Gautier Poulain
Sociaal
Antecedenten en origine:
* Noordfranse dienstadel of plattelandselite?
* het leen "du Bois" in Seclin zou in de 14de eeuw aan een "noble homme Jean du Bois, dit Poullain" hebben toebehoord, die het verkocht aan Andrieux d'Ablaing (6681)
Familie
Geboren ca. 1393 (163), volgens zijn eigen beweringen uit een familie van adellijke origine, verwant met vele lokale heren (3423); zijn grootvader Jaques Poulain was afkomstig van Auchy-les-Moines-les-Hesdin; zijn vader Jehan vestigde zich in Hénin-Liétard; zijn grootmoeder langs vaderszijde droeg de naam Mahault en zou van adellijke afstamming zijn geweest (3422); de bijnaam "l'Abbé" werd ook al door zijn vader en grootvader gedragen (3422)
Jehan Poulain [zijn vader?], luitenant van de baljuw van Vermandois v1406 (4421)
Huwelijk
In 1423 is hij gehuwd met Jehanne de Lanstais, dochter van voormalig rekenmeester Jehan de Lanstais, en zuster van Jehan, actief in de Rijselse geldhandel (3423); bij zijn huwelijk kreeg hij van de hertog 300 fr voor zijn uitzet en later op het jaar bovendien een gift van 500 fr (3423); in 1432 kreeg hij 6 zilveren kroezen, die 9 marc wogen, voor zijn dochter (3505)
Zijn weduwe Jehane de Lanstais kreeg in 1462 de lening van 100 lb par terug die ze aan de hertog had toegezegd om naar de kroning van de koning te gaan (294); zelf bleef ze zeker nog tot in 1472 in leven (3422)
Nageslacht
Dochters: verschillende onder wie zeker
* Marguerite, die in 1448 huwde met Allart le Preudhomme, waarbij de hertog 500 fr en de stad Rijsel 18 lots wijn schonk (3423)
* Philipote, gehuwd met Jehan le Preud'homme, meier van Anappes (6681)
* hij kocht in 9/1428 een lijfrente op vorstelijke rechten in Veurne, van 54 lb par per jaar op zijn eigen leven - hij was dan 39 jaar oud - en van jonkvrouwe Jehane, dochter van meester Jehan de Lanstais, 21 jaar oud; en nog een van 48 lb per jaar op de levens van zijn vrouw en van zijn dochter Grietkin van twee jaar oud en nog eens 48 lb par op zijn eigen leven en dat van Grietkin (163)
Statuut
- op 2/10/1439 werd zijn adeldom erkend: hij zou verwant zijn met de families de Fiennes, de Thiennes, d'Hénin-Liétard, de Quesnoy, de Sombreth, de Bersée, d'Estaires en de Merville; zijn adel werd geattesteerd door Florimond de Brimeu, ridder, heer van Moisicourt, seneschalk en gouverneur van Brabant, David de Brimeu, heer van Ligny en van Briz, schildknaap en kamerling, Filips van Haveskerke, schildknaap en kapitein van stad en kasselrij Sint-Winoksbergen, Denis de Fiennes, schildknaap en baljuw van Broekburg, Walleran de Fiennes, heer van Saint-Martin, Lotard Fremault de oudere en Jaques du Louvre, schildknaap en baljuw van Duinkerken (1465); in het beste geval kan zijn familie beschouwd worden als dienstadel bij de families de Fiennes en Le Quesnoy (3422)
Hij maakte zich sterk dat hij leefde "noblement et sans soy mesler ne entremectre de marchandise ne autre chose qui deust derroguier", maar werd toch door sommigen als niet-adel beschouwd; opvallend genoeg maakte hij ook na 1439 in akten nooit gebruik van enige adellijke of heerlijke titel (3422) (6204)
Overlijden
Gestorven vóór 1452 (3161)
Gestorven in de tweede helft van 1451 (1694)
Contemporaine vermeldingen
- Jehan Poulain, tresorier-generaal van de hertog van Orléans (7427)
- Jehan Poulain dit maistre Jehan vermeld als "varlet de torche" van de hertog (790); "lavandier" aan het hof van FdG vanaf 6/10/1457 (8033), "lavandier" en hofmeester van de hertog v1468 (954)
- Guido Poulanus, kanunnik met prebende in het Sint-Pieterskapittel te Rijsel v1430, gestorven in 1464 (5587)
- wijlen mr. Guy Poulain, kanunnik van Rijsel, broer van Christine Poulain, weduwe van Jehan le Prestre v1484 (3395)
- Nicolas Poulain, advocaat in de koninklijke "cour du trésor" v1481-88, geraffineerd pleiter (6786)
- Nicolas Poulain, ridder, heer van Groslay en van "Estin", gehuwd met Marie Michon, had een zoon Philippe Poulain, "général des monnaies" en "général des finances" van de Franse koning, eerste helft 16de eeuw; er was ook een J. Poullain [signatuur op akte van PvP] secretaris v1509 (4406)
Carrière
Zijn loopbaan in hertogelijke dienst begon ca. 1407, aan 14- of 15-jarige leeftijd, als klerk van de algemene ontvanger van Vlaanderen en Artesië (1461); in 1413 kreeg hij van de hertog een gift van 100 fr, in 1416 kreeg hij als klerk 20 gr per dag reisvergoedingen (3423); in 1414 wordt vermeld dat hij klerk was van Jan Utenhove, de toenmalige algemeen ontvanger van Vlaanderen, en daarvoor van wijlen Andry de Douay en van Godfried de Wilde [de vorige ontvangers, toch dus eerder een "ambtelijk" dan een persoonlijk klerkschap] (3504); in 1418 kreeg hij een gift van 60 fr monnoye royal voor zijn goede diensten (1175)
Klerk van Jan Utenhove toen die algemeen ontvanger van Vlaanderen was en daarna klerk van de nieuwe algemene ontvanger Berthelmy le Vooght (39) van Vlaanderen en Artesië, nog in 1419 (1173), waar hij vertrouwelijke dienstreizen moest voor uitvoeren (1174)
Ontvanger van het land van Beveren 1419-1422 (7522) (7) (59) (2624), tegen een jaarsalaris van 100 nobels [400 lb par] (3423); op 22/11/1422 werd hij ontlast van dit ontvangerschap, dan aangeduid met de functie van secretaris (3507)
IJker van de kaakharingtonnen in Vlaanderen v1428 (4095)
[Volgens Nelis] secretaris 1425-1430 (3506) [maar dat lijkt niet te kloppen]
Ontvanger van de Vlaamse bede van 60000 helmen in 1427 en van die van 40000 kronen in 1428 (3422)
Ontvanger van de Vlaamse bede van 1429 (3423)
Samen met Colart Lefevre ontvanger van de bede van 150 000 gouden nobels, in 1430 toegekend door de Vier Leden (2796)
Ontvanger van de bede van 150 000 rijders in 1441 (3422)
Algemene ontvanger van Vlaanderen en Artesië, commissiebrief van 4/9/1422 (1462), eerst ad interim en vanaf 25/11 definitief, ter vervanging van de uit zijn functie ontheven Godfried de Wilde, die zijn taken overliet omwille van zijn hoge leeftijd en zijn zwaarlijvigheid (56); de wedden verbonden aan dit ambt bedroegen 300 fr koninklijke munt per jaar; hij resideerde normaal gezien te Brugge en kreeg 2 fr dagvergoedingen bij verplaatsing (3423)
Op 21/7/1432 was Poulain blijkbaar ernstig of langdurig ziek, want de hertog gaf Jan van Scillebeke, ontvanger van Sluis en Jehan Rauleder, klerk van Poulain, commissie om de algemene ontvangerij van Vlaanderen op te volgen tot hij beter was (1460); volgens Boone gaat het volgens de beschrijving van de symptomen om jicht (3422); hoewel de hertog had beweerd dat deze vervanging slechts tijdelijk was, werd daarna [we weten niet precies wanneer] Tassart Brisse, afkomstig uit Sint-Omaars, als nieuwe algemeen ontvanger aangesteld; op 5/6/1435 werd die laatste tot schout van Brugge benoemd; hoewel er geen tweede commissiebrief bewaard bleef, mogen we veronderstellen dat Poulain dus vanaf 5/6/1435 zijn ontvangersambt weer opnam; hij bleef in functie tot 1446 (3422); op 6/8/1446 werd Laurens de Maech in zijn plaats als algemeen ontvanger van Vlaanderen en Artesië aangesteld (1463); op dezelfde dag kreeg Poulain een commissiebrief als rekenmeester in de RK van Rijsel (1464)
Vanaf ten laatste 1441 [vorige rekeningen niet bewaard] genoot hij van een jaarpensioen voor het leven van 100 fr (3423)
Hoofdcarrière
Commissaris voor een zaak in de RVV, geloot in december 1433 (2048)
Raadsheer in de RVV, eerste vermelding bij betaling vanaf Kerst 1440 [maar rekeningen 1433-40 niet bewaard], met de vermelding dat hij geen wedde zou krijgen zolang hij het ambt van algemeen ontvanger bekleedde (1590) [waarom werd hij hier plots als "maistre" aangeduid? daarvoor nooit en daarna begin jaren '40 ook niet]; in zijn plaats bekleedde Jan van Rijsel het ambt van raadsheer en kreeg ook zijn dagwedde, totdat Poulain zijn ontvangersambt zou opgeven (1605); ook in 1443 werd hij nog niet effectief betaald (1623); ook nog in 1444 (1659)
Hij was aanwezig op de zittingen in 1434, eenmaal op 23/2 (2062), 1435 (2069), 1436 (2119), 1439 (2118), 1440, 1441 (2144), 1445 (2181)
Rekenmeester in de RK van Rijsel, commissie 6/8/1446 (1464), het laatst betaald op Kerstdag 1450 (1677); in 1451 nog betaald voor de eerste halfjaarlijkse termijn tot St.-Jan, en daarna vermeld met de randnota "soit sceu le jour de son trespas" (1694)
Taken en dienstereizen:
* als algemene ontvanger verkocht hij in 1430 samen met Anthonis de Baenst, baljuw van de Vier Ambachten, 50 gemeten niet ingedijkte grond aldaar, aan verschillende personen (222)
[zijn specifieke taken als ontvanger werden doorgaans niet opgenomen]
* commissaris van wetsvernieuwingen te Brugge 1428 samen met Guillebert de Lannoy en Clais Utenhove, 1431 samen met Gautier Poulain (4092)
* commissaris van wetsvernieuwingen te Ieper 1429, 1431, 1440, 1444 (6254)
Giften
- in 1424-25 kreeg hij 600 schilden van 40 gr gift van de hertog voor goede diensten en onkosten die niet werden gedekt door zijn normale wedde van algemeen ontvanger van 300 fr (481); hij kreeg als algemeen ontvanger een jaarlijkse gift van 60 à 100 fr (3423); in 1421 kreeg hij 175 schilden en nogmaals 90 fr (3423); af en toe ontving hij giften ter compensatie van reizen waarvoor hij geen vergoedingen had gekregen: zo 400 fr in 1424 en 500 helmen in 1427 (3423); in 1433 kreeg hij 1000 fr omdat hij sinds anderhalf jaar zijn gebruikelijke jaarlijkse gift niet meer had gekregen (3423)
- in 1450 schold de hertog hem het tekort van 25750 lb [?] kwijt, dat in zijn rekeningen als voormalig algemene ontvanger gevonden werd, wegens zijn 43 dienstjaren (1461)
Bezit
Leen- en grondbezit:
* het zou vooral zijn echtgenote zijn geweest die veel grond bezat (3423)
* zijn weduwe Jehanne de Lanstais bezat ca. 1472-79 nog steeds het leen Le Billon in de kasselrij Rijsel; in 1447 bezat ze ook het leen Le Bois te Seclin (6681) [misschien hetzelfde als het leen hieronder vermeld]
* via zijn vrouw: een leen in Seclin gehouden van de Zale van Rijsel, van 4,5 bunders grond, renten in geld en in natura; een leen van 1 bunder in Cysoing; een leen afhangend van het leen van Wavrin, ongeveer 6 bunders groot; het leen van Martinsart te Seclin, 5 bunders groot (3423); het leen Le Bois te Seclin bezat ze al in 1447 (6681)
* in 1444-45 kocht hij van Jan de Condé, poorter van Gent, de heerlijkheden Halle en Ter Gracht, gehouden van het leenhof van Harelbeke, voor 260 lb gr; in 1451-53 liet hij ze over aan zijn erfgenamen, onder wie zijn schoonzoon Alard Preudomme, die Halle via zijn vrouw Margaretha Poulain in bezit kreeg en verpachtte (6310)
Ambtsbezit
- In 1450 werd vermeld dat hij en zijn vrouw Jehanne de Lanstais van de hertog een klein tolrecht in Damme ["le droit du toolneboom du Dam"] als gift hadden gekregen zolang nog één van hen in leven was (221); in 1452-53 kwam dit recht na zijn dood inderdaad nog enkel aan zijn vrouw toe (241)
- inkomsten uit het ijken van tonnen voor kaakharing in Damme, Sluis en elders in Vlaanderen, had hij van de hertog voor het leven gekregen (3422)
Huizenbezit:
* in 1431 schonk de hertog hem, zijn vrouw en kind het levenslange vruchtgebruik van het munthuis te Brugge, op voorwaarde dat ze jaarlijks 600 lb par betaalden voor het onderhoud en de nodige herstellingswerken lieten uitvoeren; wanneer de hertog er munt liet slaan mochten ze er tijdelijk niet resideren (3423)
* in 1435 kocht hij met zijn vrouw het Simon 'sRijkensteen in de Onderstraat en later nog het aanpalende huis (3422), een beschrijving hiervan in (7385)
Krediet:
* op 1/8/1444 gaf de hertog hem een waarborg voor een som van 300 saluts d'or die hij hem geleend heeft, om ze binnen het jaar terug te betalen (1466)
* in 1445 leende hij de hertog 4000 fr (3423); op 31/12/45 kreeg hij een garantie voor 4000 fr (1468)
* op 30/12/1444 idem voor "bepaalde sommen" (1467)
Rentenbezit:
* hij bezat 3 renten op de stad Veurne op levens van hem, zijn vrouw en/of zijn dochter Grietkin (3423)
* op 9/2/1441 kreeg hij van de hertog een erfelijke cijns en rente op een stuk land van de hertog in de heerlijkheid Beveren (7614)
Andere:
* o.a. in 1424-25 werd vermeld dat hij diverse paarden leverde aan de hertog (483)
Cultureel
Wapen :
* persoonlijk wapen van Gautier Poulain afgebeeld in (6310) "d'azur à un cheval de sable, sellé et bridé" (6681)
* "3 poulains effrayés, 2 en chef, 1 en pointe à senestre.S.": un (...).L. : S. Gautier Poulain (7841) (7842)
* "écu au poulain effaryé, penché, timbré dun heaume cimé dune tête de griffon, supporté par deux lions" (7842)
Studies:
* hijzelf werd pas "maistre" genoemd, toen hij in de RK zetelde, dus dat wijst niet op enige studies (1590)
Talenkennis:
* er is een brief van hem overgeleverd in het Diets (7635)
Referenties
-
(7) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4091, 7v
-
(39) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4091, 123v
-
(56) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4092, 2r-3v
-
(59) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4092, 6v
-
(163) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4097, 100r
-
(221) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4101, 10r
-
(222) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4101, 36v
-
(232) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4102, 34v
-
(241) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4103, 13r
-
(294) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4107, 99v
-
(481) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1931, 113v
-
(483) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1931, 124v
-
(790) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 2004, 262v
-
(954) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 2068, 371r
-
(1173) MOLLAT (M.) - FAVREAU (R.), Comptes Généraux de l'Etat Bourguignon entre 1416 et 1420, I (Recueil des historiens de la France publié par l'Académie des Inscriptions et Belles-Lettres. Documents financiers, dl. 5), Parijs, 1965: 1228
-
(1174) MOLLAT (M.) - FAVREAU (R.), Comptes Généraux de l'Etat Bourguignon entre 1416 et 1420, I (Recueil des historiens de la France publié par l'Académie des Inscriptions et Belles-Lettres. Documents financiers, dl. 5), Parijs, 1965: 7654
-
(1175) MOLLAT (M.) - FAVREAU (R.), Comptes Généraux de l'Etat Bourguignon entre 1416 et 1420, I (Recueil des historiens de la France publié par l'Académie des Inscriptions et Belles-Lettres. Documents financiers, dl. 5), Parijs, 1965: 7787
-
(1459) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1604, 35
-
(1460) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1604, 11v
-
(1461) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1606, 260v
-
(1462) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1602, 177v
-
(1463) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1606, 132v
-
(1464) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1606, 125v
-
(1465) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1605, 263 en 1675, 277
-
(1466) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1606, 81
-
(1467) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1606, 89
-
(1468) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1606, 105v
-
(1590) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4098, 73v
-
(1605) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4098, 74v
-
(1623) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4099, 83v
-
(1659) Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds Rekenkamers: 2705, 76v
-
(1677) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4101, 82v
-
(1694) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4102, 71v
-
(2048) Rijksarchief Gent, fonds Raad van Vlaanderen, reeks "Akten en Sententiën": 2352, 56r
-
(2062) Rijksarchief Gent, fonds Raad van Vlaanderen, reeks "Akten en Sententiën": 2352, 110r
-
(2069) Rijksarchief Gent, fonds Raad van Vlaanderen, reeks "Akten en Sententiën": 2353
-
(2118) Rijksarchief Gent, fonds Raad van Vlaanderen, reeks "Akten en Sententiën": 2356
-
(2119) Rijksarchief Gent, fonds Raad van Vlaanderen, reeks "Akten en Sententiën": 2354
-
(2144) Rijksarchief Gent, fonds Raad van Vlaanderen, reeks "Akten en Sententiën": 2358
-
(2181) Rijksarchief Gent, fonds Raad van Vlaanderen, reeks "Akten en Sententiën": 2361
-
(2624) Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds Rekenkamers: 6886
-
(2710) Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds Rekenkamers: 28039
-
(2796) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 6763
-
(3161) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4103, 128v
-
(3395) HAUTCOEUR (E. ) (ed.), Cartulaire de l'Eglise Collégiale de Saint-Pierre de Lille, Rijsel, 2 dln., 1894: , 1039
-
(3422) BOONE (M.), Poulain (Gau(l)tier), in: NBW, 14, 1992, kol. 529-536:
-
(3423) LECLERCQ (F.), Etude du personnel de la chambre des comptes de Lille sous les ducs de Bourgogne, onuitgegeven doctoraatsverhandeling Ecole des Chartes, Parijs, 1958: , 258-264
-
(3504) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1903, 112v-114r
-
(3505) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1942, 192v
-
(3506) Nelis, XLIV
-
(3507) ARA, Rekenkamers, Oorkonden van het Zegelrecht (I: cedules; II: charters): , II 52
-
(3700) Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds Rekenkamers: 28003, 17v
-
(4092) Stadsarchief Brugge: , Register Wetsvernieuwingen 1422-43, 47, 66
-
(4095) Stadsarchief Brugge: , Rodenboek, f°82v
-
(4406) LAPEYRE (A.) & SCHEURER (R.), Les notaires et secrétaires du roi sous les règne de Louis XI, Charles VIII et Louis XI (1461-1515), Parijs, 1978: , 265
-
(4421) DUPONT-FERRIER (G.), Gallia regia ou état des officiers royaux des bailliages et des sénéchaussées de 1328 à 1515, 2 dln., Parijs, 1942-1966: , VI, 130
-
(5355) WARLOP (E.), Rijksarchief te Kortrijk. Inventarissen van archieven van kerkfabrieken, dl. II. St.-Maartenskerk te Kortrijk, Brussel, 1971: , 63
-
(5587) Baix (1947-55), 364
-
(5588) WARICHEZ (J.), Etat bénéficial de la Flandre et du Tournaisis au temps de Philippe le Bon (1455), in: ASHEB, 1909-1912, passim: , 4
-
(6204) BARTIER (J.), Légistes et gens de finances au XVe siècle: les conseillers des ducs de Bourgogne Philippe le Bon et Charles le Téméraire, Brussel, 2 dln., 1952-1955: , 199, 201
-
(6254) Koninklijke Bibliotheek Albertina, Brussel: , FM, Hs. 103, II, passim
-
(6310) VERMEULEN (M.), Het grafelijk leenhof van Harelbeke. Feodaal en rechterlijk (1333-1514), onuitgegeven licentiaatsverhandeling KUL, Leuven, 1985: , 265-266, 439
-
(6680) FOPPENS (J.F.), Histoire du Conseil de Flandre, Brussel, 1869: , 106
-
(6681) LEURIDAN (F.) Statistique féodale du département du Nord, la châtellenie de Lille, Rijsel, 1886-1901, 6 vol. (dl. 1, Introduction, dl. 2, Carembaut, dl. 3, Ferrain , dl. 4, Mélantois, dl. 5, Pévèle, dl. 6, Weppes: , M, 149, 195
-
(6786) DUPONT-FERRIER (G.), Les avocats à la cour du trésor de 1401 à 1515, Parijs, 1936: , 113
-
(7385) BOONE (M.), LALEMAN (M.C.) en LIEVOIS (D.), Van Simon sRijkensteen tot Hof van Ryhove. Van erfachtige lieden tot dienaren van de centrale Bourgondische staat, in: HMGOG, n.r., 44, 1990, pp. 46-85:
-
(7427) Thibault (1995), 155
-
(7522) VERELST (D.), Geschiedenis van volk en land van Beveren (o.l.v. G. Asaert), dl.I, Politieke en institutionele geschiedenis, Beveren, 1984: , 333
-
(7614) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 17628
-
(7625) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 17642
-
(7635) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 17657
-
(7841) De Raadt, III, 156
-
(7842) MOERMANS (K.), De culturele expressies van de raadsheren van de Raad van Vlaanderen (1419-1477), onuitgegeven licentiaatsverhandeling RUG, Gent, 1999:
-
(8033) BRAND (H.), KRUSE (H.) e.a. , o.l.v. PARAVICINI (W.), Databank van de Bourgondische hovelingen, Deutsches Historisches Institut te Parijs: