Lotard Fremault
Sociaal
(3126), (3132), (6522), (6523) en (6524) verwerkt in genealogie: interessante verwantschapsbanden met belangrijke families uit de streek, inclusief Kortrijk en Ieper
Antecedenten en origine
- afkomstig uit een oud Rijsels patriciërsgeslacht; zijn vader en vele voorzaten waren wijnhandelaars en poorters van Rijsel; deze familie behoorde tot het dertigtal geslachten die het laatmiddeleeuwse Rijsel domineerden; in totaal bekleedden haar leden in de 14de en 15de eeuw 202 posten in het stadsbestuur (440)
- Bernard Fremaut uit Touraine, tresorier van de koning, samen met zijn echtgenote in 1352 door de Franse koning geadeld (6525)
- Sainte Fremaud, priores van het dominikanessenklooster Abiette te Rijsel 1394-1401 (4672)
- Jaques Frumaud, ruwaart van Rijsel v1376 (3138)
Familie
Ouders: zijn vader Lotard Fremault was wijnhandelaar en oefende verscheidene stedelijke functies uit in Rijsel en huwde met Catherine d'Escambecque, uit welk huwelijk ca. 1385/86 Lotard werd geboren (3126); de beide ouders van Catherine d'Escambecque, Jehan d'Escambecque en Roberte de Ransart, waren geadeld in 1391; haar vader was een voorname Rijselse poorter die stedelijke functies had bekleed; haar broer Jehan, schildknaap, huwde met Jehanne de Saint-Vénant en werd heer van Escambecque [Ekelsbeke?] (6525)
Broer: Jehan, gehuwd met Jehanne Clenquet (6523), heer van Verlinghem en Durmort in Sequedin (6524), maar volgens (3132) was Jehan, heer van Deulesmont, gehuwd met Isabelle de Tolnare, dochter van Gerard de Tolnare, schepen en proost van Kortrijk en Isabelle Belle [Ieperse familie] (3132)
Zuster: Jehanne, gehuwd met Jehan de Lanstais, zoon van de gelijknamige rekenmeester (3126)
Huwelijk
Gehuwd op 26/1/1406 met Marguerite van der Tannerijen, dochter van Jacob van der Tannerijen, procureur-generaal van Vlaanderen (3126)
Een tweede huwelijk met Catherine le Nepveu, vrouwe van La Rianderie, uit een ander voornaam Rijsels geslacht (6522)
Nageslacht
Dochters:
* Jehanne, die trouwde met Guillaume, heer van Rosimbos, ridder (3126) (4721) (6523)
* Marguerite die [van haar moeders deel] het leen Les Fresnes erfde en ook de lenen Flers-lez-Douai en Courtisempire te Roncq, gehuwd met Philippe, heer van Souastre en La Thieuloye, kamerling van de hertog v1499 (6522)
* misschien ook een dochter: Philipine Fremault, weduwe van Jehan Danset, v1471 (6522) (3136)
Zonen: minstens twee:
* Athiot, ook Jehan genoemd, [of Jehan dict Athiis]: hield in 1475 2 lenen van de burggraaf van Rijsel, die hij in of na 1456 verwierf, met een gezamenlijke jaaropbrengst van 139 lb par: La Hamaide te Neuville, omvattende 23000 roeden grond en renten op nog eens 60800 roeden, Heddenghes omvattend 24000 roeden en 3 achterlenen; hij stierf vóór 1486; hij nam deel aan de militaire campagnes van KdS en werd in 1475 zelfs door de Fransen gevangen genomen (5966); Jehan Fremault, erfelijk meier van deken en kapittel van Sint-Pieters te Rijsel voor meierij en heerlijkheid Deulesmons v1451(3137)
* Philippot of Philippe werd in 1430 "roi de l'épinette" [winnaar van het steekspel georganiseerd door het Rijselse patriciaat] en zag in 1432 af van zijn poorterschap om in de periode 1440-1480 verschillende keren ruwaart en meier van Rijsel te worden, zo in 1470 (3137), en tussen 1465 en 1470 luitenant van de Gouvernance te Rijsel; in 1431 was hij gehuwd met Péronne de Croix, vrouwe van Le Petit-Wasquehal te Flers, beschreven in (6522), dochter van Gerard de Croix en Jehanne le Nepveu (3132); hij was "pannetier" van de hertog en ontving deze in 1464 zelfs zeer feestelijk bij hem thuis (5966), ridder, heer van Fresnes te Loos en van Courtisempire te Roncq, gestorven in 1482 (6523)
Uit zijn tweede huwelijk:
* een dochter Jacqueline sproot, die huwde met Henri de Tenremonde, schildknaap en poorter van Rijsel, heer van Mérignies etc. (6522); deze man zou [eerder of later?] ook getrouwd geweest zijn met Marie Fremault, dochter van Jehan, de broer van Lotard (6522) [maar gaat het hier niet om een verwarring met Jehan, de zoon van Lotard?]
Netwerken
- Lotart Fremault, poorter van Rijsel v1425 (1369) v1437 (611) [oudere of jongere?]
- in 1408 was hij "roi de l'Epinette", hoofd van de festiviteiten van Saint-Epine, een dure aangelegenheid die het inrichten van banketten e.d. veronderstelde (3126) [Lotart de oudere of de jongere?]
- Jehan de Lanstais, de schoonvader van zijn zuster Jehanne, was ook wisselaar van Rijsel (3126)
- hij was de eerste uit zijn familie die volgens Leclercq in hertogelijke dienst kon treden (3126)
- hij onderhield goede relaties met kapittel van Rijsel (3135) (3136) (3137)
- toen Jehan de Mortagne dit de Potelles in 1433 nog achterstallige wedden moest ontvangen als raadsheer, vroeg hij Lotard voor hem bij de RK tussen te komen (7627)
Statuut
- poorter van Rijsel, maar in het jaar van zijn huwelijk verzaakte hij aan zijn poorterschap (3126) ["en effet, l'enfant d'un bourgeois avait un droit acquis de naissance, droit qu'il conservait jusqu'à sa majorité, mais s'il négligeait de racheter sa bourgeoisie dans l'année de son mariage, il était déchu de ses privilèges"] (3126)
- geadeld in december 1436 (1370), samen met zijn vrouw, en tegen een som van 100 gouden rijders die in 7/1437 betaald werden (3126) Volgens (3145) en (6521) waren hij, zijn vrouw en kinderen geadeld in 6/1426 en werd die oorkonde pas geïnterineerd ingevolge brieven aan de RK, op 17/7/1437 (3145)
Overlijden
Hij stierf in 1449 (326)
Contemporaine vermeldingen
- Michiel Fremault, meersenier uit Rijsel v1438 (505)
- Phelippe Fremault, "escuier pannetier" v1432 (533)
- Lancelot Fremault moest geld gaat halen vanuit Rijsel in Ieper om te gebruiken voor de uitgaven van de hertog v1428 (515)
- Watelet Fremault, "archier" aan het hof van FdG, sinds 9/6/1453 (8027)
- Johannes Fremault, bode van de officialiteit van Doornik v1470-71 (4599)
- Cornelis Fremault, procureur generaal bij de RVV ten laatste in 1501 (2477), 1502 (4646), 1406-1507 (2759), tot 1512 (6564)
- messire Chrestien Fremault, plaatsvervanger voor messire Andri Hellevin als pastoor van de Sint-Laureinskerk van Sequedin, ca. 1455 (5685)
- Marie Fresmault, dochter van Jacquemart, kleindochter van Lotard "l'ancien", religieuze in het klooster "Abiette", gestorven 28/2/1452 (5686)
Carrière
Hij bekleedde alle voorname stedelijke functies in Rijsel: schepen, "gardorphène" [toezichter van de wezen], gezworene, meier in 1423, ruwaard in 1423 en 1424; in 1423 ontving hij van de stad een gift van 8 nobels om als ruwaard dat jaar te hebben gewaakt over de sleutels en de poorten van de stad (3126)
Wisselaar te Rijsel, een functie waarvoor hij in de RK de eed moest afleggen; deze officier was belast met geldwissel, nam deposito's op van particulieren en van de hertog en werd dikwijls belast met rentenemissies; poorter en wisselaar van Rijsel, aan wie de hertog 100 fr van 33 gr terugbetaalde die Lotard voor hem had gegeven aan de Rijselse poorter Guillaume de Tenremonde, "pour certaines causes a ce mouvans icellui seigneur et dont il n'en veult aucune declaracion estre faite" v1421-22 (1367) (8095)
In 1419 en 1420-21was hij gecommitteerd om de bede te ontvangen in de kasselrijen Rijsel, Douai en Orchies (1128) (432)
Hoofdcarrière
Op 1/10/1428 kreeg hij een commissiebrief als raadsheer en op 15/10/1428 als rekenmeester in de RK van Rijsel, op de vacante plaats van Roland du Bois, afgezet uit dit ambt (1367), v1432 (1581)
Rekenmeester in de RK van Rijsel, commissie 20/10/1428, benoemd op voorspraak van verschillende leden van de hertogelijke raad (1367), in opvolging van de wegens malversaties afgezette Roland du Bois, vanaf 9/1428 tegen de normale jaarwedde van 200 lb par monnaie royale, en alle profijten van het ambt (3126), eerst vermeld bij betaling 1432: normale jaarwedde van 200 lb par; tevens zijn laatste vermelding [maar rekeningen 1433-1440 niet bewaard] (1612)
Op 27/11/1436 werd hij opgevolgd door Jehan Abonnel als rekenmeester in de RK van Rijsel (1368)
In 1437 werd maistre Lotard Fremault vermeld als raadsheer en voorheen rekenmeester; hij moest 368 lb 15 s van 40 gr terugbetalen, die hij teveel had ontvangen aan wedden, toen hij nog rekenmeester was (612)
Gecommitteerd voor de ontvangst van de inkomsten van Menen, Harelbeke en Le Gorghe om die om te zetten in de betaling van lijfrenten op Rijsel v1437 (611)
Giften
- in 1422 wou de hertog hem 400 schilden geven, maar de kanselier, die het geheim zegel bezat, weigerde een dergelijke excessieve gift toe te staan; na twee jaar betwisting werd het bedrag uiteindelijk gehalveerd (3126)
- in 1424 [hier uitdrukkelijk "le josne"] kreeg hij een gift van de hertog van 400 schilden van 40 gr voor goede diensten (470)
- om in 1426 haastig aan geld te raken voor de betaling van een ambassade naar Duitsland, liet de algemene ontvanger Guy Guilbaut voor 100 schilden van 40 gr rente verkopen op de eigendommen van Lotart le josne (497)
- in 1426 kreeg hij een gift van 100 fr van 32 gr voor zijn leningen (3126)
- in 1433 kreeg hij samen met zijn collega's rekenmeesters Guerin Suquet en Tristran de Stier de gift van 600 fr koninklijke munt, die ze gewoon waren te krijgen (555)
Taken en dienstreizen
- commissaris van wetsvernieuwingen in Rijsel, v1431 (3126)
- in 1424 was hij gecommitteerd om de composities te onvangen van degenen die lenen of achterlenen van de hertog hielden in de kasselrij Rijsel (112)
Bezit
Leenbezit:
* twee lenen gehouden van de Zaal van Rijsel, gelegen in de parochies Ascq en Aunappes; hij had ze verworven van Jehan Bousse uit Veurne en opnieuw verkocht aan Jehan de Fiereres, raadsheer van de hertog en cantor van het Sint--Pieterskapittel te Rijsel, die ze amortiseerde en aan zijn kapittel schonk (1371)
* zijn vader was al een belangrijk leenbezitter in de streek; een groot deel van dat leenbezit ging echter naar Lotards broer Jehan over, zoals een leen in Verlinghem, dat op den duur "fief des Fremaulx" werd genoemd, en het leen Durmort in Sequedin (3126); [dit is fout: het gaat wel degelijk over rekemneester Lotard en zijn zoon Jehan [zie verder]
* hij erfde het leen Heddenghes te Lesquin, gehouden van de burggraaf van Rijsel van diens Hof en Halle van Phalempin, bevattende 15 bunder, renten en 3 achterlenen, van Athis Fremault [een broer?] en liet het zelf over aan zijn zoon Jehan dit Athis (6523)
* hijzelf erfde het leen van Engrin, in het gehucht Lesquin, via de Halle van Phalempin gehouden van de burggraaf van Rijsel, 11 bunder groot (3126)
* in Neuville-en-Férain verwierf hij het leen La Hamaide te Neuville, 14 bunder groot, met een rente erop gevestigd van 10 lb par en 4 kapoenen, beschreven in (6652)
* rond 1420 kocht hij van Catherine de Willerval het leen van Flers-en-Escrebieux, nabij Douai (3126)
* in 1423 kocht hij voor 2541 lb 6 s 8 d par het Lieu de le Porte en 9 bunder van het Lieu de la Heute, een koop afgesloten voor schepenen van Rijsel (3134)
* in 1429 verwierf hij het leen van de meierij van Deulémont, 15 bunder groot en gehouden van het Sint-Pieterskapittel van Rijsel, beschreven in (6552) van een kanunnik van dat kapittel voor de goede diensten die Fremault hem had gedaan (3126)
* ca. 1416 kocht hij het leen Duremont te Sequedin; zijn zoon Jehan zou dit erven, en daarna diens dochter Jehanne (6523)
Leenbezit verwanten
- Jehan Fremault, schildknaap, hield het leen en de meierij van Deulesmons (6114)
- zijn zoon Philippe Fremault hield in 1475 3 lenen in het Rijselse, met een gezamenlijke jaaropbrengst van 266 lb par: Courtisempire te Roncq, gehouden van de Zaal van Rijsel, omvattend 8000 roeden land en 2 achterlenen; Le Petit Wasquehal te Flers, gehouden van de heerlijkheid Flers, omvattende 14100 roeden land, renten op nog eens 22000 roeden en 4 achterlenen; Les Fresnes te Loos, gehouden van de burggraaf van Rijsel, met middele rechtsmacht; hij overleed in 1482 (5966)
Huizenbezit:
* in 1415 verwierf hij een huis van de stad Rijsel, waarbij het levenslange vruchtgebruik hem en zijn zoon Philippot toekwam, op voorwaarde dat ze het onderhielden (3126)
Rentenbezit:
* in 1421 kocht hij voor 500 schilden een lijfrente op de stad Rijsel van 25 schilden per jaar op levens van hem en van zijn zoon Philippot, en nog een andere van evenveel op levens van hem en zijn zoon Athiot, die ook Jehan genoemd werd (3126)
* in 1425 kocht hij een lijfrente van 100 lb par op de stad Hesdin op zijn leven en dat van zijn zoon Athiot (3126)
Krediet:
* in juli 1421 kreeg hij 1000 schilden van 42 gr [2100 lb par] terugbetaald die hij de hertog had geleend voor uitgaven van oorlog en hof (3130) (8058)
* in 1423 leende hij de vorst 600 fr van 32 gr [960 lb par] (8058)
* in 1424 leende hij de vorst 1200 schilden van 46 gr (8058)
* in 1423 verkochten Lotard en Boquet 816 lb par rente op hun goederen voor de hertog (3128)
* datzelfde jaar verkochten de twee bovenstaanden samen met Guy Guilbaut nog eens 580 lb rente (3129)
* nog gelijkaardige voorbeelden (3216)
* in 1424 werd hij door de hertog terugbetaald omdat hij eerder een aantal raadsheren, secretarissen en chevaucheurs uitbetaald had voor dienstreizen (466) [Lotard de oudere?]
* in juli 1424 kreeg hij 63 lb 19 s 9 d par terug die hij de hertog had geleend voor de aankoop van een zilveren beker gegeven als doopgeschenk voor het kind van secretaris Georges d'Oostende (3131)
* Lotard Fremault en Boquet de Lattre, poorters van Rijsel, verkochten in januari 1420 lijfrenten op hun eigendommen, ter waarde van 5000 helmen van 40 gr nieuwe Vlaams geld, tegen de tiende penning, op zijn verzoek, om hem te steunen in de financiering van zijn campagne om Roye te gaan heroveren op de troepen van de koning en voor de veldtochten naar Troyes en Champagne (1129) [Lotard de oude?]
* in 1428 leende hij de vorst 1000 lb van 40 gr (8058)
* in 1441 moest hij samen met Boquet de Lattre nog 5000 gouden helmen terugkrijgen van de hertogin (6217)
* In dat jaar kreeg hij een gift van 100 gouden helmen van 40 gr voor zijn goede diensten en omdat hij de hertog telkens geld heeft geleend wanneer deze erom verzocht (1130) en nog eens 110 gouden schilden idem (1131)
Referenties
-
(112) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4094, 52v
-
(431) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4182, 38v, 45v
-
(432) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1923, 13r
-
(440) CLAUZEL (D.), Les élites urbaines et le pouvoir municipal: le "cas" de la bonne ville de Lille aux XIVe et XVe siècles, in: RN, 78, 1996, pp. 241-267: , 250, 262
-
(466) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1929, 66r
-
(470) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1929, 86v
-
(497) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1935, 16r
-
(505) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1938, 147r
-
(515) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1938, 202v
-
(533) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1945, 110v
-
(555) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1948, 239r
-
(611) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1961, 53r
-
(612) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1961, 54r
-
(1128) MOLLAT (M.) - FAVREAU (R.), Comptes Généraux de l'Etat Bourguignon entre 1416 et 1420, I (Recueil des historiens de la France publié par l'Académie des Inscriptions et Belles-Lettres. Documents financiers, dl. 5), Parijs, 1965: 784
-
(1129) MOLLAT (M.) - FAVREAU (R.), Comptes Généraux de l'Etat Bourguignon entre 1416 et 1420, I (Recueil des historiens de la France publié par l'Académie des Inscriptions et Belles-Lettres. Documents financiers, dl. 5), Parijs, 1965: 885
-
(1130) MOLLAT (M.) - FAVREAU (R.), Comptes Généraux de l'Etat Bourguignon entre 1416 et 1420, I (Recueil des historiens de la France publié par l'Académie des Inscriptions et Belles-Lettres. Documents financiers, dl. 5), Parijs, 1965: 1265
-
(1131) MOLLAT (M.) - FAVREAU (R.), Comptes Généraux de l'Etat Bourguignon entre 1416 et 1420, I (Recueil des historiens de la France publié par l'Académie des Inscriptions et Belles-Lettres. Documents financiers, dl. 5), Parijs, 1965: 1275
-
(1132) MOLLAT (M.) - FAVREAU (R.), Comptes Généraux de l'Etat Bourguignon entre 1416 et 1420, I (Recueil des historiens de la France publié par l'Académie des Inscriptions et Belles-Lettres. Documents financiers, dl. 5), Parijs, 1965: 9689
-
(1367) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1603, 146r/v
-
(1368) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1605, 168
-
(1369) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1603, 146v
-
(1370) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1605, 131v
-
(1371) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1603, 158
-
(1581) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4097, 88v
-
(1612) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4097, 88v
-
(2477) SIMONS (J.-L.),De functionarissen bij de Raad van Vlaanderen (1467-1476). Een onderzoek naar de sociale invloeden bij de samenstelling van de Raad, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Gent, 1992: , 68
-
(2759) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 18826
-
(3126) LECLERCQ (F.), Etude du personnel de la chambre des comptes de Lille sous les ducs de Bourgogne, onuitgegeven doctoraatsverhandeling Ecole des Chartes, Parijs, 1958: , 136-137, 184-193
-
(3128) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1929, 27
-
(3129) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1935, 25
-
(3130) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1923, 26
-
(3131) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1929, 119v
-
(3132) SPRIET (C.S.), Haubourdin, son canton, Rijsel, 1891: , 132-133
-
(3134) HAUTCOEUR (E. ) (ed.), Cartulaire de l'Eglise Collégiale de Saint-Pierre de Lille, Rijsel, 2 dln., 1894: , 923
-
(3135) HAUTCOEUR (E. ) (ed.), Cartulaire de l'Eglise Collégiale de Saint-Pierre de Lille, Rijsel, 2 dln., 1894: , 100
-
(3136) HAUTCOEUR (E. ) (ed.), Cartulaire de l'Eglise Collégiale de Saint-Pierre de Lille, Rijsel, 2 dln., 1894: , 1097
-
(3137) HAUTCOEUR (E. ) (ed.), Cartulaire de l'Eglise Collégiale de Saint-Pierre de Lille, Rijsel, 2 dln., 1894: , 1007, 1055
-
(3138) HAUTCOEUR (E. ) (ed.), Cartulaire de l'Eglise Collégiale de Saint-Pierre de Lille, Rijsel, 2 dln., 1894: , 784
-
(3145) DE L'ESPINOY (Ph.), Recherche des Antiquitez et Noblesse de Flandres, Dowaai, 1631: , 14 [uit VR]
-
(4599) Van Melkebeek, 660
-
(4646) GILLIODTS-VAN SEVEREN (L.) (ed.), Cartulaire de l'ancien grand tonlieu de Bruges faisant suite au Cartulaire de l' ancienne Estaple, 2 dln., Brugge, 1901-1908: , 363
-
(4672) DENIS DU PEAGE (P.), Religieux, religieuses et chanoines de Lille et de la région (Société d'Etudes de la Province de Cambrai, Recueils, 26-27), 2 dln., Rijsel, 1928: , 131
-
(4721) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 32, 28v
-
(5685) WARICHEZ (J.), Etat bénéficial de la Flandre et du Tournaisis au temps de Philippe le Bon (1455), in: ASHEB, 1909-1912, passim: , IV, 300
-
(5686) Denis du Peage (1928), 133
-
(5966) COOLS (C.H.), Met raad en daad? Een doorkijk op een landelijke elite. Aristocratie in de Rijselse Kasselrij naar het einde van de vijftiende eeuw toe, ontuigegeven licentiaatsverhandeling RUG, Gent, 1992: , 165-167
-
(6114) Archives Départementales du Nord (Rijsel): , 16G185
-
(6217) SOMME (M.), Isabelle de Portugal, duchesse de Bourgogne. Une femme au pouvoir au XVe siècle, Rijsel, 1998: , 363
-
(6521) LE BOUCQ DE TERNAS (A.), Recueil de la Noblesse des Pats-Bas, de Flandre et d'Artois, Douai, 1884 (Marseille, 1976²): , 126
-
(6522) LEURIDAN (F.) Statistique féodale du département du Nord, la châtellenie de Lille, Rijsel, 1886-1901, 6 vol. (dl. 1, Introduction, dl. 2, Carembaut, dl. 3, Ferrain , dl. 4, Mélantois, dl. 5, Pévèle, dl. 6, Weppes: , C, 30, F, 94, 211, 223,... M, 70, 152...
-
(6523) LEURIDAN (F.) Statistique féodale du département du Nord, la châtellenie de Lille, Rijsel, 1886-1901, 6 vol. (dl. 1, Introduction, dl. 2, Carembaut, dl. 3, Ferrain , dl. 4, Mélantois, dl. 5, Pévèle, dl. 6, Weppes: , P, 138, 146, W, 78, 194
-
(6524) GAILLIARD (J.), Bruges et le Franc, ou leur magistrature et leur noblesse avec des données historiques et généalogiques sur chaque famille, 6 dln., Brugge, 1857-1864: , I, 90
-
(6525) FREMAUX (H.), Annoblissements et légitimations donnés par les rois de France, in: Bulletin de la Commission historique du Nord, 28, 1911, pp. 117-154: , 123, 131-132
-
(6564) Van Peteghem (P.P.J.L.), De Raad van Vlaanderen en Staatsvorming onder Karel V (1515-1555). Een publiekrechterlijk onderzoek naar centralisatiestreven in de XVII Provinciën, Nijmegen, 1990: , 313, 375
-
(7628) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 17642
-
(8027) BRAND (H.), KRUSE (H.) e.a. , o.l.v. PARAVICINI (W.), Databank van de Bourgondische hovelingen, Deutsches Historisches Institut te Parijs:
-
(8058) Desmet (1958), passim
-
(8095) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1925, 64r