Thomas Malet
Sociaal
Antecedenten en origine: cfr. Jehan Malet
* hij stamde niet af van familie Malet de Coupigny, zoals wel ten onrechte wordt beweerd, maar was in zijn jeugd zelfs "pauvre enfant" [wat ook niet weer al te letterlijk moet worden genomen] (5354)
Familie
Zelf beweerde hij in zijn genealogie af te stammen van ridders van Willem van Normandië, een kruisridder uit het midden van de 13de eeuw, en uiteindelijk van de [reële] familie Malet de Coupigny (7996)
Vader: Jehan Malet (3158) [zie zijn fiche]
Broers en zusters: cfr. Jehan Malet
Huwelijk
Gehuwd met Jehanne de Lannoy, dochter van Jehan de Lannoy, schildknaap, heer van la Motterie [in Leers] en van Ogimont, en van Isabeau du Mez dite du Croix , en kreeg verschillende kinderen met haar, onder wie één zoon Antoine, die zijn vader zou opvolgen in zijn heerlijke titels (3158) (3168) (6609) (7996)
Nageslacht
Du Clercq wijst erop hoe hij verschillende van zijn dochters "tres grandement" had uitgehuwelijkt aan verschillende ridders (3168)
Hij had 9 kinderen:
* Antoine, ridder, heer van Berlettes, Coupigny, Anstaing, Tommignies en Madringhem (6609), zijn vader vermeldde dat hij op 16-jarige leeftijd [ca. 1468] een "homme d'armes bien monté" was en deelnam aan verschillende veldslagen en belegeringen, waaronder de verwoesting van Luik (7996); hij deed in 1475 dienst in het leger van de hertog; was getrouwd met Agnes de Guinghien [van Coyeghem], dite de Hem (3618); een dochter van schildknaap Luc de Guingien, dochter van Gerard [een andere dan raadsheer Gerard van Kooigem], en zijn vrouw Jehanne du Bosquiel, uit een Rijselse handelaarsfamilie, Agnes de Cuinghiem, huwde met Antoine Mallet, een zoon van Thomas Mallet (5960); in 1475 hield hij samen met zijn echtgenote Katherine Destaillers [sic, tweede echtgenote?] een leen in het Rijselse met een jaaropbrengst van 48 lb par (5975)
* de oudste dochter Jehanne, stierf in 1483, getrouwd met Gerard van Kooigem, ridder, heer van Halennes, van Erquinghem-le-Sec, van Rhodes en La Havrye, die stierf in 1494 (3168); als huwelijksgift kreeg ze onder andere de heerlijkheid Garmanet mee (7996); één van hun dochters, Jehanne, huwde in 1483 met een Josse de la Porte (6609)
* de tweede dochter Marguerite, gehuwd met messire Philippe de Le Beuvrière, ridder en heer van Lansson; ook zij kreeg een heerlijkheid en lenen mee als huwelijksgift (7996)
* de derde dochter Ysabel, gehuwd met messire Jaques de Roisin, heer van Rongi, zoon van een Hengouwse baron, kreeg ook een heerlijkheid als huwelijksgift mee (7996)
* de vierde dochter Katherine trad in bij de Kartuizerinnen in Gosnay en kreeg een rente mee van 40 lb par per jaar (7996)
* de vijfde en de zesde Agnes en Philipote, traden in in de "église réformee" van Beaumont in Valenciennes en kregen een rente mee van respectievelijk 50 en 60 lb par (7996)
* de zevende en de achtste waren in 1468 nog jong en ongetrouwd (7996): Pasquette, getrouwd met Jaques de la Douve, heer van Lompret; Gettrud, die waarschijnlijk in 1468-69 trouwde met Jehan de la Bouverie, procureur-generaal van de hertog (7919); volgens een latere notitie waren ze echter getrouwd met de heren van Saint-Ghin en Saint-George (7996)
Netwerken
- bij het huwelijk van zijn tweede dochter in 1462 kreeg hij zes zilveren kroezen van de hertog (3164)
- hij zou zijn carrière te danken gehad hebben aan de heren van Croÿ (3160); inderdaad controleerde hij in 1453 bv. ook de rekeningen van de heerlijkheid Nielles, die toebehoorde aan de heer van Croÿ (6173)
- ook volgens kronikeur Jaques du Clercq behoorde hij tot het politieke netwerk van de familie de Croÿ: hij was vroeger klerk van Guy Guilbaut geweest en begonnen als "pauvre enfant", maar nu was hij schatrijk en had hij meerdere van zijn dochters uitgehuwelijkt aan edelen; op 5/4/1465 werd hij op bevel van de graaf van Charolais aangehouden door de proost van Rijsel en naar het kasteel Beaurevoir gebracht, maar al na 4 of 5 maanden in zijn functie hersteld; zijn broer Hustin, een schurk die zijn twee vrouwen zo slecht zou hebben behandeld, dat ze het niet hadden overleefd, was al die tijd door Thomas de hand boven het hoofd gehouden, maar werd nu wegens belediging van Karel van Charolais aangehouden en op 8/6/1465 onthoofd [cfr. bij Jehan Malet]; Thomas werd vier of vijf maanden na zijn gevangenname weer vrijgelaten en kreeg zijn ambt terug, na veel invloed te hebben aangewend, "par le grand pourchas qu'il olt" (3160)
- Karel de Stoute liet hem op 5/4/1465 inderdaad gevangen zetten door Henri de Tenremonde, luitenant van de Gouvernance van Rijsel, in het kasteel van Beaurevoir (3166)
- op 28/6/1473 kwam er een uitspraak van de GR in een zaak in eerste aanleg tussen Thomas Malet, raadsheer van financiën, bijgestaan door de procureur generaal, versus Henry de Tenremonde, raadsheer en luitenant van de Gouvernance; het betrof machtsmisbruik van verweerder die zich in de uitoefening van zijn ambt een reeks goederen van eiser had toegeëigend; de verweerder werd veroordeeld tot teruggave van de betrokken goederen (4776)
- in 1474 ontving hij 50 lb gr van de Vier Leden voor de toekenning van het octrooi om belastingen te heffen (5975)
- hij was "tres enclin et tres affecté au bien de la ville" Rijsel en ontving van het stadsbestuur tussen 1484 en 1486 zeker 208 lb par (5975)
- hij was een van de uitvoerders van het testament van de hoge edelman Guy de Brimeu (5975)
- de Vier Leden van Vlaanderen waren in 1482 tegen zijn rekenmeesterschap gekant en waarschijnlijk ook al in 1477 (1434)
- in 1479 beval hij bij zijn collega's van de RK zijn neef Martin de Roque aan voor het ambt van ontvanger van Kassel (7683)
- in 1480 schreef hij een aanbevelingsbrief voor Jan van Arcle, eertijds wisselaar van Brussel, voor het ambt van algemeen muntmeester (7688)
Statuut
- in 6/1473 werd hij ridder geslagen en kreeg hierbij van de hertog 72 lb par om 20 ellen fluweel mee te kopen om een lange mantel te laten maken die hij als ridder moet hebben (3158); dit gebeurde op het kapittel van het Gulden Vlies te Valenciennes, vlak na de ridderslag van Chastellain, toen Malet het de hertog zeer nederig gevraagd had (5984)
Overlijden
Gestorven vóór 16/8/1488 (1438); in 1487 (7942)
Contemporaine vermeldingen
- Huttin Malet baljuw, van Waas vanaf 1451, zoon van Thomas Malet [=/] (4196)
- Antoine de Berlettes, voormalig "escuier trechant" van wijlen Karel de Stoute v1477 (995)
- Ancelme Malet, raadsheer en ontvanger van de beden van Henegouwen v1479 (997)
Carrière
Thomassin Malet, klerk van de algemene ontvanger van financiën Guy Guiilbaut v1425-26 (491)
Hij bracht de verbeteringen aan op diens rekeningen (491); in 1428 was hij klerk van de gouverneur generaal van financiën [nog steeds Guy Guilbaut] en moest o.a. geld halen in Atrecht om het dan naar Gent en Brugge te brengen, waar ambassadeurs moesten worden uitbetaald voor een reis naar de keizer; voor zijn dienstreizen kreeg hij 12 s per dag (512); in 1433 was hij nog steeds klerk van Guilbaut, gouverneur-generaal van financiën en tresorier, in deze functie kreeg hij een gift van de hertog van 40 lb van 40 gr voor zijn diensten aan zijn meester en de geschriften die hij opstelde ten behoeve van de zaken van de vorst (531) en nog eens 40 lb van 40 gr voor zijn bewezen diensten (534); in 1435 was hij als klerk van Guilbaut o.a. belast met reizen naar Gent en Brugge, naar de rent- en muntmeesters van Henegouwen verzameld te Valenciennes; aan de gravin van Namen uitstel van terugbetaling gaan vragen voor een som die ze aan de hertog had geleend, naar de abt van Sint-Bertijns te Sint-Omaars om er geld te ontvangen dat deze geleend had aan de graaf van Estampes, naar deze graaf en de rest van de hofraad om te beraadslagen over middelen om de inwoners van Atrecht sneller hun aandeel in de bede te doen betalen etc. (582)
In 1436 kregen de klerken van Guy Guilbaut een gift van de hertog voor hun vele diensten en inspanningen, om zich enkele benodigdheden aan te schaffen "et eulx y tenir plus honnestement"; Thomas Malet kreeg het dubbele of viervoudige van de andere klerken: 80 lb van 40 gr (603); laatste vermelding als klerk van Guilbaut in 3/1438 (3158)
Vanaf 1438 (3158) en in 1439 was hij ontvanger van het kasteel van Rijsel; hij kreeg voor zijn diensten in dit ambt en ook voor andere bezigheden een gift van de hertog van 80 lb van 40 gr (655)
Baljuw en ontvanger van de heerlijkheid van "la Boutillerie", toebehorend aan Jehanne de Luxembourg, bastaarddochter van Saint-Pol (3158)
Ontvanger van de kasselrij Rijsel 1436-1443, [voor de graaf van Saint-Pol, heer van Enghien en burggraaf van Rijsel], opgevolgd door Jehan Malet (3158)
Plaatsvervangend burggraaf van Ath, voor Antoine de Croÿ, 1445-1451 (5962)
Burchtvoogd van Ath in Henegouwen v1449 (3158), v 1445-1451 (2615)
Raadsheer v1451 (797)
Hoofdcarrière
Rekenmeester in de RK van Rijsel, op de vacante plaats van wijlen Tristram de Stier, commissie 21/3/1451(1435); als diens opvolger had hij nog geen vast ambt met wedde, dit om te verhinderen dat het aantal rekenmeesters zou toenemen; dat werd hem pas toegekend als ook Gautier Poulain overleed, vanaf 11/3/1452 (1713); in 1458 was hij het grootste deel van het jaar bezig met een commissie van de hertog en kreeg hij daarvoor 2 fr per dag bovenop zijn wedde als rekenmeester [wat eerst werd aangevochten door de RK] (1735); in 1465 werd hij slechts tot en met Pasen betaald, op bevel van de commissarissen van financiën (1841); bevestigd in zijn ambt in 4/1468 door Karel de Stoute (3158)
"Commis aux demaines et finances", commissie 21/4/1472, maar hij kreeg zijn wedde nog steeds in de RK (1883)
Generaal van de beden in de RK van Mechelen, commissie 8/12/1473 (1436) tot de afschaffing in 1477 (3158)
Aanvankelijk had hij geen ambt meer omdat het aantal rekenmeesters in de RK van Rijsel teruggebracht was op 4, uiteindelijk kreeg hij toch dit ambt terug van Maria van Bourgondië (1437)
Als rekenmeester te Mechelen kreeg hij in 1479 400 lb van 40 gr wedde per jaar (1007)
Eerste rekenmeester in de RK terug in Rijsel, commissie 9/12/1477 (1437) v1479 (1028)
Op 27/1/1482 werd hij afgezet "omme zekeren reedenen" en werd Berthelmy Trotin door de Vier Leden van Vlaanderen, die het graafschap bestuurden tijdens de minderjarigheid van Filips de Schone, in zijn plaats benoemd als rekenmeester in de RK te Rijsel (1434) [daartussenin weer opgenomen]; maar op 16/8/1486 werd hij opnieuw in zijn ambt benoemd door MvO (3163); op 16/8/1488 was hij reeds overleden en werd in zijn plaast Etienne Ducrot, voormalig auditeur in de RK van Dijon, benoemd (1438)
Lid van de reformatiecommissie van Vlaanderen, actief tussen 1-10/1458 en 4-7/1459, 4/1460-3/146; voor deze periodes te Brussel, werden hem extra dagvergoedingen toegekend van 2 fr/dag, terwijl hij zijn wedde van rekenmeester bleef behouden (3158)
Raadsheer en één van de commissarissen op het stuk van domein en financiën 1459-60 (271), 1461-62: tussen 1/9 en 31/3 212 dagen in deze functie actief bij de hertog en zijn Grote Raad [sic] te Brussel en elders (886), nog eens 122 dagen dienst tussen 1/8 en 30/11/62 (890)
Controleur generaal van de beden v1480 (7689)
Taken en dienstreizen
- in juli 1460 of kort daarvoor organiseerde hij samen met algemeen ontvanger van Vlaanderen Lauwereins de Maech een dagvaart in Brugge, waar domaniale en justitiële officieren en ook de Vlaamse lombarden samengeroepen waren om ze ertoe aan te zetten leningen aan de vorst toe te staan op hun ontvangsten of tafels (275)
- in 1469 moest hij samen met Ghuiselin Vlieghe de schade gaan opmeten aan het hertogelijke domein in het graafschap Namen en van de rentenhouders, pachters en cijnshouders van de hertog, veroorzaakt tijdens de troebelen van Luik en Dinant; alle bezittingen van de rebellen confisqueren, de Statenvergadering en de voornaamste officieren hieromtrent samenroepen en met hen beraadslagen over de noodzakelijke ordonnanties; daarnaast moeten ze de auditie organiseren van alle domaniale en gerechtelijke officieren en over dit alles rapporteren aan de RK (2914)
- ontvanger van de renten en goederen geconfisqueerd van de connestable van Frankrijk 1471-1472 (3162) (7547)
- op 22/1/1473 kreeg hij 300 lb onkostenvergoeding voor zijn missie als commissaris van domein en financiën voor de confiscatie van de goederen die de connétable van Frankrijk [Louis de Luxembourg] bezat en van de inwonerts van Doornik; maar met de laatsten was intussen een appointement gesloten en zij werden gerestitueerd in hun bezittingen; om dit alles te inventariseren en in bezit te nemen, bezocht hij Péronne, Abbéville, Saint-Omer, Brugge, Gent, Valenciennes, Atrecht, Douai en verschillende dorpen; hij richtte een bijzonder verzoek voor deze onkostenvergoeding omdat hij vreesde dat de RK de betaling van zijn onkostenvergoeding zou verhinderen omdat er in zijn commissiebrief enkel van wedden sprake was (2917)
- als generaal van de beden was hij in 1474 ook belast met inning van de bede zelf, en sloot hij leningen af (7583)
- in 1476 vervulde hij zijn leendienst door 18 strijders te zenden naar de hertogelijke legers, waarvan 6 als gezelschap van zijn zoon Antoine (5975)
Giften
- in 1444 kreeg hij een gift van de hertog van 100 "saluts d'or" van 48 gr voor zijn goede diensten (728)
- in 1446 kreeg hij een gift van 40 lb par voor zijn goede diensten (757)
- in 1451 kreeg hij een gift van 15 gouden schilden voor zijn goede diensten (804)
- in 1453 kreeg hij een gift van 25 schilden van 48 gr, betaald door de ontvanger van Lens (815)
- in 1458 werd hij ziek tijdens een missie naar de koning van Frankrijk en kreeg 500 schilden van de hertog voor zijn onkosten (3165)
- in 1464-65 kreeg hij een gift van 200 fr koninklijke munt als eerste deel van een gift van 1000 fr voor zijn goede diensten (904)
- in 1466-67 kreeg hij een gift van 180 lb van 40 gr voor zijn goede diensten (917);
- in 1479 kreeg hij 400 lb van 40 gr uit de geconfisqueerde goederen van de Fransen en hun partijgangers, voor de oorlogsschade die hij geleden had (1001)
- in 1479 kreeg hij 1600 lb van 40 gr uit het confiscatiegoed van Fransen en partijgangers voor zijn verliezen aan gronden, renten en inkomsten bezet door de Fransen; zijn situatie zou zo erg geweest zijn dat hij zich in dienst van de hertog niet meer kan onderhouden, noch zijn "mesnage" en deze gift compenseerde zijn verliezen slechts gedeeltelijk (1028)
- in 1482 kreeg hij een gift van 240 lb van 40 gr voor zijn extra moeite en werk bij het proces tegen Claude de Menosten (1045)
Bezit
Leenbezit:
* volgens Leuridan kocht hij achtereenvolgens de heerlijkheden Berlettes, la Haute Anglée, Wascalus, Madringhem, Tourmignies en Anstaing en werd hij ook heer van Oresmeaux en burchtvoogd van Ath genoemd (6609)
* volgens zijn eigen genealogie was hij heer van Le Hayon, en Le Burlandrie, en verwierf hij bovendien de heerlijkheden Berlettes, Anstain, Tourmegnies, Coupigny lez Fournes, Langlée, Le Parcq in Henegouwen, Doresmaulx, Garmanet, Wastelins en andere (7996)
* in 1453 kocht hij een klein leen gehouden van het kasteel van Lens (3158)
* sinds 1463 was hij heer van Anstaing en bezat hij ook de lenen van la Haute Anglée, Wascalus en Madringhem (3158); op 23/9/1463 kocht hij Anstaing (6609)
* hij was ook heer van Tourmignies (3158), verworven in 1462, het was een "pairie" van de heerlijkhied Epinoy-Carvin, grootte onbekend; er was een "kasteel" dat eigenlijk een herenhuis was, vasthangend aan het huis van de pachter (6609)
* in 1473 liet hij gronden amortiseren in Veurne, Wavrin en Illies [?] om de stichting te vervolledigen van een hospitaal gesticht door zijn broer Jehan Malet, dit le Moine, in de OLV-kapel in de kerk van Doornik, van drie missen per week voor de zielerust van hun overleden ouders, die daar begraven zijn (1441)
* een stuk van 1482 geeft een overzicht van de goederen te Ascq die hij had bezet voor de stichting van het hospitaal te Anstaing (1433)
* hij liet gronden amortiseren in Anstaing en Veurne in 1476, in Anstaing, Annappes en Ascq in 1477 en in Ascq in 1482 voor de stichting van dit hospitaal (1440)
* in 1482 kocht hij de heerlijkheid Mentque (3158)
* in Esquermes bezat hij een leen gehouden van de Zale van Rijsel van 15 bunders, genaamd het leen van Wastelines, dat elk jaar 9 razieren graan, 6 kapoenen en 2 s in zilver opbracht (3158), volgens Leuridan ging het om het leen Les Watelins te Esquermes en Wazemmes, een leen met middele justitie gehouden van de Zale van Rijsel, 15 bunders en renten, hij bezat het in 1447 (6609)
* een leen in Veurne, afhangend van het leen van Wavrin (3158)
* de heerlijkheid Berlettes, gekocht in 1451 (5354), verworven voor 3000 schilden en een jaarlijkse rente van 100 gouden rijders, waarbij het derde deel van de inkomsten van de tol van Aubigny hoorde, 28 s par per jaar (3158); het verwerven van deze heerlijkheid kost hem in totaal 9000 fr (6173); hij ondervond evenwel moeilijkheden om zijn derde deel van deze tolopbrengsten te innen vanwege de eigenaar, messire Charles de Bourbon, heer van Carenchy, waarbij hij de RK vroeg om tussenbeide te komen (7656)
* in 1475 hield hij 9 lenen in het Rijselse met een gezamenlijk jaaropbrengst van 969 lb par, w.o. Petit Coupigny, gehouden van de heerlijkheid Fournes, Tourmignies gehouden van de heerlijkheid Epinoy Carvin, dat hij verwierf in 1462, Madringhem gelegen te Lomme, gehouden van de burggraaf van Rijsel (5975)
* in 1469 was hij ook al heer van Anstaing en Wieres (5975)
* dze abt van Hasnon had zijn wereldlijke rechten, gronden, tienden en patronagerecht over de parochie Leers aan Thomas Malet verkocht (5613)
Leenbezit verwanten
- zijn zoon Antoine Malet, heer van Berlettes, hield eind 15de eeuw het leen La Pêcherie te Esquermes, van de burggraaf van Rijsel, van diens Hof en Halle van Phalempin; daarna werd het geërfd door zijn oudste zoon Josse, ridder en heer van Berlettes (6609)
Huizenbezit:
* in 1454 kocht hij een huis van het kapittel van Sint-Pieters te Rijsel (3158)
Rentebezit:
* in 1451 kocht hij een rente van 100 rijders over van de heer van Comines (3158)
Krediet:
* In 1452-53 kreeg hij 720 lb par terug die hij samen met maistre Gilles le Veau en Loys Dommessent in lening had gegeven aan de hertog voor het leger waarmee hij Gent ging onderwerpen (249)
Andere:
* volgens du Clercq was hij "tant riche que a merveille" (3160)
* in 1435 verkocht hij aan FdG een rode mantel voor diens zoon Karel om te dragen op het e.k. kapittel van het Gulden Vlies, voor 107 s 6 d [par?] (5984)
Cultureel
Wapen:
* "d'azur, à l'écusson d'or en abime, accompagné à dextre en chef d'une étoile d'argent" (4196)
Stichtingen:
* in 1473 liet hij een rente van 50 lb amortiseren, voor de stichting van een hospitaal (1439)
* in 1473 liet hij gronden amortiseren in Veurne, Wavrin en Illies om de stichting te vervolledigen van een hospitaal gesticht door zijn broer Jehan Malet, dit le Moine, in de OLV-kapel in de kerk van Doornik, van drie missen per week voor de zielerust van hun overleden ouders, die daar begraven zijn (1441)
* een stuk van 1482 gaf een overzicht van de goederen te Ascq, die hij geaffecteerd had voor de stichting van het hospitaal te Anstaing (1433)
* hij liet gronden amortiseren in Anstaing en Veurne in 1476, in Anstaing, Annappes en Ascq in 1477 en nogmaals in Ascq in 1482 voor de stichting van dit hospitaal (1440)
Begraafplaats
- hij werd samen met zijn vrouw begraven in het koor van de dominicanenkerk te Rijsel (7942)
Referenties
-
(249) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4103, 161r
-
(271) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4105, 147r
-
(275) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4105, 157v
-
(491) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1933, 204v
-
(512) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1938, 203r
-
(531) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1945, 103r
-
(534) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1945, 136r
-
(540) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1951, 66v
-
(582) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1954, 67v
-
(603) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1957, 249r
-
(655) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1966, 210v
-
(728) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1978, 197r
-
(757) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1991, 167r
-
(797) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 2008, 71r
-
(804) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 2008, 269r
-
(806) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 2008, 284v
-
(810) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 2012 (ongefol)
-
(815) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 2012, 48r
-
(867) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 2034, 82r
-
(886) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 2045, 352v
-
(890) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 2048, 127r
-
(904) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 2054, 180v
-
(917) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 2061, 144r
-
(993) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 2115, 105r
-
(995) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 2115, 129r
-
(997) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 2118, 41r
-
(1001) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 2118, 73v
-
(1007) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 2118, 100r
-
(1028) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 2118, 306v
-
(1039) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 2124, 180r
-
(1045) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 2127, ongefol
-
(1433) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1611, 20
-
(1434) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1611, 35v
-
(1435) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1607, 8v
-
(1436) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1610, 14
-
(1437) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1610, 194v
-
(1438) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1611, 133v
-
(1439) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1609, 128
-
(1440) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1610, 118v, 246v, 1611, 20
-
(1441) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1611, 77
-
(1713) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4103, 128v
-
(1735) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4104, 83r
-
(1841) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4110, 80v
-
(1883) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4182, 24r
-
(1885) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 2708, 30r
-
(2615) Algemeen Rijksarchief Brussel, fonds Rekenkamers: 14872-14877
-
(2789) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4570-4576
-
(2914) ARA, Rekenkamers, Oorkonden van het Zegelrecht (I: cedules; II: charters): II, 1551
-
(2917) ARA, Rekenkamers, Oorkonden van het Zegelrecht (I: cedules; II: charters): II, 1715
-
(2947) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 6723
-
(3158) LECLERCQ (F.), Etude du personnel de la chambre des comptes de Lille sous les ducs de Bourgogne, onuitgegeven doctoraatsverhandeling Ecole des Chartes, Parijs, 1958: , 248-257
-
(3160) DE REIFFENBERG (V.) (ed.), Jacques du Clerq, Mémoires, 4 dln., Brussel, 1835-1836: , IV, 134-135
-
(3162) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1610, 14
-
(3163) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 1611, 73v
-
(3164) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 2048, 250
-
(3165) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 2030, 300
-
(3166) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 32, 106v
-
(3167) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 4110, 80v
-
(3168) JEAN (M.), La chambre des comptes de Lille. L'institution et les hommes (1477-1667), Parijs, 1992: , 325-326
-
(3817) CUVELIER (J.), DHONDT (J.) & DOEHAERD (R.), Actes des Etats Généraux des anciens Pays-Bas, 2 dln., Brussel, 1978 (KCG): , 201, 215 [checken]
-
(4196) DE SCHOUTHEETE DE TERVARENT (A.), Les anciennes magistratures du pays de Waes et leurs titulaires, in: Annales du Cercle archéologique du pays de Waes, 3, 1866-1867, pp. 25-292: , 61-62
-
(4758) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 33, 96r, 113r/v, 118v
-
(4776) DE SMIDT (TH.) & STRUBBE (E.I.) (ed.), Chronologische lijsten van geëxtendeerde sententiën en procesbundels (dossiers) berustende in het archief van de Grote Raad van Mechelen, 6 dln., 1966:
-
(5354) PARAVICINI (W.), Soziale Schichtung und soziale Mobilität am Hof der Herzöge von Burgund, in: Francia, 5, 1977, pp. 127-182: , 170, 442
-
(5613) WARICHEZ (J.), Etat bénéficial de la Flandre et du Tournaisis au temps de Philippe le Bon (1455), in: ASHEB, 1909-1912, passim: , 159
-
(5962) COOLS (C.H.), Met raad en daad? Een doorkijk op een landelijke elite. Aristocratie in de Rijselse Kasselrij naar het einde van de vijftiende eeuw toe, ontuigegeven licentiaatsverhandeling RUG, Gent, 1992: , 157
-
(5975) COOLS (C.H.), Met raad en daad? Een doorkijk op een landelijke elite. Aristocratie in de Rijselse Kasselrij naar het einde van de vijftiende eeuw toe, ontuigegeven licentiaatsverhandeling RUG, Gent, 1992: , 202-204
-
(5984) DE GRUBEN (F.), Les chapitres de la Toison d'Or à l'époque bourguignonne (1430-1477), Leuven, 1997: , 196, 367
-
(6173) BARTIER (J.), Légistes et gens de finances au XVe siècle: les conseillers des ducs de Bourgogne Philippe le Bon et Charles le Téméraire, Brussel, 2 dln., 1952-1955: , 85, 107, 237
-
(6609) LEURIDAN (F.) Statistique féodale du département du Nord, la châtellenie de Lille, Rijsel, 1886-1901, 6 vol. (dl. 1, Introduction, dl. 2, Carembaut, dl. 3, Ferrain , dl. 4, Mélantois, dl. 5, Pévèle, dl. 6, Weppes: ,F, 193, C, 22, P, 184, W, 40, 74, M, 56.
-
(7547) Stadsarchief Gent: , 94/682 (stadscharters)
-
(7583) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 18823, 188r/v
-
(7656) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 17683
-
(7683) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 17728
-
(7688) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 17731
-
(7689) Archives Départementales du Nord (Lille), Série B (Chambre des Comptes): 17732
-
(7919) PARAVICINI (W.), Invitations au mariage. Pratique sociale, abus de pouvoir, intérêt de l'Etat à la cour des ducs de Bourgogne au XVe siècle, in: Académie des Inscriptions et Belles-Lettres, 1995, juillet-octobre, pp. 687-711: , 692
-
(7942) OURSEL (H.), Monuments funéraires des XIIIe, XIVe, XVe et XVIe siècles à Lille et dans les environs immédiats, in: RN, 62, 1980, pp. 345-370: , 368, n. 14
-
(7996) RODIERE (R.) & DE LA CHARIE (C.), Les archives de la famille Beaulaincourt (Société d'Etudes de la Province de Cambrai, 2-3), Cambrai, 1911-1912: , 1094-1100