Antecedenten en origine: * e silentio kunnen we een Bourgondische of Noordfranse afkomst vermoeden
Gehuwd met Jaquemine de Plaet (7813)
Jacqueline van de Kerrest, gehuwd met Pauwels de Baenst (6587)
Gestorven [kort?] vóór 1477 (365); zijn opvolger als waterbaljuw zwoer de eed in de RK op 18/2/1478 (4750)
Suppleant [secretaris?] bij de Grote Raad vanaf 1456 (2493) [dit is onjuist]; in 1455 was hij belast met de instructie van een proces voor de GR (3535), wel: plaatsvervangend hertogelijk secretaris sinds 16/6/1456 (8029) Secretaris v1457, die dienst deed als vervanger van afwezige secretarissen (851); 1459: wedde van 18 s per dag voor 23 dagen tussen 15/12/58 en 16/1/59 (864); 1473 "secretaire en ordonnance" (1895), 1455-1456 (2859); secretaris en controleur van de audiëntie, v1458, aan 18 s per dag (8029), 1458-1467 (2493); zijn commissie van 31/12/1458 voor controleur vermeldt dat hij de eerste was die dit ambt opnieuw bekleedde sinds 1446, toen het afgeschaft werd "soubz umbre d'aucunes restrinctions" (2885) Controleur van het zegelrecht: hij hield de rekeningen bij van de controle op de audiëncier van Vlaanderen, van akten bezegeld met het groot zegel en met het geheim zegel 1458-1467 (2722) (3534) Secretaris van de Brabantse kanselarij 1460-1467 (2493), secretaris ook verbonden aan de Raad van Brabant 1461-1463 (7418) Secretaris van de hertogin v1477 (2918) Griffier verbonden aan de GR, benoemd als één van de 8 secretarissen, elk voor een half jaar, in 1467 door KdS (3534) [alle vaste secretarissen waren hierbij, soort voorlopers van de vaste griffiers van later in Mechelen] Waterbaljuw van Sluis en Sint-Anna ter Muiden, commissie 16/2/1477 (2918) Voormalig waterbaljuw van Sluis v1477 (365)
Gewoon raadsheer in de RVV, commissie 6/6/1473, op de vacante plaats van Jan Wielant, aan 12 s van 2 gr per dag, ook als hij afwezig was, bovenop zijn 18 s per dag die hij als secretaris bleef krijgen (1895); [daarna vond Simons geen informatie meer terug over hem] (2493); wanneer hij titulair rekenmeester in de RK van Mechelen werd, wordt vermeld dat hij "conseillier ordinaire" was in de RVV, "lequel estat par la derreniere reformacion naguaires par nous faite en icelle chambre ayons aboly" (3537) Rekenmeester in de RK van Mechelen, commissie 8/12/1473, maar vermits hij een andere taak had, was hij slechts titulair rekenmeester, hoewel hem de tweede vacature van een rekenmeesterswedde beloofd werd (3536) (3537)
Leenbezit: * de heerlijkheid Voormezele, die hij via koop had verworven, schonk hij bij het huwelijk van zijn dochter met Pauwels de Baenst aan zijn dochter, waardoor de Baenst heer van Voormezele werd (6587); deze heerlijkheid omvatte in water, weide en bouwland 140 gemeten in de parochie Voormezele, naast renten in haver en kapoenen en andere rechten, met name 516 hoed haver per jaar bezet op bepaalde gronden in Voormezele, Kemmele, Dikkebus, Vlamertinge, Zillebeke en omgeving; nog enkele kleinere renten in haver van een andere kwaliteit, 48 kapoenen, 160 kippen, 30 hoentjes, 3 lb par in geld, 2 pond vlees; de heerlijkheid was belast met een rente voor de spijker van Ieper van 16 s 2 d par; verder omvatte deze heerlijkheid hoge, lage en middele justitie, leenmannen [en een leenhof], een baljuw, een amman, 7 schepenen van de heerlijke rechtbank, een tolrecht, bastaardgoed, stragiersgoed, doorgaande waarheid , boetes tot 60 lb par, marktgeld [een hoeveelheid van de prijs van een verkocht goed dat aan de heer moest betaald worden]; een totale jaaropbrengst van ongeveer 500 lb par (7333)
Krediet: * na zijn dood moest hem nog een lening terugbetaald worden die hij had toegestaan aan de hertogin (4750)
Andere: * in 1466 werd hij als hertogelijk officier te Brugge vrijgesteld van betaling van assisen voor één ton wijn (6203)
Talenkennis * in 1477 werd vermeld dat alle secretarissen tenminste Frans en Diets moesten kennen; Kerrest was de enige die bovendien ook nog vlot Latijn sprak (3534)
Stichtingen: * Jacquemine de Kerrest, dochter van Simon de Kerrest, en haar echtgenoot Paul de Baenst, moesten de vier jaargetijden en andere goddelijke diensten uitvoeren blijkens het testament van wijlen Jan de Plaet, meester Symoen de Kerrest en diens echgenote Jacquemine de Plaet; twee jaargetijden werden gesticht voor het zieleheil van Jan den Plaet en zijn echtgenote; de twee andere voor het zieleheil van Symoen de Kerrest en diens echtgenote; bij hun jaargetijde moest er voor 60 proven, elke prove ter waarde van 4 schellingen parisis, aan de armen worden uitgedeeld; het jaargetijde van Simon de Kerrest viel op de eerste week van de vasten; daarnaast werden nog "zingende missen" gesticht voor OLV; al deze missen werden gevierd in de parochiekerk van Sint-Gillis te Brugge; hoewel de genealogische gegevens overeenstemmen met de raadsheer Simon de Kerrest, werd er echter geen melding gemaakt van zijn functie als raadsheer; ook geen melding van zijn grafsteen (7813)