300 fr (752); in 1450 ook, maarer werd ook vermeld dat hij sinds 1/2/1437 240 lb van 40 gr pensioen kreeg om zijn staat te onderhouden [=300 fr] (783); in 1454 kreeg hij nog voor twee jaar zijn jaarlijks pensioen van 300 fr betaald maar door de ordonnantie van 22/3/54 werd dat pensioen afgeschaft, hij behield wel zijn 24 s wedde per dag (832); in 1459 werd echter een wedde vermeld van 32 s per dag (865); per brieven van 2/9/1455 werd hem voortaan 2 fr van 32 gr per dag toegekend i.p.v. 24 s van 2 gr (3342), v1458 (3345) Tussen 1/9/1442 en 1/2/1443 was hij toegevoegd aan de RR (722) Lid van de RR over de Nederlanden 1454 (3339)
Kerkelijk: * deken van het Sint-Hermeskapittel te Ronse vanaf 1424 (4544) (5672); Franciscus de Gandavo deed de belofte annaten te betalen voor een kanunnikaat met prebende en decanaat van Sint-Hermes te Ronse [bisdom Kamerijk, 100 lb tour par] v9/10/1424 (5671) * hij slaagde er in 1427 niet in de kapelanij van het altaar van Sint-Anna in de kathedraal van Doornik te verwerven, noch van die in de OLV-kapel te Maarke-Kerkem bij Oudenaarde (4544) * in 1431, reeds in dienst van de hertog, bezat hij een kanunnikale prebende in Beauvais en het kosterschap van de parochiekerk van Poesele; dat laatste beneficie zou hij ruilen voor een kanunnikschap in het kapittel van Sint-Donaas; in het zelfde jaar vroeg de hertog voor hem ook het decanaat van het OLV-kapittel te Kortrijk, niettegenstaande het feit dat hij toen al kanunnikale prebendes bezat in de kapittels van Sint-Donaas te Brugge, Sint-Maarten te Utrecht, Sint-Salvator te Harelbeke, Sint-Pieters te Rijsel, het OLV-kapittel te Dendermonde en de kathedraal van Beauvais, naast de custodia van de parochiekerk van Vladslo, kapelanijen in Sint-Jan te Gent, Sint-Niklaas te Gent en Sint-Hippoliet te Delft, terwijl hij verzaakte aan zijn aanspraak op nog andere kanunnikale prebendes te Atrecht en Rijsel (4544) * kanunnik van het Sint-Donaaskapittel te Brugge 1431-1461 (4544) * deken van het OLV-kapittel te Kortrijk, benoemd in 1441 (3344) v1454 (3339) v1459 (866); hij hield verblijf te Kortrijk (819), 1454 (832); reeds in 1431 had de hertog geprobeerd hem dit beneficie te doen verkrijgen, maar hij had onvoldoende druk uitgeoefend (4556); theoretisch "resideerde" hij constant in dit kapittel, maar het is duidelijk dat dit niet echt letterlijk moet worden genomen (4556) * kanunnik in het Sint-Salvatorskapittel van Harelbeke v1460, en in het Sint-Pieterskapittel van Kassel v1460; hij bezat in dat jaar ook de custodia van de Sint-Maartenskerk te Kortrijk en de Sint-Medarduskerk te Wervik (4544) * kanunnik van het kapittel van Sint-Waldetrudis te Bergen in Henegouwen (3344) * kanunnik van het Sint-Pieterskapittel te Rijsel v1432 (3347); in dat jaar ruilde hij deze prebende met Hendric van de Kethulle voor het beneficie van "matricularius" van de parochiekerk van de H. Apostelen Simon en Judas te Gentbrugge (3318); Jan van de Kethulle had Frans van Gent waarschijnlijk zover gekregen in deze koehandel in te stemmen, waarbij misschien nog andere beneficies van eigenaar wisselden; misschien als verder gevolg van deze "deal" verkreeg Frans van Gent nog een beneficie te Mons (7131) * hij verkreeg een eeuwige kapelanij bij het Sint-Anna-altaar in de kerk van Doornik [23 lb tourn], met vrijstelling van betaling van annaten ["sine obligatione"] v1427 (5673) * hij verkreeg de OLV-kapelanij in de parochiekerk van Marke, met vrijstelling van de betaling van anaten v1427 (5674) * koster van de Sint-Medarduskerk in Wervik, koster van de Sint-Maartenskerk te Kortrijk (5675) * meer gedetailleerde activiteiten: tijdens zijn werkzaamheden voor de hertog in Holland werd hij kanunnik in de Dom van Utrecht, hij bezat er 4 vicarieën en had te Delft de kapelanij verbonden aan het Sint-Jacobsaltaar in de Sint-Hyppolytuskerk; hij deed van dit laatste beneficie afstand toen hij hoopte deken te worden van het OLV-kapittel te Kortrijk in 1431; FdG deed op 21/11/1431 een laatste vergeefse poging dit beneficie voor zijn raadsman te bemachtigen; omstreeks 1430 bezat hij de 23e prebende van het Sint-Donaaskapittel te Brugge; op 13/7/1436 kanunnik van Sint-Waltrudis te Bergen, prebende die hij tot zijn dood houdt; in juni 1438 kwam FdG te Kortrijk op bezoek en werd er goed onthaald door de kanunniken; in 11/1438 kwam hij opnieuw op bezoek in gezelschap van magister Thurianus de Pruyelles; bij het overlijden van Willem van Heule deed Frans van Gent een tweede poging om het decanaat van het OLV-kapittel te Kortrijk te bemachtigen, ditmaal succesvol: op 20/4/1444 verkreeg hij die prebende toegewezen, vermoedelijk onder enige druk van Filips de Goede; in juli 1444 werd hij effectief als deken te Kortrijk erkend en werd door de kapittelheren zijn blijde intrede gevierd; eerste activiteiten als deken: op 21/9/1444 vertrok hij naar het gasthuis van de Baudelo-abdij te Hulst, waar hij de leenmanskus ontving van Evrardus, abt van de Duinenabdij, in aanwezigheid van de abt van Baudelo en van monniken van de Duinen- en de Baudelo-abdij, de Kortrijkse kanunnik J. Basin en de heren Johannes Preetere en Johannes de Meyere, leenmannen van OLV-kerk; diezelfde maand was er een diner voor deken en kapelaan bij deken van de christenheid te Kortrijk; hij vertoonde grote ijver ter bevordering van de materiële welstand van het OLV-kapittel: eind 1444 ging hij met kanunnik Basin naar Hulst i.v.m. met een twist over de waterwerken in Vrankendijk en Groede; tijdens zijn verblijf in Holland en in Rijsel in 1445 werd hij geraadpleegd i.v.m. de verkoop van de tienden van Hulst; in 1/1448 ging hij in Rijsel met de baljuw van de Vier Ambachten onderhandelen over achterstallige gelden; in 3/1448 en 4/1449 verbleef hij te Hulst ter behartiging van de belangen van het kapittel; in 4/1449 verbleef hij ook 3 dagen te Doornik i.v.m. met tiende van Bovekerke; hij was eveneens aanwezig bij de verkoping van tienden te Hulst in 1449 en 1456; in 3/1450 werd hij te Brussel geraadpleegd i.v.m. "het geval" van ontvanger Grison Tuc; hij besloot zelf naar Hulst te rijden om deze kwestie op te lossen en een nieuwe ontvanger aan te stellen; hij werd ook geraadpleegd te Rijsel in 1/1453 en te Wervik in 11/1453; hij onderhandelde in 1454 in naam van het kapittel met Antoon van Bourgondië [die optrad in naam van Filips de Goede] over een stichting van graaf Lodewijk van Male in het kapittel; hij trachtte op het eind van zijn leven de hangende kwestie over de spekcijnzen met de heer van Halewijn op te lossen; in 2/1457 reisde hij daarvoor naar de RK, in juni en november opnieuw; bestuur van het OLV-kapittel: in 1/1445 verbleven hij en kanunnik C. Bieze 3 dagen te Brugge op een bijeenkomst van de Drie Staten van Vlaanderen; in 8/1446 reed hij te paard naar Doornik om er te onderhandelen over de privileges van de kerk; hij kwam als hoogste kerkelijke overheid van Kortrijk in 1450 samen met de pastoors van de stad overeen over de oprichting van een klooster van Cordeliers te Kortrijk; hij "resideerde" [gezien zijn activiteiten voor de hertog eerder "lflexibel" op te vatten] te Kortrijk vanaf zijn aanstelling tot zijn overlijden [8/5/1461, opgevolgd door Johannes de Neufvillette]; hij bewoonde eerst het huis van zijn voorganger Willem van Heule [7/1444-1446], vanaf 1446 tot 1456 nam hij zijn intrek in het huis van kanunnik Basin; pas in 1456 werd het eigenlijke dekenhuis, vroeger door Johannes de Beka bewoond, heropgebouwd (5676)
Huizenbezit: * hij gebruikte in Kortrijk een huis van het kapittel: in 1444-1446 woonde hij in het huis dat van Willem van Heule, zijn voorganger als deken, was geweest; in 1446-1456 woonde hij in het huis van de vroegere kanunnik Basin; in 1456 werd het eigenlijke dekenhuis heropgebouwd (4556) * ook in het Harelbeekse kapittel bezat hij een huis (5676)
Andere: * in 1441 moest hij een grijs paard met lange staart aan de hertog verkopen (699)
Wapen : - "un trangle vitrée, accompagnée de 3 (2,1) étioles.T.: un ange agenouillé.L.S.Francisco de Gandavo" (7797) (7800) * "écu à la fasce vivrée, accompagnée de 3 étoiles, 2 en chef et une en pointe, soutenu par un ange" (7797)
Studies: * studie in Bologna, Keulen ["Franciscus clerici de Gandavo" v11/1419: artes] en Parijs [hij was toen al licentiaat in het Romeins Recht], 14/3/1430 licentiaat in het canoniek recht] (4544) (7798) (7797) (7799) * hij studeerde burgerlijk recht in Bologna v1422, legde examen af op 15/5/1426 (7797) * reeds als licentiatus in legibus, bacalaureus in decretis v1429 te Parijs; hij werd er ook licentiatus in decretis v1431; licentiatus in utriusque iuris v1431 (4544) * licentiaat in beide rechten (3318)
Stichtingen: * een jaargetijde in de kerk van Sint-Donaas te Brugge op 5/10 (4544): in de maand oktober had hij een jaargetijde gesticht; de totaalsom bedroeg 28 lb 8 s parisis, die verdeeld moest worden onder verschillende mensen en voor verschillende diensten (7797) * per testament stichtte hij verschillende jaargetijden: de OLV-kerk en Sint-Maartenskerk te Kortrijk werden belast met een jaargetijde, met brooduitdeling voor de armen; ook een jaargetijde in het Sint-Donaaskapittel te Brugge, het Sint-Salvatorskapittel te Harelbeke en het Sint-Pieterskapittel te Kassel; jaarlijks zou er op feest van zijn patroon Franciscus een versnapering worden aangeboden aan de kanunniken; de bidders van het psalterium werden voor hun gebed vergoed; na zijn overlijden zouden 30 missen worden opgedragen voor zijn zielenheil en twee kapelanen zouden een jaar lang elke dag een mis voor hem opdragen; de Sint-Medarduskerk te Wervik keeg 20 lb, de kapel van Maria-Magdalena, het gasthuis en de Sint-Maartenskerk ontvingen elk 6 pond; te Kortrijk werden gasthuizen, kloosters, begijnhof en armenhuizen bedacht, ook de zusters van de orde van Sint-Franciscus werden vermeld; zijn medekanunniken kregen 12 pond en alle leden van de kapittelkerk en kapittelschool werden bedacht; verder een stichting van een Verrijzenisspel [geen nadere informatie daarover] (4544) (4556) (7801) (7797)
Boekenbezit: Hij bezat een aantal boeken, voornamelijk over burgerlijk en kerkelijk recht (7796) * de "Lecture de Bertholy" (4556), m.a.w. de Lectura van Bartolus van Saxoferrato * het Digestum Vetus, het Infortiatum en het Digestum Novum van Justinianus * de Codex Justiniani * het Decretum Gratiani * de Decretales * de Clementinae * twee kleine codices over de Institutiones van Johannes de Platea * de Summa super Codice et Institutis van Azo Porcius * een gehistorieerde Bijbel * de Legenda Aurea van Jacobus de Voragine * de Epistolae van Bernardus van Clairvaux aan paus Eugenius III * de Somma Martiniana, i.e. de Chronica summorum pontificum imperatorumque ac de septem aetatibus mundis of Tabula Martiniana Decreti, beide van Martinus van Troppau * de Itinerarius van Johannes de Mandeville * het Liber cultus ruris van Petrus Crescentius * een klein Psalterium, een klein Breviarium, een geversifieerde Bijbel, zijn beste Breviarium (4544) (7796) (7797)
Mecenaat: * hij deed een stichting voor een verrijzenisspel om het "cultureel-religieus leven" te Kortrijk te bevorderen (4556) * de rekening van de uitvoering van zijn testament is bewaard: hij schonk o.a. een tabernakel, retabel in houtsnijwerk met als onderwerp de "bible ystoriee" (4556) en een schilderij, met de afbeelding van de presentatie van Maria (4556) aan de OLV-kerk te Kortrijk en 20 lb [par?] aan de Sint-Medarduskerk te Wervik; de Kortrijkse kapittelschool, de gasthuizen, de kloosters, het begijnhof, de Clarissen en de armenhuizen werden ook bedacht (4544) * hij besteedde veel aandacht aan de uiterlijke pracht van de Kortrijkse kapittelkerk en haar koorgewaden; zo bezocht hij een atelier te Doornik, waar een "schitterende koorkap" werd vervaardigd (4556)