Antecedenten en origine: * afkomstig uit de omgeving van Veurne, Isemberge en Adinkerke? * Boudin van Isenberghe, schepen of keurheer van Veurne-Ambacht v1369, en waarschijnlijk nog steeds in de periode 1394-1396, ontvanger van de issuerechten van deze kasselrij 1382-1390, ontvanger van de verheffingsgelden in stad en kasselrij Veurne 1382-1390 (7465); behoorde tot politieke elite en notabelen van Veurne-Ambacht v1394, 1396, 1397, 1400, 1401, 1404, 1407 [in 1395 bijgevoegd "d'oude", dus zijn het er twee] (7984) Jacob van Ysemberghe behoorde tot de politieke elite en notabelen van Veurne-Ambacht v1404 (7984)
Geboren omstreeks 1411 (3222) Richard de Ysemberghe, raadsheer en gezworen advocaat bij de Gouvernance van Rijsel, Douai en Orchies v1434 (7631) [mogelijke vader?] Maistre Ryquart de Ysemberghe, priester, eigenaar van een rente van 2 lb gr per jaar op domein Brugge v1479 (380), "curatus" van de Sint-Donaaskerk te Brugge v1490 (5873) [mogelijke broer?] Het feit dat hij nergens bij het leenbezit van deze familie voorkomt, doet vermoeden dat hij een bastaard was Een schoonbroer Jaques Denis (7589)
Getrouwd met Jehanne le Nepveu, telg uit een Rijselse familie, op 9/6/1444, waarbij hij van de stad Rijsel 18 "lots" wijn kreeg (3222) Rond 1467 was hij weduwnaar; hij hertrouwde op 4/9/1479 met Ysabeau a la Truye, kleindochter van Barthelemy a la Truye; zij overleed in 1532 (3189) Zijn huwelijkscontract met Ysabeau a la Truye, dochter van Hues a la Truye, schildknaap en zelf de zoon van Berthelmy a la Truye en van wijlen Jehanne de Cordes, bleef bewaard: Hues gaf zijn dochter een "avancement de son mariage" van 1800 lb par; ze kreeg ook alle meubels, juwelen en andere goederen die aan haar overleden moeder hadden toebehoord; na de dood van haar vader zou ze bovendien 4000 lb par en alle habijten en juwelen krijgen, indien Hues tenminste geen andere erfgenamen meer zou hebben; in het ander geval moest ze deze erfgenamen hiervoor met 3000 lb par vergoeden; als Victor stierf vóór Ysabeau moesten zijn gronden en patrimoniaal erfgoed terug naar zijn nazaten; als zijn vrouw echter eerder dan hem zou sterven, moest Victor haar goederen teruggeven aan de familie: de vader of een andere overlevende (7581)
Op 12/1480 liet hij zijn bastaardzoon Victor legitimeren, verwekt bij Marguerite sBos [van den Bossche], tegen 6 lb par (1525)
Klerk van rekenmeester Tristran le Stier ca. 1429-1438 (1520)
Klerk in de RK van Rijsel, commissie 26/10/1438, ter vervanging van wijlen Henry de Guetz, eerst nog zonder wedde (1520); gewone klerk met wedde, commissie 20/12/1443, met de belofte dat na de dood van auditeur Jehan Aubert, diens wedde aan Jehan Malet zou toekomen, op dat moment auditeur met de wedde van een klerk; de wedde van deze laatste zou dan aan Ysemberghe worden betaald, die net zoals hem "klerk en auditeur" zou worden; dit gebeurde allemaal in 1444 (1521); vervangen als klerk door Guiselin Vlieghe op 20/4/1444 (1519); na de dood van auditeur Jehan Aubert op 16/8/1444, werd Jehan Malet auditeur en nam Ysemberghe diens statuut in (1676); dat werd op 15/1/1448 nog eens bevestigd: hij had het statuut van auditeur maar voerde het werk van een klerk uit en ontving slechts een wedde van 100 fr per jaar (3226)
Klerk en auditeur van de RK te Rijsel en gecommitteerd om de rekening bij te houden van de lijfrenten verkocht op het domein te Rijsel v1448 (772); 1450, nog aan de jaarwedde van een klerk, van 100 fr van 32 gr (1681); nog steeds in 1457-1458, m.b.t. deze wedden lettres patentes van 4/11/1457 (1749); 1467 (1851); 1471 (1881)
Auditeur in de RK van Rijsel, na een geschil met Robert de Boulogne in 1463: na de dood van Jehan Malet was Ysemberghe op 14/4/1463 auditeur geworden, maar Boulogne ging hiertegen in beroep bij de hertog omdat hij hertogelijke brieven had van 1461, bevestigd na het overlijden van Malet, waarin hem de eerste plaats van auditeur was beloofd en alle voorafgaande beloften dienaangaande werden verbroken; volgens hem was Ysemberghe dus op frauduleuze manier in functie getreden; deze laatste merkte op dat hij sinds 1429 in de kamer actief was en dat hij brieven van 1447 had, gecorroboreerd in 1452, die hem het auditeurschap toezegden; op 14/6/1463 sprak de hertog zich uit in het voordeel van Ysemberghe (1523); bevestigd als auditeur 8/4/1468 (3228) (1522); op 24/5/1472 gaf de hertog ondanks de eerdere belofte aan Boulogne toch opnieuw de voorkeur aan Victor, wegens zijn 34 dienstjaren en zijn kennis van het Diets (1523)
Rekenmeester in de RK van Rijsel, opnieuw na een geschil met Robert de Boulogne, waarbij Ysemberghes kennis van het Diets de doorslag gaf: commissie 24/5/1472 als rekenmeester met wedde van auditeur en met uitzicht op de eerste vacante plaats van gewoon meester; Boulogne werd auditeur zonder wedden op de vacante plaats die Ysemberghe had overgelaten (1523) (1886); 1473 (1887)
In 1468 was hij nog steeds auditeur [maar nu al met titel van maistre] en "commis par feu monseigneur le duc cui Dieu pardoint a recevoir certains deniers de son espargne" (944)
Rekenmeester in de RK van Mechelen, commissie 8/12/1473 (1791) Als rekenmeester te Mechelen kreeg hij in 1479 400 lb van 40 gr wedde per jaar (1010) Rekenmeester in de RK van Rijsel, bevestiging 8/8/1477 en 8/8/1483 Hij deed afstand van zijn ambt van rekenmeester op 10/10/1485, ten voordele van Gerard de la Roche, die hem nog een levenslang pensioen van 100 lb van 40 gr moest betalen (3074)
Secretaris v1459 (1527) Ontvanger van de aalmoezen van Vlaanderen 1451-1483 (7953) (3222) Ontvanger van de bijzondere inkomsten uit heerlijke rechten, verheffingsgelden en bastaardgoed, in de steden en kasselrijen Rijsel, Douai en Orchies, commissie 1/6/1459 (1527), 1461-62 (3658) Ontvanger van rechten voorbestemd voor de "epargne" in Artesië, Boulonais en Picardië sinds 1457 en in de kasselrijen Rijsel, Douai en Orchies sinds 1459 (3222); op 4/1/1464 commissie omhetzelfde te ontvangen in de graafschappen Henegouwen en Namen (1528); hij was dus ontvanger van de "épargne", tot de afschaffing van deze kas in 1468 (8057)
Leenbezit verwanten: * zijn familie had leenbezit in de kasselrij Veurne begin 15de eeuw (7190) (7194), Jan, Jacob e.a. in de stad Veurne zelf, en in Ysemberge v1398, 1457 (7279); Guillaume en Jan f. Jaques v1472 (6827) * Johannes de Ysenberghe, gestorven ca. 1391-92, zijn broer Jehan erfde van hem een leen (6822) * Jehan erfde nog een leen van zijn broer Michiel, gestorven ca. 1398 (6825) * deze Jehan is zelf gestorven ca. 1418-19; zijn zoon Jaques erfde een leen (6823) * een Jehan van Ysemberghe erfde ook een leen van zijn broer mr. Ryckaert, gestorven ca. 1438 (6824) * Willem van Ysemberghe bezat in 1472 een leen te Pollinkhove (6827) * Jan van Ysemberghe erfde in 1472 van zijn vader Jacob een leen te Ysemberghe en Adinkerke (6827)
Rentenbezit: * in 1445 kocht hij een lijfrente van 60 lb op de stad Rijsel op naam van hem en zijn vrouw Jehanne le Nepveu (3222) * in respectievelijk 1447, 1455 en 1456 kocht hij gelijkaardige renten van respectievelijk 40, 60 en 40 lb par (3222) * in 1462 idem van 30 lb en van 20 lb par op zijn leven en respectievelijk op dat van zijn nichtje Pauline en van zijn neefje Jorequin de le Houcque (3222) * andere renten die Leclercq niet nodig acht om op te noemen (3222)
Talenkennis: * hij kende Diets (3222)