Gauthier Merciaen
Sociaal
Antecedenten en origine:
* geboren te Wervik (7604)
* geboren te Ieper (6617) [minder betrouwbaar]
Familie
Geboren ca. 1370: in 1441 was hij ongeveer 70 jaar oud (3587) (7706)
Zijn broer Cypriaen Merciaen was schepen van Ieper Ambacht en afgevaardigde op Ledenvergaderingen v ca. 1416-1418; baljuw van de Zale van Ieper en van West-Ieperambacht 1418-1420 (4045)
Huwelijk
Volgens Espinoy was hij gehuwd met Catharina van den Hoye, uit een Gentse "adellijke" familie (6618)
Contemporaine vermeldingen
- Jan Mersiaen, als schilder vinder van de Brugse beeldenmakers en zadelaars 1481 (4169)
- in de 15de eeuw werden een aantal Merciaens uit Wervik en uit de streek van Rijsel Brugs poorter (4532)
- Jan Merciaen, schepen van Ieper 1454, raadslid 1455 (6235)
- Jan Mersiaen, priester uit het bisdom Terwaan v1435 (4618)
- na het overlijden van Willem Merciaen in 1495 werden te Brugge voogden aangesteld voor het beheer van zijn wezen bij zijn echtgenote Magdalena (7369)
Carrière
Hoofdcarrière:
Procureur-generaal van de RVV, commissie 23/04/1418 ter vervanging van Druet de la Vacquerie, aan een jaarwedde van 200 fr van 37 gr 4 d par (1533) - 11/1419 toen hij baljuw van Sint-Winoksbergen werd (3587) [volgens Van Rompaey betekende dit centraal ambt dus "slechts een tijdelijke onderbreking van zijn gewone baljuwsactiviteit"]
Hij was aanwezig op de zittingen in 1419 (1906), nam aldus hier vermeld een procuratie over van Tristram le Stier, procureur van de Gouvernance van Rijsel, Douai en Orchies, 1425] (1960), 1426 (1970)
Baljuw van de Zale van Ieper 6/8/1414-9/5/1418 (3587)
Waarnemend baljuw van Ieper 1417, in cumul met baljuw van de Zale (3587)
Baljuw van Sint-Winoksbergen, commissie 11/1419 (3587) -1421 (6617); in 1421 kwam hij in deze functie in conflict met de burggraaf van Sint-Winoksbergen en moest uiteindelijk bepaalde inkomsten aan hem afstaan (4204); nog in deze functie werd hij er door de controleur van Vlaanderen van beschuldigd boeten, composities en exploten te hebben aangenomen, zonder deze af te rekenen; hij repliceerde echter dat hij enkel de emolumenten had aangenomen waarop hij recht had; na onderzoek van de RK werd beslist dat hij 476 lb 7 s 8 d par onterecht als emolumenten ontvangen exploten viervoudig moest terugbetalen; voor het overige werd bevonden dat hij ook nog 394 lb 9 s par aan composities en 413 lb 5 d par aan boetes was "vergeten" af te rekenen en moest terug betalen (7697); de hertog herleidde zijn boete echter tot 400 lb par en schold het overige kwijt (7725)
Schout van Brugge 1421-1423 (3587)
Baljuw van Gent 1423-1431 (3587) (7548)
Baljuw van Oudenaarde 1431-1434 (2616)
Gouverneur, baljuw en ontvanger van de grafelijke heerlijkheid Wervik 1434-v1440 of later tot het einde van zijn leven (3587)
Schepen van Ieper 1440, raadslid 1439 (6235)
Ontvanger van verheffingsgelden te Ieper 1416-1420 (2694)
Taken en dienstreizen
- hij streed mee in de slag bij Mons-en-Vimeu in 1421, samen met twee kruisboogschuuters die hij later uit zijn officie mocht terugbetalen (7497)
Giften
- in 1437 vroeg hij de RK om ervoor te zorgen dat het pensioen van 100 fr dat de hertog hem voor zijn oude dag had toegekend, zoals beloofd zou worden hernieuwd (7634)
Bezit
Leenbezit:
* heer van Lorimez ["Lorimiers"] te Wervik (6617); deze heerlijkheid had hij van Jacob Ruebs gekocht vóór 23/1/1426, toen de RVV uitspraak deed tegen zijn leenheer Gerard van Schorisse, heer van Wervik, Berchem etc., en diens vrouw Margareta van Steenhuize, die Merciaen in zijn rechten hadden willen beperken (7393)
* hij verkocht [s.d.] voor het leenhof van de heerlijkheid Wervik Ten Cruce van Gerard van Scorissen, in naam van zijn echtgenoot, de vrouwe van Steenhuize, een leen gehouden van dit leenhof (2958)
Krediet:
* de hertog oorkondde in 1421 dat hij niet van het schoutsambt van Brugge zou worden ontheven vooraleer de hertog hem de 1000 kronen had terugbetaald die hij geleend had (4071)
* in 1425 leende hij de hertog 3121 lb 5 s par (8059)
* Colart de Commines, als zijn opvolger als baljuw van Gent, moest hem in 1432 nog 692 lb terugbetalen: dit was dus zonder twijfel een schuld van de hertog aan hem, die de Commines verplicht was geweest over te nemen (3587)
Andere:
* o.a. in 1424-25 werd vermeld dat hij een paard leverde aan de hertog (484)
* op het einde van zijn leven vormde, volgens zijn eigen woorden, zijn pensioen van 100 fr "ung de plus grant partie de ma chevauche", gezien zijn "povre estat" (7634)
Referenties
-
(28) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4091, 76r
-
(29) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4091, 76v
-
(484) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1931, 126r
-
(1533) MF, p. 509 [o]
-
(1906) Rijksarchief Gent, fonds Raad van Vlaanderen, reeks "Akten en Sententiën": 2342, f°451r
-
(1960) Rijksarchief Gent, fonds Raad van Vlaanderen, reeks "Akten en Sententiën": 2346
-
(1970) Rijksarchief Gent, fonds Raad van Vlaanderen, reeks "Akten en Sententiën": 2346
-
(2616) Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds Rekenkamers: 13605
-
(2694) Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds Rekenkamers: 17771
-
(2958) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 20102
-
(3587) VAN ROMPAEY (J.),Het grafelijk baljuwsambt in Vlaanderen tijdens de Bourgondische periode, Brussel, 1967 (VKAWLSK, KL, nr. 62): , 226, 227, 362, 644, 652
-
(4045) ZOETE (A.) (ed.), Handelingen van de leden en van de staten van Vlaanderen (1405-1419) : excerpten uit de rekeningen der steden, kasselrijen en vorstelijke ambtenaren, dl. II: 10 maart 1413 - 5 september 1419, Brussel, 1982: , 1035, ... passim, 1206
-
(4071) GILLIODTS-VAN SEVEREN (L.), Inventaire des Archives de la Ville de Bruges: section première: inventaire des chartes. Première série: treizième au seizième siècle, 6 dln.+ tables, Brugge, 1871-1876: , IV, 401-402; SAB, Groenenboek A, f°165
-
(4169) Stadsarchief Brugge: , Register van Wetsvernieuwingen 1468-1501
-
(4204) PAPIN (K.),"Van onprofittelicken en ledegaers". Mobiliteit en immobiliteit: de stedelijke bevolking binnen de instellingen van St.-Winoksbergen tijdens de Bourgondische periode, onuitgegeven licentiaatsverhandeling RUG, 1992:
-
(4532) PARMENTIER (R.A.), Indices op de Brugsche Poortersboeken, 2 dln., Brugge, 1938: , 626
-
(4618) FEYS (E.) (ed.), Les cartulaires de la prévôté de Saint-Martin à Ypres, Brugge, 1884: , 590, 704
-
(4701) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 31, 7r/v
-
(6235) Koninklijke Bibliotheek Albertina, Brussel: , FM, Hs. 103, II, passim
-
(6617) BONVARLET (A.), Notice chronologique et historique sur les grand baillis de la ville et de la châtellenie de Bergues, in: Annales du Comité Flamand de France, 5, 1859-1860, pp. 229-273: , 238-39
-
(6618) DE L'ESPINOY (Ph.), Recherche des Antiquitez et Noblesse de Flandres, Dowaai, 1631: , 173
-
(7369) Stadsarchief Brugge: , Wezerijboek St.-Jacobs, 1485-1520, 95r
-
(7393) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1605, 291v-298v
-
(7497) KERVYN DE LETTENHOVE (J.) (ed.), Chastellain, Oeuvres, 6 dln., Brussel, 1863-1868: , I, 375
-
(7548) Stadsarchief Gent: , 93/C, 63r (gheluwenboek)
-
(7604) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 17620
-
(7634) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 17656
-
(7697) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 31
-
(7706) Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds Rekenkamers: , administratieve dossiers, 237
-
(7725) VAN ROMPAEY (J.),Het grafelijk baljuwsambt in Vlaanderen tijdens de Bourgondische periode, Brussel, 1967 (VKAWLSK, KL, nr. 62): , 453
-
(8059) Desmet (1958), 86