Jacob van der Tannerijen
Sociaal
(3435), (3439) (6726), (6727), (6728) en (6729) verwerkt in genalogie:we noteren een verwantschap met de families de Lannoy, de Croix, de Durmez, Fremault, d'Estaimbourg, van Kooigem, kortom vooral toonaangevende families uit Waals Vlaanderen
Antecedenten en origine
- de naam is afkomstig van de heerlijkheid "La Tannerie" bij Wattrelos, "que nagaire on souloit nommer le lieu du Prez" [Roubaix] (3434), beschreven in (6730); ze vernederlandsten hem wanneer ze in Vlaanderen en Antwerpen kwamen wonen (3435); leden van deze familie bekleedden in de 14de en 15de eeuw slechts één post in het Rijselse stadsbestuur (4234)
- Joannnes de la Tannerie v1280 (6730)
- Jehan de la Tannerie v1343-44 (6730)
Familie
Geboren omstreeks het midden van de veertiende eeuw, zoon van Jan van der Tannerijen en Johanna de Lassus (3434)
Broers:
* Gerard van der Tannerijen was baljuw van de Zale van Ieper 1398-1407, landbaljuw van Sluis 1409-1411, baljuw van Oudenaarde 1407-1409 (3433) (2683), baljuw van Ieper 1416], van Veurne, 1411-1412 en van de Vier Ambachten 1411 en 1414-1419, overleed in 1438 of 1439 (3435) (2865); pachter van de gevangenis in de Zale te Ieper 1402-1403 (7473) in 1413-14 betaalde hij verheffingsgeld voor een aantal lenen die hij in de kasselrij Veurne gekocht had (7185); had een zoon mr. Jan (7189)
* Pieter van der Tannerijen was aanvankelijk actief te Antwerpen, eerst als klerk van de ontvanger in 1382, dan als onderschout van het Waterland 1383-1385, dan als ontvanger van Antwerpen 1387-1390, daarna als algemeen ontvanger van Vlaanderen 1390-1393, in 1393 benoemd tot rekenmeester in de RK van Rijsel, tegelijk was hij domaniaal ontvanger van Biervliet en van Harelbeke 1394-1400, overleden in 1400, enkele maanden nadat hij benoemd was tot tresorier generaal en gouverneur van financiën, zijn dochter Margareta huwde met Lotard Fremault (3433), algemeen ontvanger van de beden 1394 en 1397 (4456) [nog meer details over carrière bij Leclercq en Volckaert; Leclercq noemt zijn carrière typisch voor latere hogere financiële officieren, ontvanger generaal, dan rekenmeester; ook is hij één van de eersten die twee hoge functies zoals rekenmeester en tresorier generaal combineert]; hij was ook ontvanger van de domeinen van Harelbeke en Biervliet v1393-95 (6318)
* zijn broer Walter werd pastoor van Tourcoing (3435); Jacobus de le Tanerie ["magister et gubernator camere nummorum seu denariorum" van de Bourgondische hertog] vroeg voor zijn broer Walterus de le Tanerie, rector van de parochiekerk van Tourcoing een kanunnikaat "sub expectatione prebende" in de kathedraal van Doornik of het Sint-Walburgakapittel in Veurne (5559)
* nog een broer Joos trad niet in vorstelijke dienst maar werd zelfstandig wisselaar te Antwerpen tijdens de tweede helft van de 14de eeuw; in 1395 was hij schepen van die stad; eerst huwde hij Digna Lichten, een Brugse, daarna de Antwerpse Alijt Meckinc; hij overleed tussen 1445 en 1455; diens oudste zoon uit zijn tweede huwelijk was de rechtsgeleerde Willem van der Tannerijen, neefje dus van Jacob, die rechten studeerde en achtereenvolgens schepen van Antwerpen, raadsheer in de Raad van Brabant, en in de Grote Raad werd (3435), hij overleed in 1500 (3782)
Zusters:
* Marie, gehuwd met Pieter de Cuper en Jehanne, gehuwd met Bernart de Landas (3437);
* Jehanne de la Tannerie, vrouwe van Wambrechies, huwde Robert le Courtraisien, schildknaap, baljuw van Ieper 1421-22 [tweede huwelijk?]; ze stierven samen op 25/4/1422 (6730)
Huwelijk
Gehuwd met Isabelle le Ber [li Bers], overleden in 1399, dochter van Nicolas Clay en Maria Destainbourg (344)
Een tweede maal gehuwd, in februari 1400 (3434) [dus al kort na de dood van zijn eerste echtgenote], met een Katerine vermeld 1420 (9), zij was de dochter van Jan van Coeyeghem (101) volgens Vandewoude heette ze Johanna van Cuinghien, [ook volgens Leuridan (6730)] gestorven 1439, vrouw van la Secure en van de meierij van Kortrijk, dochter van Jan, ridder, heer van Cuinghien en van Maria de Tollenaere; uit dit huwelijk werden 2 dochters geboren; Johanna en Katarina (3434)
Nageslacht
Bij Isabelle had hij zes kinderen: Jacob, Pieter, Maria, Catharina, Margareta en Guyotte (344)
Zijn zoon Pieter werd klerk in Holland, bevoegd voor het afhoren van de rekeningen van officieren in Holland en Zeeland 1432-1437, en als gecommitteerde hiertoe 1437-1439; ook klerk in de RK van Brussel 1431-1438, auditeur aldaar 1438-1439, gestorven in Den Haag aan de pest (7424)
Zijn dochter Marguerite huwde op 26/1/1406 met Lotard Fremault (3127)
Zijn zoon Jacobus de Latennerie, clericus van het bisdom Doornik verwierf, in 1394 - in zijn elfde levensjaa r- een kanunnikaat in het Sint-Pieterskapittel te Rijsel, "non obstante quod defectu etatis dispensatus fuit" v1394 (5561)
Jacobus de le Tannerie vroeg voor zijn zoon Jacobus de le Tanerie, clericus van het bisdom Doornik, een kanunnikaat "sub expectatione prebende" in de kerk van Kamerijk of Sint-Pieters te Rijsel; hij ruilde in 1404 met Nicholao Vernimmen de Gandavo zijn kanunnikaat met prebende in het Sint-Pieterskapittel te Rijsel voor een eeuwige kapelanij in de Sint-Jacobskerk te Gent en één in de parochiekerk van Hamme (5559), "mediante Johanne Fabri, nobilis viri, Johannis ducis Burgundi secretario, procuratore dicti Nicolai", die zelf zijn kanunnikaat met prebende in het Sint-Pieterskapittel te Rijsel opgaf ten voordele van Nicolaus Vernimmen v1407 (5560)
Netwerken
Hij was baljuw geweest van een heerlijkheid toebehorende aan kanselier Jehan Canard (3440)
Overlijden;
Gestorven in 1428 (3434)
Contemporaine vermeldingen
- Jan van der Tannerijen, ontvanger van de grafelijke cijns van Diksmuide, een ontvangerspost van het oud domein, ca. 1429-1443 (4656), baljuw [= ruwaard?] van Diksmuide 1423-1430 (6318) (3433); kamerling van de hertog v1436 (7633)
- Pieter de Tannerie, klerk van de RK van Brussel v1438 (635)
[Deze twee waren zonen van Gerard, broer van Jacob] (6318)
- Katarina de le Tanerie, weduwe van Jan, heer van Croix en Flers v1461 (3963) en du Mez (6730); ze was waarschijnlijk een nichtje van Jehanne [en dus van Jacob?] (6730)
- maistre Guillaume de la Tannerie, raadsheer en rekwestmeester van het hof v1481 (1036)
Carrière
Procureur van de hertog bij de officialiteit van Doornik vanaf 1385 (3433) tot 2/1389 (3434)
Hij was eind 14de eeuw ook actief als private procureur (7909)
Baljuw van de abdij van Sint-Baafs te Gent, voor de kasselrij Rijsel en omgeving, v1392 (3440)
Baljuw "pour le temps à reverend et discret mon tres chier signeur mestre Jehan Canard, vidam de Rains, conseiller du roy nossigneur, canchelier de monsigneur le duc de Bourgongne, de se parrie, justice et signourie que on dist dou Bruek, extant en le ville et chastellenie de Lille" (3440)
Ontvanger van het domein te Rijsel 1388-1395 (3434)
Procureur van de redeninge v1402, 1403 (7473)
Penningmeester onder Filips de Stoute 1395-1396 (1150) (4695) (4494)
Raadsheer in de entourage van FdG als graaf van Charolais v1411 (6848)
Hoofdcarrière
Procureur-generaal van Vlaanderen vanaf 1396 (3433); er was protest van de Vier Leden tegen de creatie van dit ambt in zijn persoon (6849)
Commissaris in enkwesten v1392, 1394 (7909)
Raadsheer RVV, eerst 1389-1402 en dan 1408-1419 (3433), aan een jaarwedde van 300 fr v1418 (1151), tot 9/11/1419 (3434) (1529)
Hij was aanwezig op de zittingen in 1419 (1901)
Eindigde zijn loopbaan in de RK van Rijsel (3433)
Rekenmeester in de RK van Rijsel, commissie in 11/1419 (3434) v1422 (3433)
In 1421 benoemde FdG hem tot raadsheer, welke titel hij tot aan zijn dood bleef dragen (3434)
Taken en dienstreizen
- commissaris van wetsvernieuwingen te Oudenaarde 1413, samen met mr. Anthonis van Wissoc, mr. Roland van Moerkerke; 1418 ["Jaquemart van der Taneryen"], samen met Jan de Boucourt, heer van Eine, raadsheer en kamerling van de graaf van Charolais, en mr. Barthelmy a la Truye (4258)
- commissaris van wetsvernieuwingen te Ieper 1416 (6262)
- commissaris van wetsvernieuwingen te Rijsel in de periode 1420-1425 (7473)
- hij was diplomatiek actief (3751)
- één van de auditeurs "commis et deputez ... a prendre, oyr et recevoir les contreaux, marquiez et obligacions qui se font soubz le seel du dit souverain bailliage" [van Rijsel, Douai en Orchies] v1422 (6107)
- op 4/12/1422 keeg hij een commissie om samen met Simon van Formelis de fraude te onderzoeken die gouverneurs, baljuws, proosten, schouten en andere gerechtsofficieren in hun officies plegen (7387)
Bezit
Leenbezit:
* op 6/6/1403 erfde hij van zijn broer Pieter het leen La Tannerie (3434)
* zijn broers Wouter, Josse en Gerard deden in 1404 afstand van al hun rechten op het leen en het Hof La Tanerie, die Jacob, wegens een schuld van 50 fr en om in het levensonderhoud van hun moeder te voorzien, indertijd van zijn broer Pieter had gekregen (6729)
* op 5/5/1421 liet hij zijn leen en goed La Tanerie in de parochie Watrelos, 11 bunders en 420,5 roeden erfgoed met 20 s rente erop, over aan ridder Jaques de Sars, proost van Bergen in Henegouwen, zodat het weer geïncorporeerd kon worden in het leen waar het van afhing, met name het leen, land, justitie en heerlijkheid van Les Masures (2936)
* in 1396 kocht hij van Olivier de la Vigne, ridder, heer van La Motte, en van diens vrouw Johanna van Atrecht, het leen Maretz bij Croix (3434)
* hij bezat de heerlijkheden van Courtisempire en van Estrevelles (3434)
Leenbezit verwanten
- Gerard van der Tannerijen bezat veel lenen in de kasselrij Veurne: in Steenkerke, Pervijze, Eggewaartskapelle, Avekapelle (7189)
- mr. Jan van der Tanerijen, idem: leenbezit in kasselrij Veurne, hierin opgevolgd door zijn zoon Jan (7203)
- Pieter van der Tannerijen kocht in 1398-99 het leen 't Derde van Speye, behelzende bepaalde rechten op de Leie, in ruil waarvoor de leenhouder het windgat moest bedienen [hiervoor werd een plaatsvervanger aangesteld], gehouden van het leenhof van Harelbeke, van Jan van Caloen; dit leen had een jaaropbrengst van ongeveer 36 lb par; de verkoopprijs bedroeg 100 nobels (6318); hij bezat ook verschillende lenen te Steenkerke en Pervijze, gehouden van de Burg van Veurne v1457, 1466 (7278)
- het leen van 't Derde van Speye kwam na de dood van zijn broer Pieter in 1400-1401 toe aan zijn broer Wouter, een priester; in 1417-1418 schonk deze laatste het weeraan zijn broer Gerard , die echter al stierf in 1418-19, waarna zijn zoon Pieter hem opvolgde in het leenbezit; toen deze in 1439-40 ook overleed, kwam het leen toe aan Jan van der Tannerijen, zijn broer; na diens dood in 1450-51 wordt hij opgevolgd door zijn zoon Pieter, die het in 1470 nog in bezit had (6318)
Huizenbezit:
* waarschijnlijk een huis te Rijsel; toen er in 1418 in Gent een epidemie heerste, verbleef hij daar (3679)
Cultureel
Wapen:
* familiewapen: "coupé au premier de gueules à la fasce d(argent accompagnée de trois étoiles d'or, deux en chef et une en pointe; au second d'argent à quatre chevrons de gueules" (3526)
Hofcultuur / literaire interesse
- hij nam deel aan "la cour amoureuse" aan het hof van de Franse koning (7864) (7863)
Stichtingen:
* aan Jaquetus de la Tannerie,uit het bisdom Doornik, en Ysabelle, zijn echtgenote, werd
toegestaan een draagbaar altaar te bezitten v3/7/1395 (5562)
Andere:
* zijn broer Pieter stichtte een kapel tegenover het beeld van Johannes de Doper in de parochiekerk van Wattrelos [het dorp waarin hun leen La Tannerie lag] (6729); dit gebeurde in 1391: het was een rijke stichting, een kapel of cantuarium voor Johannes de Doper, begiftigd met rijke inkomsten in zijn testament, de patronage over het bijhorend beneficie bleef in handen van de familie (6730)
* zijn neefje Willem schreef zijn boek "hoepende ontwijfelijc dat alle leecke personen die dit boeck leesen selen, te meer geneyght selen wordden huer kinderen ter schoolen te seynden, ende die keyserlycke ende andere gescreven rechten in den universiteyten te doen studeren om alsoe doctoren ende clercken van rechte te mogen worden" (3435)
Referenties
-
(9) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4091, 13r
-
(16) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4091, 41r
-
(61) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4092, 10r
-
(95) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4094, 3v
-
(101) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4094, 9v
-
(102) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4094, 10r
-
(453) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1927, 63v
-
(635) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1963, 125v
-
(1036) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 2124, 172r
-
(1150) MOLLAT (M.) - FAVREAU (R.), Comptes Généraux de l'Etat Bourguignon entre 1416 et 1420, I (Recueil des historiens de la France publié par l'Académie des Inscriptions et Belles-Lettres. Documents financiers, dl. 5), Parijs, 1965: 340
-
(1151) MOLLAT (M.) - FAVREAU (R.), Comptes Généraux de l'Etat Bourguignon entre 1416 et 1420, I (Recueil des historiens de la France publié par l'Académie des Inscriptions et Belles-Lettres. Documents financiers, dl. 5), Parijs, 1965: 9274
-
(1529) MF, p. 507 [omzetten]
-
(1901) Rijksarchief Gent, fonds Raad van Vlaanderen, reeks "Akten en Sententiën": 3423
-
(2863) ARA, Rekenkamers, Oorkonden van het Zegelrecht (I: cedules; II: charters): II, 12
-
(2865) ARA, Rekenkamers, Oorkonden van het Zegelrecht (I: cedules; II: charters): II, 33
-
(2936) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1139
-
(3127) LECLERCQ (F.), Etude du personnel de la chambre des comptes de Lille sous les ducs de Bourgogne, onuitgegeven doctoraatsverhandeling Ecole des Chartes, Parijs, 1958: , 184
-
(3433) VAN ROMPAEY (J.),Het grafelijk baljuwsambt in Vlaanderen tijdens de Bourgondische periode, Brussel, 1967 (VKAWLSK, KL, nr. 62): , 239-240, 624, 645, 649
-
(3434) VANDERMAESEN-VANDEWOUDE (K.), Tannerie, Jacob de la, in: NBW, 9, 1981, kol. 723-725:
-
(3435) STRUBBE (E.I.), Willem van der Tanerijen, in: Willem van der Tanerijen. Boec van der loopender practijken der raidtcameren van Brabant, dl. 1, Brussel, 1952:
-
(3437) VOLCKAERT (S.), De functionarissen bij de Raad van Vlaanderen (1386-1404). Een onderz oek naar de sociale invloeden bij de samenstelling van de Raad, onuitgegeven licentiaatsverhandeling RUG, Gent, 1994: , 96-98
-
(3438) FOPPENS (J.F.), Histoire du Conseil de Flandre, Brussel, 1869: , 101
-
(3439) LECLERCQ (F.), Etude du personnel de la chambre des comptes de Lille sous les ducs de Bourgogne, onuitgegeven doctoraatsverhandeling Ecole des Chartes, Parijs, 1958: , 225-231
-
(3440) HAUTCOEUR (E. ) (ed.), Cartulaire de l'Eglise Collégiale de Saint-Pierre de Lille, Rijsel, 2 dln., 1894: , 836
-
(3526) LEURIDAN (Th.), Croix et ses seigneurs, Roubaix, 1877: , 29
-
(3679) Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds Rekenkamers: 21797, 11v
-
(3751) DE BORCHGRAVE (C.), Diplomaten en diplomatie onder hertog Jan zonder Vrees, onuitgegeven licentiaatsverhandeling RUG, Gent, 1992, band 2: bijlagen: , F1.31
-
(3782) FOBE (A.-M.), De diplomaten van het Boergondische hof (1477-1506), onuitgegeven licentiaatsverhandeling RUG, Gent 1970: , C/111
-
(3963) WARLOP (E.), Inventaris van het Fonds d'Ennetières, Brussel, 1981: , 323
-
(4234) CLAUZEL (D.), Les élites urbaines et le pouvoir municipal: le "cas" de la bonne ville de Lille aux XIVe et XVe siècles, in: RN, 78, 1996, pp. 241-267: , 266
-
(4258) VAN LERBERGHE (L.) & RONSSE (J.) (ed.), Audenaerdsche Mengelingen, 5 dln., Oudenaarde, 1841-1852: , II, 187-189
-
(4456) ZOETE (A.), Organisatie en betekenis van de beden in het graafschap Vlaanderen on der de hertogen Jan Zonder Vrees en Filips de Goede (1405-1467) (VKAWLSK, KL, jg. 56, nr. 149), Brussel, 1994: , 273
-
(4494) GACHARD (L.P.), Rapport à monsieur le ministre de l'intérieur sur les documents concernant l'histoire de Belgique qui existent dans les dépôts littéraires de Dijon et Paris, Brussel, 1843: , I, 178
-
(4656) C[ARTON] (C.) & V[ANDEPUTTE] (F.) (ed.), Chronique et cartulaire de l'abbaye de Hemelsdaele, Brugge, 1858: , 54
-
(4695) VAUGHAN (R.), Philip the Bold. The Formation of the Burgundian State, Londen, 1962:
-
(5559) TITS-DIEUAIDE (M.J.) (ed.), Lettres de Benoît XIII, dl. II: 1395-1422 (Analecta Vaticano-Belgica. Documents relatifs aux anciens diocèses de Cambrai, Liège, Thérouanne et Tournai), Brussel-Rome, 1960: , 148, 150
-
(5560) TITS-DIEUAIDE (M.J.) (ed.), Lettres de Benoît XIII, dl. II: 1395-1422 (Analecta Vaticano-Belgica. Documents relatifs aux anciens diocèses de Cambrai, Liège, Thérouanne et Tournai), Brussel-Rome, 1960: , 203
-
(5561) PAYE-BOURGEOIS (J.) (ed.), Lettres de Benoît XIII (1394-1422),I (1394-1395) Brussel, 1983: , 59
-
(5562) PAYE-BOURGEOIS (J.) (ed.), Lettres de Benoît XIII (1394-1422),I (1394-1395) Brussel, 1983: , 343
-
(6107) Archives Départementales du Nord (Rijsel): , 16G273
-
(6262) Koninklijke Bibliotheek Albertina, Brussel: , FM, Hs. 103, II, passim
-
(6318) VERMEULEN (M.), Het grafelijk leenhof van Harelbeke. Feodaal en rechterlijk (1333-1514), onuitgegeven licentiaatsverhandeling KUL, Leuven, 1985: , 312-314
-
(6726) DHONDT DE WAPENAERT (E.), Quartiers généalogiques des familles flamandes, Brugge, 1871: , 429
-
(6727) GAILLIARD (J.), Bruges et le Franc, ou leur magistrature et leur noblesse avec des données historiques et généalogiques sur chaque famille, 6 dln., Brugge, 1857-1864: , I, 376, 380
-
(6728) FREMAUX (H.), Histoire généalogique de la famille de la Tannerie, in: Bulletin de la Société des Etudes de la Province de Cambrai, 12, 1908, pp. 195-243:
-
(6729) PRUVOST (A.L.), Histoire de Wattrelos, Tourcoing, 1865:
-
(6730) LEURIDAN (F.) Statistique féodale du département du Nord, la châtellenie de Lille, Rijsel, 1886-1901, 6 vol. (dl. 1, Introduction, dl. 2, Carembaut, dl. 3, Ferrain , dl. 4, Mélantois, dl. 5, Pévèle, dl. 6, Weppes: , F, 78, 294, ..., 329, M, 190, W, 164
-
(6849) DE LICHTERVELDE (P.), Jacques de Lichtervelde seigneur de Coolscamp. Bailli de Courtrai 1394-1395, in: Mémoires du Cercle Historique et Archéologique de Courtrai, Kortrijk, 1936: , 54, 188, 193
-
(7185) Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds Rekenkamers: 17579, 5v
-
(7189) Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds Rekenkamers: 17584, 5v
-
(7203) Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds Rekenkamers: 17607, 3r
-
(7278) Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds Rekenkamers: 1085, 257v, 260v, 324v, 329v
-
(7387) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1602, 190r
-
(7424) DAMEN (M.),De staat van dienst. De gewestelijke ambtenaren van Holland en Zeeland in de Bourgondische periode (1425-1482), onuitgegevenproefschrift Leiden, prosopografisch repertorium, 1999:
-
(7473) SOENS (T.), Rentmeesters, tollenaars en de anderen. Een onderzoek naar de beheerders van het grafelijk domen in Vlaanderen (1372-1404), III, bijlagen, onuitgegeven licentiaatsverhandeling RUG, Gent, 1999:
-
(7633) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 17653
-
(7863) MOERMANS (K.), De culturele expressies van de raadsheren van de Raad van Vlaanderen (1419-1477), onuitgegeven licentiaatsverhandeling RUG, Gent, 1999:
-
(7864) BOZZOLO (C.) & LOYAU (H.), La cour amoureuse dite de Charles VI, 2 dln., Parijs, 1983-1992: , III, 239
-
(7909) VERHAEST (H.), De vroegste geschiedenis van het openbaar ministerie bij de Raad van Vlaanderen (1386-1409), onuitgegeven licentiaatsverhandeling RUG, 1981: , 67-71