Jehan de Mortaigne dit de Potelles
Sociaal
(6628) t.e.m. (6634) verwerkt in genealogie
Antecedenten en origine
- dit was een oude adellijke familie
- verschillende van haar leden waren kanunnik in het OLV-kapittel van Doornik in de 12de en 13de eeuw (7995)
- Arnulphus, heer van Mortaigne, burggraaf van Doornik v1255 (6632)
- Jehan de Mortagne, heer van Landas en "beer van Vlaanderen" v1297 (4386)
- Monsegneur Willaume de Mortaigne voerde in 1299 een enkwest uit voor de graaf van Vlaanderen (4386)
- Henri de Mortagne, heer van Spiere [d'Espierres], ridder, heer van Linselles, Blaton etc., eind 14de eeuw, o.a. ruwaard van Ieper, baljuw van Aire sur la Lys en kapitein van Brugge en het Vrije, raadsheer van de RVV vanaf 1386, gehuwd met Cathérine Parolle, had een zoon Alard, kanunnik van het Sint-Salvatorskapittel te Harelbeke (3545) (3990) (4291) [dit was de andere tak]
Familie
Moeder: Isabeau Notax, vrouwe van Destelbergen, dochter van Dirk Notax en Elisabeth van Massemen, zuster van Filips van Massemen, ridder, heer van Eke en Wessselgem, kinderloos gestorven in 1391; door zijn dood werd vrouwe Isabeau ook vrouwe van Eke en Hundelgem (6427) (7533)
Vader: Jehan de Mortagne, ridder, heer van Ronieres [?] en Potelles die stierf op 16/9/1401 (6427) (7533)
Broer [?]: Gillis zou volgens du Chastel in 1433 zijn terechtgesteld wegens zijn aandeel in een complot tegen Filips de Goede in 1433, waar hij de zijde van Jacoba van Beieren had gekozen (6633)
Huwelijk
Gehuwd met Gertrude Sloefs [de Loof], dochter van N. en een Sersanders (6633) (7533)
Nageslacht
Zoons:
* mr. Jehan de Mortaigne dit de Potelles, heer van Eke, raadsheer in stad en kasselrij Rijsel, aan een wedde van 50 fr v1465 (320); mr. Jehan de Mortagne, gehuwd met Margaretha van Zaamslacht, v1459 (4655) (6427); Margaretha van Zaamslacht was de dochter van Florens, heer van Zaamslacht (6633), mr. Jehan de Mortagne, poorter van Rijsel, raadsheer van de Gouvernance van Rijsel v1496, gehuwd met Isabel de La Bouverie (6634) (6634) [was dit al een kleinkind?]
* Antoine de Mortagne, heer van Potelles, schildknaap v1442 (6629)
Natuurlijke dochter: in 7/1462, na zijn dood, werd zijn natuurlijke dochter Jehanne, verwekt bij Peronne Lambert, gelegitimeerd tegen de som van 624 gr (1451) (5892); Jehanne de Mortagne dite de Potelles, kanunnikes in Maubeuge, gestorven als abdis in 1528 (7995)
Netwerken
- toen hij in 1433 nog achterstallige wedden moest ontvangen als raadsheer, vroeg hij Lotard Fremault in zijn voordeel bij de RK tussen te komen (7627)
Overlijden
Gestorven tussen 1434 en 1442, toen zijn zoon Jehan verheffing betaalde voor een leen gehouden van de Oudburg van Gent (6635), dus: gestorven tussen 1438 [laatste vermelding in de RVV] en 6/1442
Volgens du Chastel stierf hij echter op 20/5/1449 [het werk van du Chastel is hier echter nogal verwarrend] (6633)
Gestorven op 20/05/1439 [de werkelijke tekst van het grafschrift] (7829) (7830)
Contemporaine vermeldingen
- Rugger van Mortaingen pachtte tussen 1434 en 1439 31 accijnsen te Kortrijk (5924)
- Jor. [Jonkheer?] Jan van Potelles, heer van Eke, burgemeester van Oudenaarde 1464 (4267)
- de bezittingen van mr. Reynault van Potteles werden in 1452 door Gent geconfisqueerd, voor een klein aantal goederen (4367)
- Antoon de Mortaigne, heer van Potelles, gehuwd met Willemina van Dadizele, jongste dochter van ridder Jan van Dadizele en Catharina Breydel, v1502 (6364)
Carrière
Kastelein van Rupelmonde v1422 [?] (6427), vanaf 1422 volgens (6630)
Jean Potelles, ridder [=?], burchtvoogd van Rupelmonde 1422-1431 (4188)
Hoofdcarrière
Raadsheer in de RVV, eerst vermeld in de rekeningen van 1432 [maar rekeningen 1428-1431 ontbreken], daarna niet meer vermeld in rekeningen [maar volgende dateert van 1440]
Hij was aanwezig op de zittingen in 1427 ["Potelles"] (1978), 1430 (2018), 1431 (2021), 1432 (2032), 1433 (2049), 1434 (2050), 1435 (2072), 1436 (2075), 1437 (2088), 1438 (2107)
Taken en dienstreizen
- commissaris bij het opmaken van de haardtelling van de kasselrijen Rijsel, Douai en Orchies in 1449, voor de verdeling van de beden (2792)
- commissaris van wetsvernieuwingen te Oudenaarde 1435, samen met Thierry Palenc en mr. Joos van Steelant (4267)
Bezit
Leenbezit:
* heer van Eke en Hundelgem v1432 (1569)
* in de heerlijkheid Eke bezat hij de hoge justitie, een baljuw, een prater en 20 leenmannen (7304), het geheel omvatte ongeveer 22 bunder; hij had er ook rechten op 7 schepenen, tol, voud, boetes tot 3 lb par, bastaardgoed, stragiersgoed, doorgaande waarheden, het recht om mensen voor 50 jaar uit de heerlijkheid te verbannen; renten van 5 kapoenen, 2 hoentjes, 8 halsters haver etc.; een banmolen; dat alles met een jaaropbrengst van 408 lb 2 s 6 d par (7343)
* hoge, middele en lage justitie in zijn heerlijkheid Wondelgem, v1423 (4630)
* zijn vrouw bezat grond in Stekene (4655)
* in 1435 hield hij van de Burg van Brugge de helft van het schoutsambt en het ammanschap van IJzendijke-ambacht in leen, met alle rechten, waaronder manen, vangen en het uitbaten van een steen (7575)
* in 1437-42 betaalde hij verheffingsgeld voor een leen gehouden van de Oudburg van Gent dat hij geërfd had van zijn vader Jehan de Potelles [plaats en omvang niet vermeld in deze rekeningen] (6635)
Leenbezit verwanten
- in 1435 hield Jan van Potteles, heer van Eke, als kerkelijk voogd van zijn vrouw Margriete van Zaamslacht een leen van 10 gemeten genaamd De Berchmeersch, onder het ressort van de vierschaar van Kemseke (6421) [zijn zoon]
- in 1469 bezat zijn zoon een leen van 42 bunder in Berlare, met verschillende achterlenen, rond zijn "hostel" [de precieze beschrijving was verloren gegaan in de "guerre qui fut en Flandres"] (7304)
- Jehan de Mortaigne hield in 1475 10 lenen in het Rijselse, met een gezamenlijke jaaropbrengst van 519 lb par (5978)
- Jehan van Potelles, heer van Eke [zijn zoon], hield in 1473 een achterleen van Jehan de Melun, burggraaf van Gent, van 11 kwartieren in de parochie Eke en een rente van 7 s 5 d par, een baljuw, een tol, bastaardgoed en stragiersgoed en boeten tot 63 lb par, met een jaaropbrengst van 30 lb par; hij hield ook de heerlijkheid Eke [ut supra] (7343)
- Antoon van Mortaigne, heer van Potelles, hield in 1502 het achterleen Te Caverinis van Te Nieuwenhove in Rozebeke, gelegen in de Roede van Menen (6364)
- Jehan de Mortagne, raadsheer in de Gouvernance van Rijsel, bezat in 1496 het leen Loquignye te Wambrechies (6634)
Cultureel
Wapen:
* "in goud een kruis van keel", afgebeeld in (6364)
* "sceau rond, de 30mm - Archives communales de Lille: Ecu à la croix, penché, timbré d'un heaume couronné: Seel... de Mortagne dit de Potelles" (1264)
Begraafplaats
- grafsteen van Jan van Mortaigne, dit de Potelles, ridder, heer van Eke en Hundelgem en zijn echtgenote Gheertruyt Sloofs in de Predikherenkerk te Gent; het grafmonument lag naast het hoogaltaar; het was een hoge tombe waar 2 figuren op gebeeldhouwd waren, een man, met harnas en wapenrok en een vrouw, met kleed en mantel; op de voet was het opschrift gegraveerd; Jan van Mortaigne is gestorven op 20/5/1439, zijn echtgenote is gestorven op 8/3/1445; een vermelding van politieke functies (7829) (7830)
- op een schilderij, aan de muur opgehangen, stonden wapens en kwartieren van de families Mortaigne, Sloefs [De Loef], Sersanders en een niet geïdentificeerd wapen; daaronder hing een opschrift van dezelfde Jan van Mortaigne, heer van Eke en van Hundelgem gestorven in 1439 en zijn echtgenote Gheertruyt Sloofs, gestorven in 1445 [het is niet duidelijk of dit opschrift ook op het schilderij stond of als dit gegraveerd was in de muur of in de vloer]; zij hadden voor hun erfgenamen en nakomelingen een vrije grafplaats, jaargetijden, missen en andere fundaties gesticht; op een ander schilderij stonden de wapens van Mortaigne, Dadizele, van der Motte en Quickelberge (7830) (7829)
Referenties
-
(320) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4110, 83v
-
(1264) DEMAY (G.) , Inventaire des sceaux de la Flandre, 12 dln., Paris, 1873: , 4875
-
(1451) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1608, 264
-
(1569) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4097, 86r
-
(1570) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4097, 86r
-
(1978) Rijksarchief Gent, fonds Raad van Vlaanderen, reeks "Akten en Sententiën": 2346
-
(2018) Rijksarchief Gent, fonds Raad van Vlaanderen, reeks "Akten en Sententiën": 2349
-
(2021) Rijksarchief Gent, fonds Raad van Vlaanderen, reeks "Akten en Sententiën": 2349
-
(2032) Rijksarchief Gent, fonds Raad van Vlaanderen, reeks "Akten en Sententiën": 2350
-
(2049) Rijksarchief Gent, fonds Raad van Vlaanderen, reeks "Akten en Sententiën": 2351
-
(2050) Rijksarchief Gent, fonds Raad van Vlaanderen, reeks "Akten en Sententiën": 2352
-
(2072) Rijksarchief Gent, fonds Raad van Vlaanderen, reeks "Akten en Sententiën": 2353
-
(2075) Rijksarchief Gent, fonds Raad van Vlaanderen, reeks "Akten en Sententiën": 2354
-
(2088) Rijksarchief Gent, fonds Raad van Vlaanderen, reeks "Akten en Sententiën": 2354
-
(2107) Rijksarchief Gent, fonds Raad van Vlaanderen, reeks "Akten en Sententiën": 2355
-
(2792) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 3760
-
(3545) VOLCKAERT (S.), De functionarissen bij de Raad van Vlaanderen (1386-1404). Een onderz oek naar de sociale invloeden bij de samenstelling van de Raad, onuitgegeven licentiaatsverhandeling RUG, Gent, 1994: , 81-83
-
(3990) PREVENIER (W.) (ed.), Handelingen van de leden en van de Staten van Vlaanderen, 1384-1405 : excerpten uit de rekeningen der steden, kasselrijen en vorstelijke ambtenaren, Brussel, 1959: 427
-
(4188) DE SCHOUTHEETE DE TERVARENT (A.), Les anciennes magistratures du pays de Waes et leurs titulaires, in: Annales du Cercle archéologique du pays de Waes, 3, 1866-1867, pp. 25-292: , 28
-
(4267) VAN LERBERGHE (L.) & RONSSE (J.) (ed.), Audenaerdsche Mengelingen, 5 dln., Oudenaarde, 1841-1852: , II, 195, 205
-
(4291) DIEGERICK (I.L.A.), Inventaire analytique et chronologique des chartes et documents appartenant aux Archives de la Ville d'Ypres, 7 dln., Bruges, 1853-1868: , III, 27
-
(4367) FRIS (V.) (ed.), Bewijsstukken betreffende den opstand van Gent tegen Philips den Goede 1451-1454, in: BMGOG, 5, 1914, pp. 1-123 (in overdruk): , 93
-
(4386) NOWE (H.), Les baillis comtaux de Flandre des origines à la fin du XIVe siècle, Brussel, 1928: , 84, 438
-
(4630) VAN LOKEREN (A.) (ed.), Chartes et documents de l'abbaye de Saint-Pierre, Gent, 1868-1871: , 188
-
(4655) COPPIETERS-STOCHOVE (E.), Cartulaire de l'abbaye d'Elseghem, s.l., 1907: , 46, 49
-
(5892) CARLIER (M.), Onwettige kinderen in de Bourgondische Nederlanden. Determinanten van hun plaats binnen de familie en binnen de maatschappij, onuitgegeven doctoraatsverhandeling RUG, Gent, 1998: , bijlage 2
-
(5924) PAUWELYN (C.), De gegoede burgerij van Kortrijk in de 15e eeuw (1433-1496), in: Standen en Landen, 54, 1971, pp. 155-213: , 209
-
(5978) COOLS (C.H.), Met raad en daad? Een doorkijk op een landelijke elite. Aristocratie in de Rijselse Kasselrij naar het einde van de vijftiende eeuw toe, ontuigegeven licentiaatsverhandeling RUG, Gent, 1992: , 212
-
(6364) MASSCHELEIN (L.), Heerlijkheid en leen in de Roede van Menen (Kasselrij Kortrijk, XIIde - begin XIVde eeuw), 3 dln., onuitgegeven licentiaatsverhandeling KUL, Leuven, 1982: , 443, 498
-
(6421) DE SCHOUTHEETE DE TERVARENT (A.), Livre des feudataires des comtes de Flandre au Pays de Waes aux XIVe, XVe et XVIe siècles (Publications extraordinaires du Cercle Archéologique du Pays de Waes, 9), Sint-Niklaas, 1872: , 162
-
(6427) DE LIMBURG-STIRUM (Th.) (ed.), Chanoine de Joigny. Manuscrit relatif aux seigneuries de Flandre, in: HOGKO, 7, 1926, pp. 305-384; 8, 1927, pp. 31-96, 165-180, 245-264, 265-30: , 329
-
(6628) LE CARPENTIER (J.), Histoire généalogique des Païs Bas, ou histoire de Cambray et du Cambrésis, Leiden, 1664: , 813-815
-
(6629) DE L'ESPINOY (Ph.), Recherche des Antiquitez et Noblesse de Flandres, Dowaai, 1631: , 236, 253
-
(6630) DE LIMBURG-STIRUM (Th.) (ed.), Chanoine de Joigny. Manuscrit relatif aux seigneuries de Flandre, in: HOGKO, 7, 1926, pp. 305-384; 8, 1927, pp. 31-96, 165-180, 245-264, 265-30: , I, 321, 328, 329, 334, II, 34, 69, 178
-
(6631) GAILLIARD (J.), Bruges et le Franc, ou leur magistrature et leur noblesse avec des données historiques et généalogiques sur chaque famille, 6 dln., Brugge, 1857-1864: , I, 9, III, 167, IV, 251
-
(6632) D'HERBOMEZ (A.) (ed.), Chartes de l'abbaye de Saint-Martin de Tournai, dl. II, Brussel, 1901: , 117
-
(6633) DU CHASTEL DE LA HOWARDERIES NEUVIREUIL (P.A.), Notices généalogiques tournaisiennes, 3 dln., Doornik, 1881-1887: , 17-21
-
(6634) LEURIDAN (F.) Statistique féodale du département du Nord, la châtellenie de Lille, Rijsel, 1886-1901, 6 vol. (dl. 1, Introduction, dl. 2, Carembaut, dl. 3, Ferrain , dl. 4, Mélantois, dl. 5, Pévèle, dl. 6, Weppes: , F, 321, P, 20, 182
-
(6635) Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds Rekenkamers: 17765, 3r
-
(7304) Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds Rekenkamers: 1101, 12v
-
(7343) Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds Rekenkamers: 1090, 40r, 141v
-
(7533) DE POTTER (F.), Gent van den oudsten tijd tot heden, 8 dln., Gent, 1883-1901: & Broeckaert, I, II, 12
-
(7575) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 3996, 30r-31r
-
(7627) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 17642
-
(7829) MOERMANS (K.), De culturele expressies van de raadsheren van de Raad van Vlaanderen (1419-1477), onuitgegeven licentiaatsverhandeling RUG, Gent, 1999:
-
(7830) Graf- en gedenkschriften, III, 31,-32
-
(7831) VAN HOOREBEKE (A.L.), Recueil des épitaphes tant anciennes que modernes des églises, couvents, monastères, cloîtres, hôpitaux et cimitières de la ville de Gand, 6 dln., Gent, 1849: , II, 35
-
(7995) DOUXCHAMPS (J.), Chanoinesses et chanoines nobles dans les Pays-Bas et la Principauté de Liège, Wépion, 1991: , 132