Jan Camphin
Sociaal
(6329), (6481), (6482), (6483) en archiefgegevens verwerkt in genealogie
Antecedenten en origine
- hij stamde af uit een Brugse hosteliersfamilie (7138)
- Greve vond talrijke vermeldingen voor minstens twee personen die in de 14de-eeuwse bronnen uit Brugge de naam Jan Camfijn, Camfyn, Camphinne of Canfin droegen, zo Jan Camphin schepen 1333, 1334, 1335, 1338, 1351, raadsheer, 1336 (7138)
- Johannes de Camphin, kanunnik van de abdij van Cysoing v1219 (4583)
- Johannes de Camphain, ridder uit de omgeving van Rijsel, v1223 (3286)
- Daniel Canfin, heer van het Hof Ten Walle in Oeselgem gelegen in de Roede van Tielt en gehouden van het Kasteel van Kortrijk, kreeg van de graaf uitzonderlijk de toestemming om zijn bastaardzoon Diederik Canfin in deze heerlijkheid te erven (6329)
- Frans Camphin, baljuw van Harelbeke 1396-1400 (7104)
- eind 14de eeuw was een Jehan de Canfin luitenant van de gouverneur van Rijsel (3286)
- Jehan de Camphin, baljuw van het kapittel van Rijsel v1376, in 1379 tijdelijk afgezet (3286)
- Jan Camphin, schepen van Brugge v1358, onderhandelde met de Hanzeaten, leende de stad 5 lb gr bij de [verplichte?] lening van 1378-1379 (5379)
Familie
Mogelijke vader: Jean de Camphin, heer van Quesnes en Wastines, gehuwd met Phelich de Bersée, v1389 (6483); Jehan Camphin, schildknaap, seigneur des Quesnes, te Marcq, en van Wastine, v1388, gehuwd met Phelich de Bersee (6483)
* zijn vader kwam om tijdens de Gentse oorlog (5379)
Huwelijk
Gehuwd met een zekere Kateline of Catherine (7362) (7363)
Statuut
Netwerken
- waarschijnlijk was hij dezelfde Jan Camphin als de Brugse banneling van 1407, verbannen wegens samenzwering in de context van de verwikkelingen te Brugge tussen 1407- 1411 (1335)
- het is opvallend hoe hij na zijn "verzoening" met de hertog opnieuw baljuw van Gent werd, en dan uiteindelijk zelfs raadsheer; misschien was hij een opgeofferde pion van Jan zonder Vrees geweest, in diens poging een hem meer loyale kliek in Brugge neer te planten, die hij achteraf echter weer moest desavoueren; maar werd hij uiteindelijk voor trouwe dienst beloond door Filips als de nieuwe graaf (7430)
- tijdens de bedevaart van Jacob van Lichtervelde naar Jeruzalem leek het alsof zijn "neveu" Jehan Camphin, burgemeester van Brugge, zijn zaken behartigde i.v.m. de afbetaling van de heerlijkheid Assebroek (6854)
Contemporaine vermeldingen
- Francois Camphin, eertijds baljuw van Harelbeke v1443 (211)
- Jehan Camphin, baljuw van Jacob Scaec van zijn heerlijkheid te Hamme, midden 15de eeuw; hij woonde in de parochie Ruislede (3721)
Carrière
Burgemeester van schepen, van raden, raadslid en hoofdman van zestendelen te Brugge, afgevaardigde op Ledenvergaderingen onder Filips de Stoute (3972)
Raadslid van Brugge 1404; burgemeester van raden 1392, 1397; burgemeester van schepenen 1393, 1401, 1402; hoofdman van het Sint--Janszestendeel 1398, 1400 (7415) schepen 1407, afgezet door de "factie" van Lubrecht de Scutelare en samen met anderen van financiële malversaties beschuldigd; deze "factie" overtuigde de hertog in 4/1407 Camphin en vijf andere machtige Brugse politici te verbannen voor "conspiration"; waarvan de hertog gebruik maakt om de ene serviele en corrupte kliek door de andere te vervangen, de stad tegelijk het voor de ambachten sterk vernederende "Calfvel" te doen slikken en een zevende penning op haar inkomsten te verkrijgen (5379) (7505) (7506); op 17/1/1414 kreeg hij van de hertog te Brugge uiteindelijk gratie [intussen was het in 1407 geïnstalleerde regime door de omwenteling van 1411 alweer afgezet]; hij had vier jaar doorgebracht in vreemde landen, was door de hertog al op 21/6/1411 teruggeroepen naar het graafschap maar mocht het schependom Brugge niet meer binnen; de hertog overwoog het feit dat hij zijn verbanning geduldig had verdragen, hij er veel aan rijkdom door had ingeboet en dat verschillende van zijn magen en vrienden hem goede diensten hadden geboden als dienaars en anderszins, zeker ten tijde van de burgeroorlog toen de familie Camphin Lodewijk van Male had gesteund en Jans vader en anderen waren gedood en hun goederen hadden verloren; vanaf 1414 mocht Camphin ten slotte ook Brugge opnieuw binnen en kreeg toegang tot alle ambten (5379)
Baljuw van Kortrijk 1403-1404 (7104)
Baljuw van Gent 25/11/1419-1421 (7104)
Raadsheer in de entourage van FdG als graaf van Charolais v1416 (6854)
Hoofdcarrière
Raadsheer in de RVV, eerst vermeld bij betaling Sint-Jan en Kerst 1423, gewone jaarwedde van 300 fr (1554)
Hij was aanwezig op de zittingen in 1420 (1921), 1421 (1939), 1422 (1945), 1423 (1952), 1425 (1959), 1426 (1965)
Rekeningen van de ontvanger van exploten, vermeld in 1423 als raadsheer (3644)
Taken en dienstreizen
- afgevaardigde van de hertog bij de overname van het graafschap Namen op de plechtigheid van 8/6/1421 voor de graaf van Namen, zijn voornaamste vazallen en de Drie Staten van het graafschap; hierna kreeg hij ook nog een gift van de hertog van 200 fr (3400)
- commissaris van wetsvernieuwingen te Ieper 1423 (6265)
- op 10/11/1420 kreeg hij samen met Hendrik Goedhals, deken van Luik en met Jehan de La Kethulle, procuratie om van de graaf van Namen zijn graafschap en al zijn gronden in Vlaanderen en Artesië op te kopen (1336) [dit als baljuw van Gent]
Bezit
Leenbezit verwanten:
* Jehan Camphin, schildknaap, seigneur van Les Quesnes, te Marcq, en van Wastine, v1388 (6483) [zijn mogelijke vader]
* de achterlenen 2 tot 6 in Kanegem, gehouden van het Heerscip ten Hamme te Kanegem, gelegen in de Roede van Tielt, worden in 1470 gehouden door 5 leenmannen: de zoon van Jan Canphin doude, Jan "de jonghe", Cornelis de Reepre, Jan Danneels en Jan Canphin dOude (6329)
* Jan Camphin de jonge hield in 1470 een achterleen van de heerlijkheid Te Vlienderghem, gelegen in de Roede van Tielt (6329)
* Jan Camphin doude hield in 1457 en 1470 een achterleen te Ruiselede van de heerlijkheid Axpoele; daarna kwam het in handen van zijn zoon Jan Camphin de jonge (6329)
* Jan Camphin de jonge en de oude: leenbezit gehouden van de Oudburg van Gent v1473 (7348)
Huizenbezit:
* samen met zijn vrouw Catherine kreeg hij op 9/1/1397 het levenslange vruchtgebruik van het hotel Beaupré bij Brugge als gift van Walleran, graaf van Ligny en Saint-Pol, heer van Fiennes en burggraaf van Rijsel; deze had daarvoor de toestemming van de hertog gekregen op 20/12/1396; het naakte eigendomsrecht schonk Walleran aan zijn dochter Jehanne de Saint-Pol, echtgenote van Antoon van Bourgondië (1334)
Cultureel
Wapen:
* "Sceau rond, de 24mm - Archives communales de Lille: Ecu à la bande accompagnée de ..., écartelé d'un plain au chief d'hermines, penché, timbré d'un heaume cimé de cornes, sur champ festonné - Sigillum Jan de Camphins" (1263) (7765) (7764)
* "dazur, à la croix dargent" (7766) (7764)
Stichtingen:
* op 12/2/1398 schonk hij samen met zijn vrouw Kateline 12 lb 3 s par erfrente aan het Brugse Sint-Juliaanshospitaal, bezet op diverse huizen en percelen in de stad (7362) (7363) (7764)
* "nobilis vir Johannes Camphin, civis Brugensis", werd toegestaan een draagbaar altaar te bezitten; aan diezelfde "nobilis vir JC de Brugis domicello" en "nobilis mulier Catherina", zijn echtgenote, werd de "absolutio plenaria in articulo mortis" gegeven v1407 (5774) (7764)
* gift van Jan Camphin en zijn echtgenote Kateline: een schenking van een bed, met kussen, laken en toebehorenden waarvoor ze een erfelijke rente van twee schellingen parisis bezet hadden op twee lijnen land in de parochie van Gistel aan het godshuis van Sint-Juliaan te Brugg; dat bed diende geplaatst te worden tussen het bed [eveneens geschonken] van heer Jan Bonin aan de ene zijde en van heer Everaerd Ghoedericx aan de andere kant; op het hoofdstuk van het bed moet de naam "Camphin" gegraveerd worden ter nagedachtenis van de schenker; redenen voor de stichting : godsvrucht, "altruïstische" bekommernis "omme gode ende in puere aelmoessene", en voor het zieleheil van jonkcvrouw Liesbet, moeder van Jan Champhin (7764)
Referenties
-
(91) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4093, 103v
-
(211) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4099, 29r
-
(1263) DEMAY (G.) , Inventaire des sceaux de la Flandre, 12 dln., Paris, 1873: , n°4871
-
(1334) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1598, 57v
-
(1335) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1600, 43v
-
(1336) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1602, 147v
-
(1554) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4093, 50r
-
(1921) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 2343
-
(1939) Rijksarchief Gent, fonds Raad van Vlaanderen, reeks "Akten en Sententiën": 2344
-
(1945) Rijksarchief Gent, fonds Raad van Vlaanderen, reeks "Akten en Sententiën": 2344
-
(1952) Rijksarchief Gent, fonds Raad van Vlaanderen, reeks "Akten en Sententiën": 2345
-
(1959) Rijksarchief Gent, fonds Raad van Vlaanderen, reeks "Akten en Sententiën": 2346
-
(1965) Rijksarchief Gent, fonds Raad van Vlaanderen, reeks "Akten en Sententiën": 2346
-
(2594) Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds Rekenkamers: 13813
-
(2595) Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds Rekenkamers: 14111
-
(3286) HAUTCOEUR (E. ) (ed.), Cartulaire de l'Eglise Collégiale de Saint-Pierre de Lille, Rijsel, 2 dln., 1894: , 191, 782, 784, 793
-
(3644) Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds Rekenkamers: 21800
-
(3721) Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds Rekenkamers: 21828, 11r
-
(3972) PREVENIER (W.) (ed.), Handelingen van de leden en van de Staten van Vlaanderen, 1384-1405 : excerpten uit de rekeningen der steden, kasselrijen en vorstelijke ambtenaren, Brussel, 1959: 11, ..., passim, 213
-
(4583) DE COUSSEMAKER (I.) (ed.), Cartulaire de l'abbaye de Cysoing et de ses dépendances, Rijsel, 1886: , 110
-
(5379) GILLIODTS-VAN SEVEREN (L.), Inventaire des Archives de la Ville de Bruges: section première: inventaire des chartes. Première série: treizième au seizième siècle, 6 dln.+ tables, Brugge, 1871-1876: , II, 36, 351, IV, 316-317, 467
-
(5773) DE COUSSEMAKER (I.) (ed.), Cartulaire de l'abbaye de Cysoing et de ses dépendances, Rijsel, 1886: , 110
-
(5774) TITS-DIEUAIDE (M.J.) (ed.), Lettres de Benoît XIII, dl. II: 1395-1422 (Analecta Vaticano-Belgica. Documents relatifs aux anciens diocèses de Cambrai, Liège, Thérouanne et Tournai), Brussel-Rome, 1960: , 200
-
(6265) Koninklijke Bibliotheek Albertina, Brussel: , FM, Hs. 103, II, passim
-
(6329) GESQUIERE (G.), De Roede van Tielt, Kasselrij Kortrijk (XIVde eeuw - 1502): heerlijkheden en lenen gehouden van het kasteel van Kortrijk en het leenhof van Tielt, onuitgegeven licentiaatsverhandeling KUL, Leuven, 1982: , 365, 451, 454, 466
-
(6481) DE L'ESPINOY (Ph.), Recherche des Antiquitez et Noblesse de Flandres, Dowaai, 1631: , 142
-
(6482) VERMEULEN (M.), Het grafelijk leenhof van Harelbeke. Feodaal en rechterlijk (1333-1514), onuitgegeven licentiaatsverhandeling KUL, Leuven, 1985: , 265
-
(6483) LEURIDAN (F.) Statistique féodale du département du Nord, la châtellenie de Lille, Rijsel, 1886-1901, 6 vol. (dl. 1, Introduction, dl. 2, Carembaut, dl. 3, Ferrain , dl. 4, Mélantois, dl. 5, Pévèle, dl. 6, Weppes: , F, 205, M, 40
-
(6854) DE LICHTERVELDE (P.), Jacques de Lichtervelde seigneur de Coolscamp. Bailli de Courtrai 1394-1395, in: Mémoires du Cercle Historique et Archéologique de Courtrai, Kortrijk, 1936: , 262
-
(7104) VAN ROMPAEY (J.),Het grafelijk baljuwsambt in Vlaanderen tijdens de Bourgondische periode, Brussel, 1967 (VKAWLSK, KL, nr. 62): , 626, 631, 327
-
(7138) GREVE (A.), Hansen, Hosteliers und Herbergen. Studien zum Aufenthalt hansischer Kaufleute in Brügge im 14. und 15. Jahrhundert, 2 dln., onuitgegeven doctoraatsverhandeling RUG, Gent, 1998: , W52
-
(7348) Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds Rekenkamers: 1090, 58v
-
(7362) OCMW-archief Brugge: , St.-Juliaans, Cartularium A, 91r/v
-
(7363) OCMW-archief Brugge: , St.-Juliaans, charter 175
-
(7415) Stadsarchief Brugge: , magistraatslijst
-
(7430) FRIS (V.), Het Brugsche Calfvel van 1407-1411, Antwerpen, 1911: , 19, passim
-
(7505) LAMBIN (J.-J.) (ed.), Olivier van Dixmude: Merkwaerdige Gebeurtenissen, vooral in Vlaenderen en Brabant en ook in de aangrenzende landstreken, van 1377 tot 1443, Ieper, 1835: , 34-37
-
(7506) LAMBIN (J.-J.) (ed.), Dits de cronike ende genealogie van den prinsen ende graven van den foreeste van Buc, dat heet Vlaenderlant, van 863 tot 1436, gevolgd naar het oorspronkelijk handschrift van Jan van Dixmude, Ieper, 1839: , 291
-
(7764) MOERMANS (K.), De culturele expressies van de raadsheren van de Raad van Vlaanderen (1419-1477), onuitgegeven licentiaatsverhandeling RUG, Gent, 1999:
-
(7765) De Raadt, II, 175
-
(7766) VAN DYCKE (F.), Recueil héraldique avec des notices généalogiques et historiques sur un grand nombre de familles nobles et patriciennes de la ville et du franconat de Bruges, Brugge, 1851: , 95