Loys Dommessent

Sociaal

⁽³¹⁰¹⁾, ⁽⁶⁴⁹⁷⁾ en archiefgegevens verwerkt in genealogie

Antecedenten en origine

leden van deze familie bekleedden in de 14de en 15de eeuw 53 posten in het Rijselse stadsbestuur en kunnen dus tot de 20 belangrijkste Rijselse geslachten worden gerekend ⁽⁴²²⁸⁾
deze tak was afkomstig uit Armentières ⁽³¹⁰¹⁾

Familie

Ouders: Vincent Dommessent, die stedelijke functies vervulde, en Agnes Estoquiel ⁽³¹⁰¹⁾ Hij kocht lijfrenten voor zijn neefjes, kinderen van zijn zuster Péronne en van Jehan de le Vallee ⁽³¹⁰¹⁾

Huwelijk

Gehuwd met Catharina de Baenst, dochter van Guy de Baenst, baljuw van Sluis, op 8/1/1439 ⁽³¹⁰¹⁾

Nageslacht

Bastaard: vóór zijn huwelijk verwekte hij een bastaard Roland, bij Catherine de la Ruelle, voor 12 lb par gelegitimeerd op 24/3/1444 ⁽³¹⁰¹⁾ ⁽⁵⁸⁸⁹⁾ ⁽¹³⁵⁸⁾ Zoon: maistre Jehan ⁽⁵⁹⁶⁴⁾; diens gelijknamige zoon mr. Jehan werd in 1527 geadeld ⁽⁶⁴⁹⁷⁾; Jehan Dommessent, auditeur van het baljuwschap Rijsel v1479 ⁽⁷¹⁴⁸⁾, licentiaat in de rechten, heer van Boisgrenier, raadsheer van de aartshertog, luitenant van de Gouvernance van Rijsel, v1497, v1500 "maistre" Jehan, [dezelfde] ⁽⁷¹⁴⁹⁾; raadsheer van de Rooms koning en luitenant van de gouverneur van Rijsel, Douai en Orchies v1487 ⁽⁷¹⁵⁰⁾; Jehan Dommessent, luitenant van de Gouvernance v1526 ⁽⁷¹⁵¹⁾

Netwerken

in 1438 schonk de stad Aalst hem een niet gespecificeerd bedrag voor zijn bruiloft ⁽²⁹⁶⁷⁾
voor zijn huwelijk kreeg hij op 13/11/1438 600 gouden schilden en 6 zilveren tassen ter waarde van 74 lb 14 s van de hertog; ook van de stad Rijsel kreeg hij een gift ⁽³¹⁰¹⁾
van de stad Rijsel kreeg hij vele malen wijngiften voor de diensten die hij de stad deed en voor zijn aanwezigheid in de schepenhalle ⁽³¹⁰¹⁾
in de rubriek "hovescheden ende ghiften die men jaerlicx ghecostumeert es te ghevene" van de rekeningen van het Brugse Vrije v1450-51: als secretaris kreegt hij 50 lb [par] ⁽³⁰⁰⁰⁾

Statuut

hij was geen poorter van Rijsel ⁽³¹⁰¹⁾

Overlijden

Gestorven voor [op?] 9/7/1471 ⁽¹³⁶⁴⁾ ⁽¹⁸⁷⁸⁾ [op deze datum werd hij vervangen als rekenmeester]; tot op het einde van zijn dagen, toen hij ziek werd en snel achteruitging, was hij blijven werken in de RK ⁽⁷⁶⁷⁵⁾

Contemporaine vermeldingen

Mahieu Dommessent, groothandelaar in Rijsel en leverancier aan de RK, ter waarde van 78 lb14 d par v1445 ⁽²⁸³⁵⁾
Louis Domicent, parochiepriester van de Sint-Maartenskerk te Sint-Winoksbergen 1466-1476 ⁽⁴²¹¹⁾

Carrière

Secretaris vanaf 1431, eerst plaatsvervangend zonder wedden noch pensioen ⁽³¹⁰¹⁾, v1433 ⁽⁵⁵²⁾, dan met wedden in 1433 ⁽⁶¹⁸⁷⁾, vanaf 17/3/1437 met wedden, in opvolging van Jehan de Gand, die raadsheer in de RVV werd ⁽³¹⁰⁵⁾, 1441 ⁽⁶⁹⁶⁾, 1438-1453 ⁽²⁸⁵⁷⁾ tot hij door mr. Nicolas le Bourguignon in dit ambt werd vervangen ⁽⁸⁰²⁵⁾ Als secretaris kreeg hij elk jaar 60 fr van 32 gr voor papier, perkament, inkt, was en andere schrijfbenodigdheden ⁽³¹⁰⁶⁾; secretaris v1449 ⁽¹⁶⁷⁹⁾; hij nam ontslag als secretaris in 1453 ⁽³¹⁰¹⁾ Hij kreeg in 1431 gift van de hertog van 100 fr van 32 gr voor zijn goede diensten als secretaris en in andere zaken voor de vorst en voor de kanselier, ongeveer een jaar lang, zonder dat hij wedde, pensioenen of andere giften ontving ⁽⁵⁵²⁾ Per oorkonde van 13/12/33 werd hem een pensioen van 200 fr per jaar toegekend, het pensioen dat vroeger aan Jan Wielant werd gegeven, die nu griffier van de RVV werd; hij werd de eerste keer betaald in 1434 ⁽⁵⁷¹⁾; uitbetaling van zijn 200 fr in 1435 ⁽⁵⁸³⁾

Tussen 12/3/1442 en 6/6/1442 en tussen 8/9/1442 en 30/11/1442 was hij toegevoegd aan de regentschapsraad van Herwaarts Over ⁽⁷⁰⁵⁾; idem tussen 1/12/1442 en 8/9/1443 ⁽⁷²⁰⁾; idem tussen 21/10/1443 en 28/2/1444 ⁽⁷²¹⁾

Griffier van de Grote Raad, tenminste vanaf 1446 ⁽³¹¹⁰⁾, v 1448 ⁽³¹⁰¹⁾, v1449-50 ⁽¹⁶⁷⁹⁾; in 1452 deed hij afstand van dit ambt ten voordele van Nicolas le Bourguignon ⁽³¹¹⁰⁾

Hoofdcarrière

Rekenmeester in de RK van Rijsel: commissie 17/8/1448, op de vacante plaats van wijlen Fierabras Boids ⁽¹³⁵⁹⁾; aan een wedde van 18 s van 2 gr Vlaams per dag, maar dan wel het hele jaar door, wat neerkwam op 328 lb 10 s van 40 gr per jaar, omdat hij tegelijk griffier van de Grote Raad en secretaris bleef; hij werd ook niet meer betaald op de ecroes maar enkel door de algemene ontvanger van Vlaanderen; daarnaast kreeg hij ook alle rechten, profijten en emolumenten waarop een rekenmeester recht had ⁽¹³⁵⁹⁾ ⁽¹⁶⁷⁹⁾; of hij ook de de "robes" en het hout mocht krijgen, werd betwist door de andere rekenmeesters ⁽³¹⁰¹⁾ ⁽³¹⁰⁶⁾; na zijn ontslag als secretaris in 1453 werd hij vanaf 18/5/1455 wel betaald als een gewone rekenmeester ⁽³¹⁰⁷⁾, met name de 200 lb par koninklijk geld [van 40 gr = 400 lb par van 20 gr] jaarwedde, omdat hij zijn ambt van griffier van de GR had overgelaten aan Nicolas le Bourguignon ⁽¹⁷¹²⁾ - tot aan zijn dood vóór 8/7/1471, toen hij vervangen werd door Jaques Pourcelot ⁽¹³⁶⁴⁾ ⁽¹⁸⁷⁸⁾

Zijn vader Vincent, gezworene van de stad Rijsel, intrigeerde in 1462 om hem aangesteld te krijgen als procureur van de stad in het Parlement van Parijs; hij kreeg deze post, maar zonder vaste wedde: die zou elk jaar worden vastgelegd; het eerst jaar was dit een bedrag van 8 lb 2 s gr per jaar, hij oefende deze functie uit tot 1465 ⁽³¹⁰¹⁾

Taken en dienstreizen

veel voorbeelden van missies en vergoeding ervoor bij Leclercq ⁽³¹⁰¹⁾ en Cockshaw ⁽³¹⁰⁹⁾: zo was hij de "specialist" van de bevrijding van de hertog van Orléans ⁽³¹⁰⁹⁾
commissaris van wetsvernieuwingen te Rijsel v1448 ⁽³¹⁰¹⁾; te Brugge 1439 samen met Simon van Formelis en Franchois de Gand ⁽⁴⁰⁸⁷⁾
commissaris van wetsvernieuwingen te Ieper 1444 ⁽⁶²⁴⁵⁾
in 1453 bij de RK van Den Haag gecommiteerd voor het afsluiten van de rekeningen van de algemene ontvangst van Holland ⁽³¹⁰¹⁾

Giften

hij kreeg in 2/1435 een gift van 200 fr ⁽³¹⁰¹⁾; nog datzelfde jaar kreeg hij ook een gift van 100 fr koninklijk geld voor het schrijven van documenten m.b.t. de vrede van Atrecht ⁽⁵⁸⁴⁾; in 1436 kreeg hij opnieuw een gift van 200 fr ⁽³¹⁰¹⁾; in 1446 keeg hij van de hertog een gift van 50 schilden om een paard mee te kopen ⁽³¹⁰¹⁾; in 1448 kreeg hij een gift van 600 rijders van 48 gr ⁽³¹⁰⁸⁾

Bezit

Leen- en grondbezit: * heer van Bois-Grenier, een heerlijkheid gehouden van Armentières, met de titel van burggraaf en eerste pair van Armentières, bevattende 33 bunder 14 honderd cijnsgrond met een "manoir" op de motte, grenzend aan de grote weg van Armentières naar La Bassée en aan de weg van Chapelle-Grenier te Fleurbaix; renten op cijnsgronden in Armentières, Houplines en omgeving; 27 achterlenen waarvan er enkele een kan wijn moesten geven als verheffingsgeld; het leen was bezet met enkele renten ten voordele van het Sint-Pieterskapittel te Rijsel, het Sint-Elisabethsbegijnhof aldaar en de armentafel van Erquinghem ⁽⁶⁴⁹⁹⁾ * goederen te Frélinghien ⁽¹³⁶⁰⁾ * goederen ter waarde van 100 lb par die hij in 1451 amortiseerde om ze weg te schenken aan de kerk van Armentières, in ruil voor een dagelijkse mis ⁽¹³⁶¹⁾ ⁽¹³⁶²⁾ * hij kocht in 1442 de helft van het leen De Maandagtolle, gehouden van het leenhof van de familie Drillinc, deze "tolle" incorporeerde alle assisen, behalve die op bier en wijn ⁽⁴²¹¹⁾ * in 1448 kregen hij en en raadsheer Guy de Baenst van de hertog toestemming om in Oostburg-Ambacht 300 gemeten schorre te bedijken, genaamd tGraven Poldre, ten Noordwesten van Groede ⁽²⁸⁷⁷⁾

Leenbezit verwanten

maistre Jehan Dommessent, zoon van Loys Dommessent hield ca. 1475 het Rijselse het leen Le Bois-Grenier van de heerlijkheid Armentières, omvattende een landhuis, 54200 roeden grond en 27 achterlenen, met een jaaropbrengst van 172 lb par ⁽⁵⁹⁶⁴⁾; hij bezat het al in 1468 ⁽⁶⁴⁹⁹⁾; in 1474 betaalde hij taks op 2 lenen gehouden van de Burg van Brugge die elk 60 lb par per jaar waard waren ⁽⁷²³⁷⁾; zijn gelijknamige zoon Jehan werd in 1527 geadeld, dankzij de verdiensten van zijn grootvader Loys ⁽⁶⁴⁹⁷⁾
maistre Jehan Dommessent, licentiaat in de rechten en raadsheer van de hertog, betaalde in 1471-72 10 lb par verheffingsgeld voor een leen van 80 gemeten gehouden van de Burg van Brugge in de parochie Ruddervoorde ⁽⁷¹⁴⁷⁾
Jehan Dommessent en zijn vrouw verkochten in 1471 het leen La Moussonerie te Houplines aan Jacob du Vinaige, ridder en heer van Perenchies ⁽⁶⁴⁹⁹⁾

Huizenbezit: * een huis in Rijsel in de rue de Rihour, parochie Saint-Etienne, aan één zijde gelegen tegen het paleis dat de hertog eerder van Hue de Lannoy had verworven, en aan de andere zijde aanpalend aan het erf van Bernard de Plancquelle; op 18/8/1453 verkochten ze het aan de hertog voor 1200 gouden schilden ⁽¹³⁶³⁾

Rentenbezit: * hij bezat samen met zijn broer een jaarlijke rente van 40 lb op de stad Rijsel, die hun vader Vincent voor hen had gekocht ⁽³¹⁰¹⁾

Krediet: * In 1452-53 kreeg hij samen met maistre Gilles le Veau en Thomas Malet 720 lb par terugbetaald die ze aan de hertog hadden geleend voor het leger waarmee hij Gent ging onderwerpen ⁽²⁴⁸⁾

Cultureel

Studies: * licencié es lois ⁽³¹⁰³⁾

Stichtingen: * hij amortiseerde verschillende kleinere cijnsgronden om een dagelijkse mis te stichten in de kerk van Armentières ⁽¹³⁶⁰⁾ ⁽¹³⁶¹⁾ ⁽¹³⁶²⁾

Boekenbezit: * hij bezat een Latijns handschrift met werken van Augustinus, Origenes en Damasus [de canonist of de paus?] ⁽³¹⁰¹⁾

Referenties

(248) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4103, 161r
(548) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1948, 86r
(552) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1948, 224r
(571) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1951, 231r
(583) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1954, 112r
(584) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1954, 138v
(696) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1972, 139r
(705) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1975, 50r
(720) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1978, 70v
(721) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1978, 74v
(1358) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1606, 180r/v
(1359) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1606, 180
(1360) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1608, 178
(1361) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1602, 176
(1362) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1608, 179
(1363) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1907, 38v
(1364) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1609, 85v
(1679) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4101, 82v
(1712) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4103, 128r
(1878) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4181, 26v
(2835) Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds Rekenkamers: 28301
(2857) Nelis, XLV
(2877) ARA, Rekenkamers, Oorkonden van het Zegelrecht (I: cedules; II: charters): II, 166
(2967) Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds Rekenkamers: 31437, 84r
(3000) Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds Rekenkamers: 42532, 81r
(3101) Leclerq, 176-183
(3103) COCKSHAW (P.), Le personnel de la chancellerie de Bourgogne-Flandre sous les ducs de Bourgogne de la maison de Valois, 1384-1477, Kortrijk-Heule, 1982: , 88
(3105) COCKSHAW (P.), Le personnel de la chancellerie de Bourgogne-Flandre sous les ducs de Bourgogne de la maison de Valois, 1384-1477, Kortrijk-Heule, 1982: , 94
(3106) COCKSHAW (P.), Le personnel de la chancellerie de Bourgogne-Flandre sous les ducs de Bourgogne de la maison de Valois, 1384-1477, Kortrijk-Heule, 1982: , 122
(3107) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 2020, 164r/v
(3108) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1963, 191r
(3109) COCKSHAW (P.), Le personnel de la chancellerie de Bourgogne-Flandre sous les ducs de Bourgogne de la maison de Valois, 1384-1477, Kortrijk-Heule, 1982: , 177-179
(3110) COCKSHAW (P.), Le personnel de la chancellerie de Bourgogne-Flandre sous les ducs de Bourgogne de la maison de Valois, 1384-1477, Kortrijk-Heule, 1982: , 191
(3111) COCKSHAW (P.), La famille du copiste David Aubert, in: Scriptorium, 22, 1968, pp. 279-289:
(4087) Stadsarchief Brugge: , Register Wetsvernieuwingen 1422-43, 125
(4211) PAPIN (K.),"Van onprofittelicken en ledegaers". Mobiliteit en immobiliteit: de stedelijke bevolking binnen de instellingen van St.-Winoksbergen tijdens de Bourgondische periode, onuitgegeven licentiaatsverhandeling RUG, 1992: , 169, 184
(4228) CLAUZEL (D.), Les élites urbaines et le pouvoir municipal: le "cas" de la bonne ville de Lille aux XIVe et XVe siècles, in: RN, 78, 1996, pp. 241-267: , 262
(4464) DAUCHY (S.), De Vlaamse appèls voor het Parlement van Parijs. Een rechtshistorisch onderzoek naar de wording van staat en souvereiniteit in de Bourgondisch-Habsburgse periode, onuitgegeven doctoraatsverhandeling RUG, Gent, 1991: , 222-223
(4724) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 32, 92r
(5889) CARLIER (M.), Onwettige kinderen in de Bourgondische Nederlanden. Determinanten van hun plaats binnen de familie en binnen de maatschappij, onuitgegeven doctoraatsverhandeling RUG, Gent, 1998: , bijlage 2
(6187) BARTIER (J.), Légistes et gens de finances au XVe siècle: les conseillers des ducs de Bourgogne Philippe le Bon et Charles le Téméraire, Brussel, 2 dln., 1952-1955: , 95, 240
(6245) Koninklijke Bibliotheek Albertina, Brussel: , FM, Hs. 103, II, passim
(6497) COOLS (C.H.), Met raad en daad? Een doorkijk op een landelijke elite. Aristocratie in de Rijselse Kasselrij naar het einde van de vijftiende eeuw toe, ontuigegeven licentiaatsverhandeling RUG, Gent, 1992: , 160
(6499) LEURIDAN (F.) Statistique féodale du département du Nord, la châtellenie de Lille, Rijsel, 1886-1901, 6 vol. (dl. 1, Introduction, dl. 2, Carembaut, dl. 3, Ferrain , dl. 4, Mélantois, dl. 5, Pévèle, dl. 6, Weppes: , C, M, 52, W, 13, 115
(7147) Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds Rekenkamers: 17385, 2r
(7148) Stadsarchief Brugge: , Limburg Stirum, oorkonde 28/4/1479
(7149) HAUTCOEUR (E. ) (ed.), Cartulaire de l'Eglise Collégiale de Saint-Pierre de Lille, Rijsel, 2 dln., 1894: , 1085, 1089
(7150) DE COUSSEMAKER (I.) (ed.), Cartulaire de l'abbaye de Cysoing et de ses dépendances, Rijsel, 1886: , 480
(7151) Archives Départementales du Nord (Rijsel): , 16G530
(7237) Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds Rekenkamers: 24651, 2v, 5r
(7538) DAUCHY (S.), De processen in beroep uit Vlaanderen bij het Parlement van Parijs (1320-1521). Een rechtshistorisch onderzoek naar de wording van staat en souvereiniteit in de Bourgondisch-Habsburgse periode, Brussel, 1995 (VKAWLSK, KL, jg. 57, 154): , 116, 253
(7675) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 17708
(8025) BRAND (H.), KRUSE (H.) e.a. , o.l.v. PARAVICINI (W.), Databank van de Bourgondische hovelingen, Deutsches Historisches Institut te Parijs: