Jehan Malet

Sociaal

⁽³¹⁵⁶⁾, ⁽³¹⁵⁷⁾, ⁽³¹⁵⁹⁾, ⁽⁵⁹⁷³⁾, ⁽⁵⁹⁷⁴⁾, ⁽⁶⁶⁰⁴⁾, ⁽⁶⁶⁰⁵⁾, en ⁽⁶⁶⁰⁶⁾ verwerkt in genealogie

Antecedenten en origine

[traditionele visie]: afstammeling uit een oude en belangrijke familie; één van zijn voorvaderen vocht met het leger van graaf Ferrand van Vlaanderen mee in de slag van Bouvines; Jehan was de kleinzoon van Robert Malet, ridder, seigneur des Prés et de Coupigny en de zoon van Jaques, seigneur des Prés, die aan de oorsprong lag van deze jongere tak van de familie, gekend als die van "de Berlettes" ⁽³¹⁵⁶⁾ [was hij dan ook seigneur des Prets ofwel Petit-Coupigny?] [volgens Paravicini klopt deze versie van De La Grange niet, hij geeft wel geen alternatief op; een probleem is dat alle daaropvolgende literatuur deze versie heeft overgenomen of nieuwe elementen met deze foute informatie heeft gecorrumpeerd]
hij stamde dus niet af van de adellijke familie Malet de Coupigny, zoals wel ten onrechte werd beweerd ⁽⁶⁶⁰⁸⁾, met name door Leuridan ⁽⁶⁶⁰⁷⁾ [cfr. ook Paravicini, Guy de Brimeu, 442 Anm. 165d]; misschien ging het om een zijtak van de familie die deze heerlijkheid wel bezat, later dan weer aangekocht door Jehan Malet, wanneer die laatste voldoende kapitaalkrachtig was geworden; misschien kwamen ze inderdaad voort uit verarmde Artesische landadel ⁽⁵⁹⁷⁴⁾; er was een andere Jehan Malet, heer van Coupigny, die in 1420 met Antoinette de Brimeu huwde, een tante van Guy de Brimeu ⁽⁶⁶⁰⁸⁾
Walter Malet, ridder, v1247 ⁽⁴⁶⁷⁷⁾

Familie: cfr. ook Thomas Malet Geboren ca. 1390, 58 jaar in 1449 ⁽²⁹⁵⁰⁾ ⁽³¹⁵⁶⁾

Huwelijk

Hij was gehuwd met Marguerite de Cande ⁽⁵⁹⁷⁴⁾ ⁽⁷⁹⁹⁷⁾ Ook een zekere Jehanne Dubus werd als zijn echtgenote vermeld ⁽³¹⁵⁶⁾ [twee huwelijken?] Hij huwde op 16/7/1419, waarbij hij een gift van 100 fr van de hertog kreeg en 16 "lots" wijn van de stad Rijsel ⁽³¹⁵⁶⁾

Nageslacht

vader van vele kinderen: * Thomas [zie zijn fiche] * Jehan dit le Moine, niet getrouwd * Baudechon, die in 1457 onthoofd werd omdat hij samen met één van zijn broers een vrouw had verkracht in Rijsel * deze broer die in 1459 onthoofd werd nadat hij probeerde te ontsnappen uit het kasteel van Rupelmonde, waar hij gevangen gehouden werd voor zijn misdaden; = ? Druet Malet, zoon van mr. Jehan Malet en broer van Bertoulet en Baudechon, verscheen in 1457 voor de RK voor slagen en verwondingen op zijn schoonbroer Jehan de Meaulx; het slachtoffer kreeg een vergoeding voor de chirurgijn en erfenisrechten van Jehan Malet voor 80 lb par ⁽⁴⁷¹⁶⁾ * Bertoulet: op 3/3/1468 beloofde Jehan de Meaulx, klerk van de RK, op verzoek van zijn schoonbroer Bertoulet Malet, voor die instelling, dat hij van Bertoulet niets meer zou vragen en hem geen "desplaisir" zou doen, op voorwaarde dat die laatste niet meer naar zijn huis zou komen ⁽⁴⁷³²⁾ * Hutin, in 6/1465 geëxecuteerd wegens belediging van de graaf van Charolais ⁽³¹⁵⁶⁾; Gilles Malet dit Hustin was penningmeester geweest van wijlen de heer van Beaujeu; in 1470 werden als zijn erfgenamen vermeld mr. Thomas en zijn natuurlijke dochter Marguerite Malet ⁽⁴⁷³⁸⁾ * drie dochters, van wie er een trouwde in 1445 en een andere in 1448, waarbij hun vader van de stad Rijsel een wijngift kreeg ⁽³¹⁵⁶⁾; één heette Margaretha of Maria ⁽³¹⁵⁶⁾: Marguerite Malet, in 1471 reeds weduwe van Michel des Plancques, heer van Wendin ⁽⁷⁹⁴¹⁾, en hertrouwd met François Daucel ⁽⁷⁹⁹⁷⁾; de andere was gehuwd met Pierre, heer van Sauchoi ⁽⁷⁹⁹⁷⁾; de derde met Anthoine de Roqie, heer van Hauteval ⁽⁷⁹⁹⁷⁾ [Thomas Malet noemde in zijn eigen genealogie zijn zusters niet bij naam!]

Overlijden

Gestorven op 12/4/1463 ⁽⁷⁶⁹⁶⁾

Contemporaine vermeldingen

messire Jehan Malet, kapelaan van de Sint-Katharina in de parochiekerk van Asq, gewijd aan Sint-Pieters, ca. 1455; hij stierf datzelfde jaar ⁽⁵⁶¹⁴⁾
Rogerus Malet, bezat het kosterschap van de Sint-Kruis-parochiekerk van Stekene, ca. 1455 ⁽⁵⁶¹⁷⁾

Carrière

Klerk van Jehan de Pacy, rekenmeester in de RK van Rijsel, voor 1412; na diens dood in 1413 werd hij klerk van een andere rekenmeester ⁽³¹⁵⁶⁾ Wapendeurwaarder van de RK [=?], v1417 ⁽³⁴⁹⁸⁾ Secretaris van de koning v1431 ⁽⁵²²⁾; secretaris van de hertog v1447 ⁽¹⁴²⁹⁾

Hoofdcarrière

Klerk van de RK, commissie 21/8/1416 ⁽¹⁴²⁶⁾: de hertog benoemde hem omdat de RK steeds meer werk moest verzetten, de vorige klerk Guerin Suquet nu tot meester was benoemd, en omdat Jehan Malet al lange tijd in de RK werkte als klerk van wijlen meester Jehan de Pacy, eerste rekenmeester; vanaf dat moment kreeg hij dus de jaarwedde van 50 gouden schilden monnoye royal van 42 gr per stuk die ook Guerin Suquet had gekregen, naast ook de andere profijten, rechten [bvb. de 30 fr robes van een vaste klerk] en emolumenten;

Auditeur in de RK van Rijsel, commissie 10/8/1423, eedaflegging 12/8/1423 [samen met Tristram le Stier als rekenmeester], aan 100 lb par per jaar, de helft van de jaarwedde van een rekenmeester; dit om het tekort aan rekenmeesters op te vangen ⁽¹⁵⁵³⁾; [de andere klerken kregen 50 fr]; v1431 als auditeur ⁽³⁴⁹⁹⁾; opnieuw als klerk v1432 ⁽⁵⁴¹⁾, maar hij kreeg nu 100 fr van 32 gr jaarwedde, zoals ook de andere klerk ⁽¹⁵⁸⁵⁾ [in 1432 kreeg hij 200 fr jaarwedde kreeg en 30 fr robes, terwijl hij er de vorige jaren 40 fr voor kreeg; Leclercq merkte ook op dat Aubert in 1427 klerk was aan 100 fr per jaar en in 1432 auditeur aan 100 lb par ⁽³¹⁵⁶⁾] Auditeur van de RK van Rijsel, commissie 20/12/1443 ⁽¹⁴²⁸⁾ [maar ook:] v1438 ⁽⁶³⁰⁾, v1440-41 en door de rekenmeesters gecommitteerd om er rekeningen bij te houden voor de werken aan de kapel ; v1441, als auditeur met jaarwedde van 100 fr van 32 gr [dit was de wedde van een klerk, terwijl auditeur Aubert op dat moment 100 lb par per jaar kreeg!]; vanaf de dood van auditeur Jehan Aubert op 16/8/1444 kreeg Malet voortaan ook diens wedde van 100 lb par; het statuut van klerk droeg Malet toen over aan Victor van Ysemberghe ⁽¹⁶⁷⁴⁾; op 15/1/1448 werd hij als auditeur vervangen door Victor van Ysenberghe ⁽¹⁴²⁷⁾; bij de uitbetalingen van 1450 en 1453 bleef hij auditeur, maar nu kreeg hij weer 100 lb par jaarwedde ⁽¹⁷¹⁴⁾; laatste keer vermeld bij betaling voor eerste helft 1462 ⁽¹⁸²¹⁾; [maar:] op 14/6/1463 sprak de hertog zich uit in het conflict tussen Victor van Ysemberge, klerk van de RK en Robert de Boulogne, die beiden aanspraak maakten op het ambt van auditeur in de RK van Rijsel, open gelaten door Jehan Malet ⁽¹⁴³⁰⁾

Gecommitteerd om de rekening bij te houden van de benodigdheden, dienstreizen, boden en werken van de RK vanaf 1425 ⁽³¹⁵⁶⁾ v1431, 1432: rekeningen bewaard ⁽²⁸³³⁾; (v1438 ⁽⁶³⁰⁾ v1443 ⁽²¹⁶⁾,v1445 ⁽²⁸³⁴⁾; v1456-57 ⁽²⁵⁶⁾, 1459-60 ⁽²⁷³⁾

Penningmeester v1431 ⁽²⁷⁸⁸⁾ [andere rekeningen niet bewaard] Ontvanger van de kasselrij Rijsel, t.v.v. de graaf van Saint-Pol, heer van Enghien en kastelein van Rijsel, volgde in deze functie Thomas Malet op, v1443-1444, volgende rekeningen niet bewaard ⁽²⁷⁹⁰⁾ Ontvanger van de penningen voortkomende uit de uitspraken en veroordelingen van de RK van Rijsel, commissie 24/6/1447 ⁽¹⁴²⁹⁾

Taken en dienstreizen

gecommitteerd vanaf 1447 om de voor de "trésor de l'épargne" bestemde sommen in de RK te ontvangen, afkomstig uit vonnissen van de RK, amortissementen, anoblissementen, legitimaties en andere octrooien, en dit geld over te dragen ⁽³⁵⁰⁰⁾
in 1424, 1425 en 1426 gecommitteerd om de pachtpenningen te ontvangen in Menen, Harelbeke en La Gorge en dit om te zetten in de uitbetaling van lijfrenten op het domein ⁽¹¹⁴⁾ ⁽¹²⁵⁾, idem v1443 ⁽²¹⁵⁾, v1450 ⁽²²⁸⁾, 1452-53 ⁽²⁴⁵⁾, 1456-57 ⁽²⁵⁵⁾
procureur van de "garde de l'épargne" Gautier de la Mandere: hij moest sommen ontvangen van buitengewone inkomsten van officieren van Artesië, Picardië en Boulonnais ⁽³¹⁵⁶⁾ [deed de garde zelf dan Vlaanderen?]; eertijds commis van "garde de l'épargne" Gautier de la Mandere v1457, is zijn meester nog 1000 fr van 32 gr verschuldigd ⁽⁷⁶⁵⁴⁾

Giften

in 1418-1420 kreeg hij 50 fr gift van de hertog, samen met zijn collega's van de RK "de grace especial pour ceste fois" en 1960 lb voor beheer en administratie van de graaf van Saint Pol, van wijlen de hertog van Bar en van het graafschap Boulogne voor de laatste drie jaar: rekeningen horen, beden etc. ⁽¹¹⁷⁰⁾ ⁽⁵²⁾
op 13/10/1447 gaf Gautier de la Mandre, proost van het OLV-kapittel te Brugge en "garde de l'épargne" van de hertog, hem de autoriteit om in zijn naam de gelden uit heerlijke rechten, bastaardgoed, confiscatie en andere in Artesië, Boulonnais en Picardië te innen ⁽¹⁴³¹⁾
in 1423 kreeg hij 84 lb par gift van de hertog, samen met zijn collega-klerk van de RK Robert Bourree ⁽⁴⁴²⁾ en nog eens 100 fr van 33 gr [te delen met zijn collega's Robert Bouree en Jehan Aubert] ter compensatie van hun kleine wedde, die bijna de helft minder bedraagt dan die van de klerken van de RK te Dijon ⁽⁴⁶¹⁾
in 1423 kreeg hij voor zijn robes als klerk van de RK 30 fr ⁽⁹⁰⁾
in 1432 kreeg hij een gift van 100 lb par om een huis te herstellen dat hij in Rijsel bezat ⁽³¹⁵⁶⁾
in 1433 kreeg hij samen met zijn collega klerk van de RK Fierabras Boids de gift van 100 fr koninklijk geld, die hij gewoon was te krijgen ⁽⁵⁵⁷⁾

Bezit

Leenbezit: * in 1452 kocht hij voor 280 lb par, 2 lenen van Robert de Canteleur, heer van Douvrin, één gehouden van de vorst, van het kasteel van Lens met middele justitierechten, renten en kapoenen, het andere gehouden van de koning ⁽²⁹⁵⁷⁾ * cijnsgrond in de parochie Linselles, maar dit lijkt niet zo belangrijk te zijn geweest wat de waarde betreft ⁽³¹⁵⁶⁾; nochtans werd ze in 1457 met rente belast om zijn schuld van 1000 fr aan Gautier de la Mandere te waarborgen ⁽⁷⁶⁵⁴⁾ * hij hield van de Zale van Rijsel een rente van 6 razieren haver en 2 s 8 d gr in zilver in leen ⁽³¹⁵⁶⁾ * heer van Les Prets of Petit-Coupigny [volgens Leuridan, niet bevestigd door archiefvermeldingen; dit kan een beetje "geforceerd" zijn om zijn afstamming in rechte lijn van de hoofdtak te bewijzen] te Fournes; hij zou het "en partie" in bezit gehad hebben, Thomas Malet en latere afstammelingen bezaten het dan volledig ⁽⁶⁶⁰⁷⁾

Leenbezit verwanten

zijn zoon Jehan Malet, dit le Moisne hield in 1475 een leen met een jaaropbrengst van 52 lb par in het Rijselse ⁽⁵⁹⁷⁴⁾

Huizenbezit: * een huis te Rijsel ⁽³¹⁵⁶⁾

Rentenbezit: * in 1412, als klerk van Jehan de Pacy, kocht hij een lijfrente van 10 kronen op zijn leven en dat van Marguerite de Pacy, dochter van zijn meester ⁽³¹⁵⁶⁾ * op de stad Rijsel bezat hij een lijfrente van 10 kronen op zijn leven en dat van zijn vrouw Jehanne Dubus ⁽³¹⁵⁶⁾ [Leclercq zegt niet wanneer; op die manier is het niet uit te maken of dit de vrouw was met wie hij in 1419 trouwde]

Debet: * een ambtsschuld van 1000 fr van 32 gr gemaakt als commis van Gautier de la Mandere de "garde de l'épargne" ⁽⁷⁶⁵⁴⁾

Andere: * een [andere?] Jehan Malet, meersenier uit Rijsel, die verschillende stoffen, mantels en kappen verkocht aan de hertog, ter waarde van 92 lb 17 s van 40 gr, v1442 ⁽⁷¹⁴⁾

Cultureel

Wapen: * azuur, met klein wapenschild in goud met zilveren ster in rechts canton ⁽⁶⁶⁰⁵⁾

Referenties

(52) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4091, 194r
(53) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4091, 195r
(90) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4093, 103v
(114) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4094, 52v
(125) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4095, 84v
(172) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4097, 182r
(201) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4098, 90v
(215) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4099, 91r
(216) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4099, 104v
(228) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4101, 86v
(245) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4103, 133v
(255) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4104, 89r
(256) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4104, 116r
(273) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4105, 147v
(442) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1927, 9v
(461) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1927, 98r
(522) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1942, 100v
(541) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1945, 157r
(557) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1948, 239r
(630) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1963, 35v
(714) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1975, 131v
(758) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1991, 167r
(1170) MOLLAT (M.) - FAVREAU (R.), Comptes Généraux de l'Etat Bourguignon entre 1416 et 1420, I (Recueil des historiens de la France publié par l'Académie des Inscriptions et Belles-Lettres. Documents financiers, dl. 5), Parijs, 1965: 9833
(1426) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1606, 166v
(1427) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1606, 166v
(1428) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1606, 58v
(1429) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1606, 152
(1430) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1606, 58v
(1431) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1606, 150v
(1432) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1611, 77
(1552) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4093, 51r
(1553) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4093, 51r
(1585) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4097, 88v
(1618) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4098, 76v
(1674) Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds Rekenkamers: 2705, 79r-v
(1714) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4103, 128v
(1821) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4107, 71v
(2788) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 20155
(2790) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4577
(2833) Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds Rekenkamers: 28300
(2834) Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds Rekenkamers: 28301
(2950) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 6723
(2957) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 20100
(3156) LECLERCQ (F.), Etude du personnel de la chambre des comptes de Lille sous les ducs de Bourgogne, onuitgegeven doctoraatsverhandeling Ecole des Chartes, Parijs, 1958: , 241-247
(3157) De la Grange & du Chastel
(3169) JEAN (M.), La chambre des comptes de Lille. L'institution et les hommes (1477-1667), Parijs, 1992: , 325
(3498) HAIGNERE (D.) (ed.), Les chartes de Saint-Bertin d'après le Grand Cartulaire de Dom Ch.-J. Dewitte, Saint-Omer, 1886: , III, 211, n°2510
(3499) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1931, 42r
(3500) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1606, 153r/v
(4677) D'HERBOMEZ (A.) (ed.), Chartes de l'abbaye de Saint-Martin de Tournai, dl. II, Brussel, 1901: , 19
(4716) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 32, 13r
(4732) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 32, 132v
(4738) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 32, 154r
(5614) WARICHEZ (J.), Etat bénéficial de la Flandre et du Tournaisis au temps de Philippe le Bon (1455), in: ASHEB, 1909-1912, passim: , IV, 276
(5615) WARICHEZ (J.), Etat bénéficial de la Flandre et du Tournaisis au temps de Philippe le Bon (1455), in: ASHEB, 1909-1912, passim: , VIII, 214
(5616) WARICHEZ (J.), Etat bénéficial de la Flandre et du Tournaisis au temps de Philippe le Bon (1455), in: ASHEB, 1909-1912, passim: , VIII, 198
(5617) WARICHEZ (J.), Etat bénéficial de la Flandre et du Tournaisis au temps de Philippe le Bon (1455), in: ASHEB, 1909-1912, passim: , IX, 430
(5973) COOLS (C.H.), Met raad en daad? Een doorkijk op een landelijke elite. Aristocratie in de Rijselse Kasselrij naar het einde van de vijftiende eeuw toe, ontuigegeven licentiaatsverhandeling RUG, Gent, 1992: , 202
(5974) COOLS (C.H.), Met raad en daad? Een doorkijk op een landelijke elite. Aristocratie in de Rijselse Kasselrij naar het einde van de vijftiende eeuw toe, ontuigegeven licentiaatsverhandeling RUG, Gent, 1992: , 202
(6604) DE L'ESPINOY (Ph.), Recherche des Antiquitez et Noblesse de Flandres, Dowaai, 1631: , 206
(6605) LE CARPENTIER (J.), Histoire généalogique des Païs Bas, ou histoire de Cambray et du Cambrésis, Leiden, 1664: , 746
(6606) DU CHASTEL DE LA HOWARDERIES NEUVIREUIL (P.A.), Notices généalogiques tournaisiennes, 3 dln., Doornik, 1881-1887: , 28
(6607) LEURIDAN (F.) Statistique féodale du département du Nord, la châtellenie de Lille, Rijsel, 1886-1901, 6 vol. (dl. 1, Introduction, dl. 2, Carembaut, dl. 3, Ferrain , dl. 4, Mélantois, dl. 5, Pévèle, dl. 6, Weppes: , F, 193, W, 74-76
(6608) PARAVICINI (W.), Soziale Schichtung und soziale Mobilität am Hof der Herzöge von Burgund, in: Francia, 5, 1977, pp. 127-182: , 170, 442
(6805) DAUCHY (S.), De processen in beroep uit Vlaanderen bij het Parlement van Parijs (1320-1521). Een rechtshistorisch onderzoek naar de wording van staat en souvereiniteit in de Bourgondisch-Habsburgse periode, Brussel, 1995 (VKAWLSK, KL, jg. 57, 154): , 258
(7495) du Clercq, II, 275, 342, IV, 134-135
(7654) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 17680
(7696) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 93
(7941) LEURIDAN (F.) Statistique féodale du département du Nord, la châtellenie de Lille, Rijsel, 1886-1901, 6 vol. (dl. 1, Introduction, dl. 2, Carembaut, dl. 3, Ferrain , dl. 4, Mélantois, dl. 5, Pévèle, dl. 6, Weppes: ,F, 193, C, 22, P, 184, W, 40, 74, M, 56.
(7997) RODIERE (R.) & DE LA CHARIE (C.), Les archives de la famille Beaulaincourt (Société d'Etudes de la Province de Cambrai, 2-3), Cambrai, 1911-1912: , 1094-1100